© Roel Grit [Terug naar overzicht]
Jaap Grijpmeijer had met goed gevolg zijn middelbare
school doorlopen, had zijn universitaire studie afgerond en was - zoals hij
in zijn jeugd al had bedacht - 'schoolmeester' geworden. Jaap was een
leergierig mens en had sinds zijn jeugd nooit zijn plezier verloren om
nieuwe dingen te ontdekken. Hij was daarom blij te werken als docent op een
hogeschool met intelligente collega's om zich heen: die kon je nog eens een
vraag stellen. Jaap snapte niets van sommige studenten die als hoogste doel
leken te hebben: 'uitgaan' en … 'geld verdienen om uit te kunnen gaan'. Ze
werkten twee dagen per week om op zaterdagavond hun zuurverdiende geld er in
één keer doorheen te jagen. Sommigen van hen leken op school niets te willen
leren en kwamen slechts moeizaam in beweging voor studiepunten. Eén van zijn
collega's had ooit gezegd: "Studeren is slechts één van de vele activiteiten
van onze studenten en zeker niet de belangrijkste!"
Op een
stageterugkomdag had een derdejaars student hem ooit enthousiast
toevertrouwd: "Meneer Grijpmeijer, op mijn stagebedrijf gebruiken ze het
computerprogramma MS Excel. Daar kun je prachtige rekenmodellen mee maken.
Reuze handig! Daar zouden we op school les in moeten krijgen!"
Het was
de jongeman ontgaan dat in het eerste jaar van zijn opleiding daar
ruimschoots tijd aan was besteed. Waarschijnlijk waren de Excelopdrachten
verzopen in zijn projectgroepje en gemaakt door een groepslid die goed thuis
was in Excel. Hij zag dat vaak: een student die ergens goed in was, werd er
steeds beter in. Een student die ergens niet goed in was, liet het altijd
door een deskundige groepsgenoot uitvoeren en leerde het zelf nooit. Jonge
mensen die in een leerzame omgeving de mogelijkheid hadden zich te
ontwikkelen, maar meeliftten in hun projectgroepje en anderen het werk
lieten doen.
Grijpmeijer gruwde: "Studenten - als toekomstig hoger
opgeleiden - hoorden nieuwsgierig te zijn!"
Dat 'de jeugd' handig zou
zijn met computers viel de leergierige docent ook behoorlijk tegen.
Ja,
in computerspelletjes, communicatieprogramma's, muziekprogramma's en
download software konden ze uitstekend hun digitale weg vinden. Maar van het
gebruik van serieuze programma's zoals Excel, Word en andere professionele
programma's op hun vakgebied wisten studenten weinig.
Wat dat betreft
vielen sommige collega-docenten hem ook tegen. Hij was ooit zo dwaas geweest
voor een collega die nota bene presentatietechniek gaf, een professionele
PowerPoint te maken
"Ik ben niet zo goed met computers", had de collega
toegelicht. Er klonk een vleugje trots in zijn stem.
In zijn hoof klonk
de echo van zijn overleden oom Jan: "Doar bint wie boer'n te dom veur".
Ook had Grijpmeijer eens geprobeerd een collega een handig trucje met de
computer uit te leggen: "Als je het scherm van je browser verkleint, kun je
eenvoudig een linkje van de webpagina slepen naar de desktop van je PC".
Zonder zijn uitleg verder af te wachten, stelde zijn collega de
verbluffende vraag: "Wat is een desktop?". Hij vroeg zich af op welke
planeet die collega de laatste jaren had gewoond.
Hij kende ook docenten
die in Word hun teksten netjes in kolommen onder elkaar probeerde te zetten
door herhaaldelijk op de spatiebalk te beuken. Of een andere docent die
twintig keer de Entertoets gebruikte om met de cursus op de volgende pagina
terecht te komen.
Grijpmeijer kon niet tegen docenten die met trots
op hun eigen onkunde zeiden: "Ik ben niet zo goed met computers! ".
De
laatste keer dat hij dat hoorde was hij zelfs behoorlijk uitgevallen.
"Verdulleme collega, dat is wel een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren
van je werk! Een gemiddelde docent in het hoger onderwijs zit zeker twee uur
per dag achter zijn PC! Wat zou je ervan vinden als jouw timmerman zegt:
Sorry, ik ben niet zo handig met een hamer en spijkers. Of je chirurg zegt
vlak voor je operatie: Ja, die scalpel, hè? Daar ben ik eigenlijk niet zo
goed in!"
Zijn digibetische collega werd bleek om zijn neus van het
verbale geweld van Grijpmeijer.
Hij was misschien wat ver gegaan en hij
had bijna spijt van zijn uitbarsting.
"Maar, docenten zijn hoger
opgeleid" stelde hij vast.
"Docenten horen - net als studenten -
nieuwsgierig te zijn! Ook in het gebruik van computers."