© Roel Grit [Terug naar overzicht]
Op een zonnige dag loopt
Jaap Grijpmeijer door de stad. Voor hem loopt een man in wie hij een vroeger
studiemaatje en drinkebroer meent te herkennen.
"Hé, ben jij niet
Gregorius Stampot?"
De ander kijkt verrast om en rimpelt de groeven
in zijn voorhoofd extra.
Hij lacht: "Hé Grijpmeijertjûh! Beste kerel, dat
is lang geleden! Hoe gaat met jou?"
Grijpmeijer enthousiast: "Geweldig,
man. Ik werk als schoolmeester – zeg maar docent – in het hoger
beroepsonderwijs. En wat doe jij voor de kost, Gregorius?"
Stampot: "Ik
ben werkzaam als organisatieadviseur, zeg maar consultant. Ik kom bij
verschillende bedrijven over de vloer."
"Het bedrijfsleven? Daar kom
je zeker allerlei misstanden en bureaucratie tegen?"
Adviseur Stampot:
"Dat kun je wel zeggen. En dat wil je niet allemaal weten ook. Maar ik hoor
ook wel eens spannende roddels over hogescholen… Is jouw hogeschool een
beetje goed georganiseerd?"
"Jazeker, mijn hogeschool is bijzonder
professioneel en bekwaam bezig."
Grijpmeijer wordt echt enthousiast en
met glimmende ogen gaat hij verder.
"Luister Gregorius. Wij hebben naast
een college van bestuur, een Corporate Office, een Educational Service
Organisation met allerlei onderwijskundigen en assesment deskundigen. We
voeren onze projecten uit volgens de Prince II projectmethodiek. Ons
personeel werkt geheel geïnspireerd door de inzichten van managementgoeroe
Covey. Daarnaast hebben we veel ander deskundigheid in huis. We hebben een
afdeling Legal affairs, een afdeling Marketing, een afdeling Quality
Assurance plus natuurlijk Quality control, een afdeling Finance, de Student
Administration, een afdeling Information and Communication Technology en een
afdeling Human Resource Management. Ook werken we met Service Level
Aggreements voor zaken die we hebben geoutsourced en die dus niet tot onze
core business behoren. Ook doen we onze Quality control via de
Plan-do-check-act methode van Demming. Verder hebben we natuurlijk corporate
identity and een corporate strategy. "
"Ik dacht dat je bij een
Nederlandse hogeschool werkte?" vroeg Stampot verrast door dit Engels
geweld.
"Zeker, maar onze hogeschool is bijzonder internationaal
georiënteerd! Dat staat zelfs onze in corporate mission en onze studenten
komen steeds meer uit het buitenland."
Grijpmeijer vervolgt: "Verder
krijgen we landelijke kwaliteitscontroles via visitatiecommissies die ons
komt accrediteren. Wij hebben daarom een integraal toetsbeleid, werken met
toetsplannen, toetsprocedures, toetsmatrijzen, periode-evaluaties,
toetsevaluaties en studenttevredenheidonderzoeken. Maar we natuurlijk hebben
ook tevredenheidonderzoeken voor medewerkers, zelfevaluatierapporten en
maand-, kwartaal- en jaarverslagen. Allemaal degelijke documenten, keurig in
vierkleurendruk."
Gregorius Stampot kijkt zijn vroegere studiegenoot
verbluft aan.
"Dat klinkt erg professioneel!".
Trots gaat
Grijpmeijer verder.
"Dat zijn we zeker! We hebben natuurlijk nog
locatiemanagers met secretariële ondersteuning, aparte
opleidingsecretariaten, cijferadministraties, roosterbureaus,
studentinformatiecentra, opleidingscoördinatoren, stagecoördinatoren,
toetscommissies, examencommissies, periodecoördinatoren,
curriculumcommissies, themagroepbegeleiders, studieloopbaanbegeleiders, een
decaan, medewerkers kwaliteitszorg en medewerkers marketing per opleiding.
En dan heb ik het nog niet eens over de mensen die het onderwijs echt
mogelijk maken zoals conciërges, kantinepersoneel, mediatheekmedewerkers,
repromedewerkers en schoonmakers."
De organisatie-adviseur: "Whow, highly
effective, man! Daar kan men in het bedrijfsleven een puntje aan zuigen.
Maar jij bent toch docent? Hoe gaat het met jullie lessen dan?"
Het
gezicht van Grijpmeijer betrekt en hij slaat zijn ogen neer.
"Lessen?
Daar zijn we vanaf gestapt. Dat past echt niet meer in deze tijd. En we
hebben daar trouwens ook geen budget meer voor. Ik ben de laatste docent en
wordt volgende week beleidsmedewerker."
[disclaimer: elke
overeenkomst met een bestaande hogeschool berust puur op toeval]