Juweeltjes

© Roel Grit                     [Terug naar overzicht]

Soms maak een mens iets mee dat zijn leven opfleurt, iets wat hem op een wat hoger plan brengt of zelfs iets waardoor hij een klein traantje wegpinkt. Docent Grijpmeijer noemde dat 'Juweeltjes' of ook wel: ‘Klein geluk’. Dat kon een ontroerend concert zijn, de ontdekking van een verse paddenstoel tussen kleurige herfstbladeren, een zomerse regenbui in zijn gezicht of een diepgaand gesprek met iemand met wie hij het volkomen oneens was.
"Voor deze juweeltjes moest men trouwens wel oog – en oor –hebben, want soms zitten ze diep weggestopt tussen de dagelijkse beslommeringen" mijmerde Grijpmeijer.
"Soms ze duurden ze maar zo kort dat ze voorbij waren voordat je er erg in hebt."
Het zoeken naar juweeltjes paste prima in het persoonlijke motto van Jaap Grijpmeijer dat luidde. "Je moet het zelf leuk maken!" .

Onlangs maakte Jaap een paar voorbeelden van dit kleine geluk mee aan de koffietafel van zijn geliefde hogeschool. Aan de tafel zat ook collega-docent Jos Zoer uit het Drentse Westerbork, door de plaatselijke bevolking ook wel Börk genoemd.
Jos vertelde de aanwezige collega's geanimeerd over een ontmoeting met zijn bejaarde kapper Herman Jager uit Börk.
Hier ontwaarde Grijpmeijer het eerste kleine juweeltje: collega-docent Zoer die een kapper bezoekt. De man is van boven volledig kaal - de rest wilde Grijpmeijer men niet weten - en je zou zeggen, met tondeuse en een 'krabbertje' kun je eenvoudig een kappersbezoek vermijden.
Zoer zat dus bij de kapper. Hij vertelde dat zijn oude kapper naast 'hairstylist' eveneens bekend was als plaatselijke slager.
"Daar was er weer één!" stelde Grijpmeijer vast.
Het tweede juweeltje bestond uit de 'briljante' combinatie van kapper en slager. In gedachten zag Grijpmeijer een scheerklant die angstig hoopte dat de kapper – met scheermes in de hand – zijn beide beroepen niet door elkaar haalde!

Kapper en slager Jager – uut Börk dus – zat boordevol levenswijsheid. En zoals een professioneel kapper betaamt, hield hij die niet voor zichzelf en liet zijn knipklanten hiervan ruim meegenieten.
Een van de filosofische uitspraken van de Drent die collega Zoer zich nog herinnerde: "Heel het lev'n bestaot uut drie K's: de K van Kapitaal, de K van Kerk en de K van ……."
Vervolgens een korte vertwijfeling bij de schaarvirtuoos.
"Verdulleme, die laatste K bin ik kwiet", riep de oude man getergd.
Bijna onopgemerkt was het derde juweeltje gepasseerd.

De barbier wist trots te vertellen over nog een derde beroep: hij was muzikant en zanger bij het Börker Trio. De band die in 1979 grote triomfen vierde en verantwoordelijk was voor hitsingle De Pieteröliekar! Wie kent het nummer niet?

Deze bekendste band van Westerbork had zelfs nog opgetreden in de André van Duinshow! Misschien voor de jongeren ter opfrissing de tekst van het eerste couplet:
Mien va die lop met de pieteroliekar
En mien moe die sjokt er achteran
Jao, vroeger zat er nog verdienste an
Tegenwoordig zit er niks meer an

"Geniale tekst! Geweldig! " vond Grijpmeijer. "Een tekst die verplicht zou moeten worden opgenomen in de inburgeringcursus voor Nieuwe Nederlanders."
Met warme oren keek Grijpmeijer op naar collega Zoer, wiens hoofd glom in het binnenvallende zonlicht; het leek of een stralenkrans hem omgaf.
Grijpmeijer kneep zijn verblinde ogen tot spleetjes. Als ongelovige voelde hij bijna een religieus moment,terwijl hij zich ondertussen realiseerde dat hier sprake was van het vierde juweeltje! Hij zat daar toch maar even aan tafel met de fortuinlijke Jos Zoer die de zanger van het beroemde Börker Trio van de Pieteröliekar persoonlijk kende!
Het persoonlijke succes van Zoer straalde af op al zijn aanwezige collega's aan de stamtafel, inclusief op Grijpmeijer.

[disclaimer: elke overeenkomst met een bestaande hogeschool berust puur op toeval]

[Terug naar overzicht]