Effen een bakkie doen!

© Roel Grit                     [Terug naar overzicht]

Ondanks dat Jaap Grijpmeijer in hart en nieren docent was, zag hij altijd uit naar de pauzes met zijn collega's. Hij voelde in de personeelskamer van zijn hogeschool een ouderwets soort saamhorigheidsgevoel. Even een kopje koffie, soms met een traktatie van een jarige collega. Even geen studenten om je heen en je kon nog eens een collega-docent, een opleidingsmanager of iemand van de facilitaire dienst aanspreken zonder dat je daar eerst een afspraak voor hoefde te maken. Ook ontmoette je collega's van andere faculteiten, zodat je over de muren van je eigen opleiding heen kon zien. Of er werd informeel wat informatie uitgewisseld over de voortgang van een individuele student of het gedrag van een complete jaargroep.

Jaap ging daarom steevast om tien uur 's morgens en om drie uur 's middags "effen een bakkie doen" met zijn collega's. Ook sloeg hij vrijwel nooit de middaglunch in de personeelskamer over. Er vonden vaak levendige discussies plaats over verschillende belangwekkende onderwerpen; of er werd prettig geouwehoerd over onbenullige zaken. Grijpmeijer deed graag mee aan dit verbale tumult. Hij had er plezier in deel te nemen aan het spontane gezelschapspel waarvoor hij de naam "kringgesprek" had bedacht. Er werd dan een of ander onderwerp aangeroerd en er werd net zolang via "bruggetjes" van onderwerpen gewisseld dat het oorspronkelijke onderwerp weer aan de orde kwam; en het kringetje dus weer rond was. Leuk vond hij ook het "pingpongen" met woorden, waarbij collega's elkaar fanatiek probeerden in een vrolijk daglicht te stellen. Het mooiste was als je de hele tafel tegelijk "te pakken had", daarmee scoorde je als tafelheer of –dame extra aanzien. Ja, er werd veel gelachen tijdens de pauzes op zijn hogeschool.

Tijdens een opleidingsvergadering enige tijd geleden werd het Jaap duidelijk dat er plannen waren om "zijn" personeelskamer op te heffen. In de hoofdvestiging van zijn hogeschool was er ook geen dergelijke ruimte. Daar zaten studenten en personeel samen bij elkaar in het bedrijfsrestaurant (zeg maar kantine). Aangezien – zoals een fanatiek centraal geleide organisatie betaamd –methoden, technieken en procedures overal hetzelfde moeten zijn, oordeelde men op hoog niveau dat de personeelskamer in de nevenvestiging niet meer nodig was. Verder vond men dat de locatie waar Grijpmeijer verbleef, verouderd was en er zou een nieuw studielandschap voor in de plaats komen. Grijpmeijer vond het opheffen van de personeelskamer een bijzonder slecht idee. Hij peilde tijdens genoemde vergadering door handopsteken de mening van zijn collega's en die waren het vrijwel unaniem met hem eens: de personeelskamer moest blijven!
Het was lunchtijd. Grijpmeijer zat op zijn werkkamer achter zijn computer een broodje te eten. Zijn protest destijds tegen de opheffing van de personeelskamer had niets geholpen; de kamer was toch tijdens de verbouwing gesneuveld. Hij gaf toe: de verbouwing was geslaagd. De studenten waren tevreden over hun studielandschap, maar Jaap zelf had gemengde gevoelens. Hij zag zijn geliefde collega's nauwelijks meer. Een paar van hen zaten in de pauzes her en der verspreid tussen de studenten in de verbouwde kantine (zeg maar bedrijfsrestaurant). Geregeld spraken ze met gedempte stem, zodat ze niet door studenten waren af te luisteren.

Door de onvermijdelijke vooruitgang van de verbouwing, was zijn informele circuit helaas grotendeels ter ziele gegaan. Men had de verbouwing ook aangegrepen om een extra efficiencyslag uit te voeren. Het management van zijn faculteit was verhuisd naar voorin het gebouw, handig bij elkaar. Men kon nu gemakkelijk overleggen, verantwoording afleggen aan het topmanagement en de kwaliteit van het onderwijs goed in de gaten houden. Een nadeel was dat Jaap als docent nu wel een eind moest lopen om zijn baas te kunnen spreken, dus die zag hij nu nauwelijks meer.

De meeste collega-docenten zaten nu - net als Jaap zelf – tijdens de pauzes gewapend met koffie en broodje achter hun PC door te werken. Jaap realiseerde zich dat hij er persoonlijk op drie fronten op achteruit was gegaan: hij had minder contact met zijn collega's, het management zat op afstand en was moeilijk bereikbaar čn hij werkte door tijdens de pauzes!
Opeen bedacht hij: dat zou toch niet de bedoeling geweest zijn van de verbouwing? Grijpmeijer zette dit idiote idee onmiddellijk uit zijn hoofd: hij moest meer vertrouwen hebben in de mensheid.
Hij peuterde een stukje kaas tussen zijn broodje vandaan, stopte het in zijn mond en staarde uit het raam naar een voorbij slenterende student.

[disclaimer: elke overeenkomst met een bestaande hogeschool berust puur op toeval]

[Terug naar overzicht]