Grittologie, 150 columns, door Roel Grit. verschenen in 2013-2019 in Emmen.nu (Emmer Courant)

 

Kijken naar het verleden

Zomertijd kost tijd

De menselijke maat

Einstein wijst de weg

Blind of dubbelblind?

Kapitaalvernietiging

Uitzondering bevestigt regel

Midlife scooter

Gekke kippen en Darwin

Mazelen en geloof

In de zon uit de zon

Valse geschiedenis

Geboren uit sterrenstof

Zondag  begint de herfst

Land zonder logica

Ik ben geen econoom

Wintertijd

Aaibaarheid

Aardbevingen

Banaan in je oor

Gezellig kaarslicht

Mali op de blinde kaart

Een mens loopt op kernenergie

Petrus of Mohammed?

Slecht gevoel voor statistiek

Hoezo, democratie?

Tweemaal zo warm?

Subsidieverslaving

De angst regeert

Kleurige wereld

Wantrouwen

Antibiotica

Zesjesmentaliteit

Vertrouwen in medemens

Toppunt van seksisme

Vakantie ... en pensioen

Links rijden................... … met Beatrix

AstroLogie .. en andere onzin

Natuurlijke wolkenkrabber

QWERTY… niet te snel!

Anti-geluid niet op de fiets!

Mens erger je…of niet?

tv kijken … pure tijdwinst

Big Bang

Zwarte Piet … of toch niet?

Leeftijdsdiscriminatie

Op fietse  … hen skoele

Opvoeden … van volwassenen

Strooizout … op je ei

Woedende Groningers

Oorlogsmisdaden … en vandalen

Bedrogen kiezers

Vriendelijke conductrice

Weerzien na 55 jaar

Grieks leren is niet logisch

Nostalgische kunst van Pieter

Drents met Rotterdams accent

Koningsgezind .. onlogisch?

Donder en bliksem!

Hemels plein

Tour de Dijkstra

Koffieterrorisme

Champagne en bonbons

Foute Duitser of … held?

Niet verzekeren of toch maar?

De schoolstrijd-bijl begraven

Stem van het volk gekaapt?

Geld lenen … dat niet bestaat

Onnodige angst voor E-nummers

Emmenaren als grondbezitters

Nieuws bedriegt

Hoe oud is die schedel?

De toekomst begint vandaag

Nut van wetenschap

Logisch of niet?

De zwarte professor

Loflied op de dispenser!

Aftakeling van de mensheid

Oude boeken lezen

Dronken van brood

Pi-dag

Referendum, stemmen of niet?

Geur van wit goud

Platte kat

Vrouwen ook niet

We zijn in oorlog

Zinloze voorjaars modder

Mag wel …

Gênante tanden

Droomfeest bij tennisclub

Stofzuiger Jupiter

Ome Kees

Banden plakken of strijken?

Neerstortende Marslander

Ons laatste referendum

Druk, druk, druk!

Jiska en pasja

Rector Haveman en spijkers

Zapper kwijt: opgeruimd huis

Onfortuynlijk

Gestemd? Dan nu kiezersbedrog!

Mens als gloeilamp?

Kratjes op aanrecht

Super Joop

Studiebeurs van Ben Feringa

Oma Truus

Geen schoothondjes meer

Hand op de knip?

Duim op voor Area en Emco

Geur van Nederland

Klagen bij de gemeente

Ten strijde tegen prijsvechters!

Burendag, Bingo!

Atoombom van nog geen 6 gram

Mijn hoed: plaatselijke waar…

Broeierig ritje naar Coevorden

Regen en sneeuw

Heidense Tannenbaum

Het jaar nul bestaat niet!

Haar in de fik!

Recht praten wat krom is

Niet in mijn achtertuin

Zinloos bestaan

Waarom gemeenteraadslid?

Winkelgekrijs, huilen helpt!

Geen water op olie!

Alles gaat over

Plastic in de soep

Bikkelen op de e-bike

Chantageloterij

Toppunt van vernedering

Met je vrijer achterop

Drèents Liedtiesfestival

Emmen hoog op lijstjes

Gevaarlijke vakantie

Reis naar de zon

Van min naar plus

Berend Wezeman

Kaalheid is geen kapsel!

Ambachtelijke onzin

Koninklijk blauw

Emmen op één

Midwintertijd

Oud-Emmenaar versus Einstein

Ik dacht het wel, Philip!

Oké Google, lampen aan!

Dames, doe de bril …

Datum van de columns

Kijken naar het verleden

Licht gaat ongelofelijk snel: als je met de snelheid van het licht zou kunnen reizen, kun je in 1 seconde acht keer de wereld rond. De lichtsnelheid is 300.000 kilometer per seconde!

Onze maan staat zover van de aarde dat het maanlicht er ruim een seconde over doet om ons te bereiken. Bij de zon duur het ongeveer 8 minuten voordat het zonlicht ons bereikt. Als de zon nú “uit zou gaan”, merken we dat pas over 8 minuten. Omgekeerd geldt: je ziet de zon nú zoals hij er 8 minuten geleden uitzag!

We kijken dus naar het verleden! Het wordt nog gekker: het licht van een dichtbij staande ster doet er 4 jaar over om ons te bereiken. Astronomen spreken over een afstand van 4 lichtjaar. Je ziet deze ster dus zoals hij er 4 jaar geleden uitzag.

Van sommige sterren die miljarden lichtjaren verwijderd zijn, weten de astronomen met zekerheid dat ze nu niet meer bestaan. Gek, hè? Iets zien dat er niet meer is. Door met hun telescopen naar het verleden te kijken, leren astronomen ons over het ontstaan van onze eigen ster – de zon – en onze aarde.

Zomertijd kost tijd

Komend weekend is het weer zover: in de nacht van zaterdag op zondag begint de zomertijd . 's Zomers komt de zon vroeg op. Door de klok te verzetten lijkt het 's morgens langer donker, maar de meeste mensen slapen dan toch nog. Het voordeel is dat het 's avonds langer licht blijft, zodat we dan energie besparen op verlichting.

De ingang van zomertijd en wintertijd is voor velen elke keer weer een moment van verwarring. Moet de klok nu vooruit worden gezet of juist terug? Hiervoor is het volgende ezelsbruggetje handig: "In het Voorjaar moet de klok een uur Vooruit  worden gezet".  Dus om 2.00 uur zondagochtend moet je de klok op 3.00 uur zetten. Een automatische klok (met wijzers) zal tegen die tijd spontaan een extra rondje met zijn grote wijzer maken. Je kunt er midden in nacht bij gaan zitten, maar spectaculairder is de ingang van de wintertijd op de laatste zondag in oktober. De klok moet dan een uur terug, maar omdat de klok dit niet kan gaat hij elf rondjes vooruit.

Blijft de prangende vraag: duurt komende weekend nu een uur korter of langer? Antwoord: als je de klok een uur vooruitzet, ben je dit uur per direct kwijt. Het weekend duurt helaas dus een uur korter.

De menselijke maat

Krantenbericht 1: “Gemeente Emmen bouwt nieuw theater voor 40 miljoen”. Als ik zoiets lees ga ik meteen op zoek naar de menselijke maat: ik probeer zo’n getal begrijpelijk te maken. Hoeveel betekent zo’n bedrag bijvoorbeeld per inwoner? Met 100.000 Emmenaren komt dat theater neer op 400 euro per persoon, zuigelingen meegerekend. Per traditioneel gezin – volgens sommigen de hoeksteen van de samenleving – van vier personen is dat 1600 euro, ongeacht of ze het theater ooit bezoeken.

Krantenbericht 2:“Volgens onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen vallen bij enkelvoudige ongelukken jaarlijks onder de fietsers in Nederland 50 doden; 46 duizend moeten er naar de spoedeisende hulp. Bij één op de vier ongelukken is een fietspaaltjes betrokken.”

Ook hier zoek ik weer de menselijke maat en reken alles weer om naar mijn woonplaats Emmen. Dit betekent statistisch één keer per 13 jaar een paaltjesdode, terwijl 70 fietsende Emmenaren per jaar door een fietspaaltje naar de spoedeisende hulp moeten. Ok…. misschien een beetje statistiek-van-de-kouwe-grond, maar de orde van grootte van deze paaltjesellende zal wel kloppen.

Teruggebracht naar de menselijke maat is de politieke vraag te beantwoorden: willen inwoners van Emmen een theater voor 1600 euro per gezin en … hoelang blijven die verrekte fietspaaltjes nog staan?

Einstein wijst de weg

Je kent hem wel! Die wetenschapper met zijn warrige bos grijs haar en een flinke snor: Albert Einstein. Deze grootste natuurkundige liet ons zijn Relativiteitstheorie na. Eén conclusie hierin is dat hoe groter je snelheid is, hoe langzamer de tijd gaat. Als je de snelheid van het licht zou kunnen bereiken (maar dat kan niet) dan staat volgens deze theorie de tijd zelfs stil. Omdat het licht met 300.000 kilometer per seconde (!) gaat, merken we daar in praktijk weinig van. Astronauten die op aarde terugkeren zijn door hun grote snelheid in de ruimte maar een fractie minder oud geworden dan de aardse achterblijvers.

“En jij gelooft dat?” Zeker, en het is geen geloof, maar wetenschap. Voor de relativiteitstheorie zijn veel bewijzen. Zonder deze theorie zou bijvoorbeeld het navigatiesysteem in je auto volstrekt onbruikbaar zijn. Het GPS-systeem hierin maakt gebruik van een aantal satellieten om de aarde. Deze zenden heel precies hun positie en een heel precies tijdsignaal uit. Volgens Einstein gaat door de snelheid de tijd in de satelliet langzamer dan op aarde. Dus lopen de klokken in de satelliet iets achter. Als in je navigatiesysteem het tijdsignaal daarvoor niet wordt gecorrigeerd, zou het apparaat er kilometers naast zitten. Zo zorgt Einstein ervoor dat je de weg niet kwijt raakt.

Blind of dubbelblind?

Als je ziek bent, word je meestal vanzelf weer beter: je lichaam kan zich vaak prima zelf herstellen. Sommige mensen leggen tijdens hun ziekte een ui of - bedenk eens wat -  gedroogde kamelenpoep naast hun bed. Ze geloven vervolgens door dit “middel” genezen te zijn.

Een officieel erkend geneesmiddel wordt uitgebreid getest. Geneesmiddelenfabrikanten laten een zogenoemd “dubbelblind onderzoek” uitvoeren. Patiënten worden hierbij in twee groepen verdeeld. De ene groep krijgt het te testen middel; de andere krijgt een neppil. Zowel patiënten als behandelende artsen (dubbelblind) weten niet wie de neppil krijgt en wie het te onderzoeken geneesmiddel. De artsen stellen bij elke patiënt het verloop van de ziekte en ook de bijwerkingen vast. Een derde groep onderzoekers weet precies wie wat heeft geslikt en vergelijkt de medische testresultaten. Zo bepaalt dubbelblind onderzoek niet alleen of een medicijn echt werkzaam is, maar ook wat de schadelijke bijwerkingen zijn. Zo’n onderzoek bij een officieel goedgekeurd medicijn duurt meestal meer dan tien jaar en kost vele miljoenen euro’s. Geregeld verdwijnt een middel in de prullenbak.

De genezende werking en - zelfs - de schadelijkheid van allerlei vage middeltjes van kwakzalver of homeopaat zijn meestal niet via dubbelblind onderzoek vastgesteld. Toch hebben zieken hierin merkwaardig genoeg soms een blind vertrouwen.

Kapitaalvernietiging

Een politicus in een debat op tv: “We kunnen niet meer terug, want er is al veel geld in gestoken. Stoppen betekent Kapitaalvernietiging.” Een vorige minister van defensie (Middelkoop) gebruikte dit argument om aan te geven dat onze soldaten echt niet uit Afghanistan weg konden gaan. Nu stoppen was volgens hem Kapitaalvernietiging. Zo’n argument is bedoeld om de ander de mond te snoeren, want wie wil er nu kapitaal vernietigen? Je ziet in gedachten al een kruiwagen met eurobiljetten in de brandende openhaard verdwijnen. Een onaangenaam idee.

Het argument Kapitaalvernietiging is een kulargument. Of je met iets doorgaat hangt af van wat het gaat kosten om iets af te maken en wat het waard is als het klaar is. Als iets vanaf nu meer gaat kosten dan het waard is, moet je stoppen. Ik leer dat mijn eerstejaars studenten al bij het vak projectmanagement. Soms vraag ik me bij redeneringen van sommige politici wel eens af of ze wel een opleiding hebben gehad. Ik ben daarom bang dat je het argument Kapitaalvernietiging bij het mislukken van het Atalantaproject ook nog wel eens zult horen. Je bent alvast gewaarschuwd.

En om nog even op de vorige minister van defensie terug te komen: op elkaar schieten in een oorlogsgebied dat is pas Kapitaalvernietiging!

Uitzondering bevestigt regel

Het bekende gezegde: “De uitzondering bevestigt de regel” is klinkklare onzin! Uitzonderingen verzwakken juist een regel of theorie. In de wetenschap worden theorieën opgesteld op basis van waarnemingen en proeven. Als waarnemingen kloppen met de theorie dan wordt de theorie sterker, door uitzonderingen wordt de theorie ondermijnd of zelfs verworpen. Dat is wetenschap! Natuurlijk zijn voor sommige theorieën zoveel bewijzen dat niemand meer twijfelt aan de waarheid. De theorie dat de aarde om de zon draait wordt niet gauw meer verworpen. Veel natuurwetten over elektriciteit staan als een huis: anders zou je mobiele telefoon het echt niet doen.

Omgekeerd zorgen in de politiek uitzonderingen vaak voor regels. Neem het uitzonderlijke geval dat een vader zelfmoord pleegt en zijn twee zoontjes zoek zijn. Aan de zoekacties nemen ook burgers deel. Hierdoor verlopen de zoekacties minder gecontroleerd dan zou kunnen. Al snel ontstaat de roep om landelijke regels op te stellen voor “het zoekraken van jongetjes”. Immers, veel burgers verwachten de Maakbaarheid van onze samenleving; de overheid moet alles, op elk moment onder controle hebben. De overheid reageert met het opstellen van regels hiervoor.

De genoemde uitzondering creëert dus nieuwe regels. Maar als we niet in een allesverlammende bureaucratie terecht willen komen, moeten we accepteren dat sommige dingen “gewoon gebeuren”. Want het aantal regels kan flink wat minder in Nederland!

Midlife scooter

Als mensen zo’n 80 jaar worden dan ben je bij 40 jaar op de helft. Het wordt tijd om eens na te gaan denken over je leven. Immers, je krijgt steeds meer verleden en hebt steeds minder toekomst. Bij veel mannen levert dat een stevige midlifecrisis op: er wordt jeugdig gejogd, monter gemountainbiked of zelfs manmoedig marathon gelopen. Volgens mijn deskundige buurman (psychiater) hebben “wij jongens” dat nodig. Mijn zwager kocht “voor zijn midlife” een motor: een heuse Harley Davidson. Zwetend in het leer bewijst hij geregeld zijn mannelijkheid door ronkend de Nederlandse landwegen onveilig te maken. Mijn eigen midlifecrisis bestond destijds uit een schamele scooter: een Vespa van het type “Holleeder”. Populair geworden, omdat beroepsboef Willem Holleeder zich geregeld met zo’n ding op tv liet zien

Mijn zwager raakte staand voor een stoplicht de macht over zijn Harley kwijt en kwam onder het ding terecht. Stel je voor: omstanders hebben hem er onderuit moeten halen. Kijk, dan kan je midlifecrisis beter bestaan uit een simpele scooter!

Op mooie dagen baan ik daarom - in gedachten 16 jaar - mijn weg door de huidige Emmense verkeersjungle. Als je me ziet (zwarte brommer met bijpassende zwarte kleding) zwaai dan even! Niet toeteren: onnodig toeteren levert tegenwoordig een boete van 350 (!) euro op.

Gekke kippen en Darwin

Onderzoeker Charles Darwin stelde zo’n 150 jaar geleden zijn beroemde evolutietheorie op.  Tijdens zijn vijfjarige wereldreis met het schip de Beagle bestudeerde Darwin de planten en dieren die hij tegenkwam. Hij merkte daarbij drie belangrijke zaken op. Ten eerste dat jonge dieren sterk op hun ouders lijken. Ten tweede dat kinderen van ouders onderling toch behoorlijk kunnen verschillen. Als laatste dat de natuur vijandig is en overleven moeilijk is. Op deze drie eenvoudige ideeën bouwde hij zijn evolutietheorie.

Een voorbeeld. Een giraf met per ongeluk een wat langere nek heeft in een omgeving met hoge bomen meer kans te overleven. Hij heeft dus ook meer kans op nageslacht dan een kortnek. Het jong van deze langnek lijkt op zijn ouders en heeft dus een grote kans op een langere nek. In miljoenen jaren ontstaat zo de welbekende giraf met bijbehorende lange nek. Planten en dieren die het best aan hun omgeving zijn aangepast overleven: de rest sterft uit. Dit miljoenen jaren durende proces noemde Darwin “natuurlijke selectie”.

Naast natuurlijke selectie, is er ook “menselijke selectie”: we noemen dat fokken. Succesvol fokten we koeien die twee volle emmers melk per dag geven. En… meer bizar: we kregen een kip zo gek dagelijks een onbevrucht ei te leggen!

Mazelen en geloof

In een lint van zwaar christelijke dorpen van Staphorst tot Zeeland – de Bijbelbelt genoemd – heerst momenteel een uitbraak van de mazelen. Deze besmettelijke en gevaarlijke ziekte wordt veroorzaakt door virussen. Virussen bestaan uit een uitermate klein klompje erfelijk materiaal (DNA). Deze “achterbakse wezentje” laten zich - heel geniepig - door onze eigen lichaamscellen voortplanten: zelf kunnen ze dat niet. De mazelen kun je daarom niet bestrijden met geneesmiddelen zoals antibiotica: deze werken alleen tegen infectieziektes door de veel grotere bacteriën.

Je kunt virusziekten zoals mazelen wel voorkómen. Jonge kinderen worden daartoe ingeënt (ingespoten) met een verzwakt virus. Hun lichaam kan dit verzwakte virus vernietigen en zo wordt hun afweersysteem “getraind” om dit type virus te bestrijden, ook bij een toekomstige echte besmetting.

Mazelen (en veel andere virusziekten) kun je dus voorkomen door in te enten. Maar ja, dan moet je dat wel doen! Op de Bijbelbelt laten streng gelovigen in naam van de Heer hun kind niet inenten. Sommige aanhangers van de antroposofie (met kinderen vaak op de Vrije School), laten hun kinderen ook niet inenten. Volgens sommige van hen is het zinvol voor de ontwikkeling van het kind om kinderziekten door te maken.

Zo’n 1 op de 1000 besmette kinderen overlijdt aan de mazelen. Je moet wat voor je geloof of levensovertuiging over hebben, nietwaar?

In de zon uit de zon

In deze tijd van het jaar zie je de zon geregeld. Als er dan een zwoel zomers buitje valt zie je - met de zon in je rug - een kleurige regenboog. Regendruppels splitsen het witte zonlicht in de schitterende regenboogkleuren, lopend van rood tot violet.

De regenboog bevat ook stralen die onzichtbaar zijn voor onze ogen. Naast het rood van de regenboog bevindt zich het infrarood: dit is onzichtbare warmtestraling. Aan de andere kant - naast het violet - zit de onzichtbare ultraviolette straling (UV). Als deze agressieve en gevaarlijke straling je huid treft, verbrandt je huid en wordt nadien een (min-of-meer) beschermend donker pigment aangemaakt: je wordt bruin. Omdat in Afrika veel zon is, hebben bruine mensen daar gedurende duizenden generaties meer kans tot overleven gehad. Daarom is de Afrikaner bruin tot zwart. 

Veel mensen vinden een bruine tint mooi. Blootstelling aan Uv-straling (dus zonnestraling) kan echter het DNA in de huidcellen zodanig beschadigen dat de huid sneller veroudert en zelfs huidkanker optreedt. In de zon moet je je daarom insmeren met een zonnebrandcrème. Een beschermingsfactor van 30 betekent dat je in principe 30 keer zo lang in de zon zou moeten kunnen zitten als zonder gebruik van de crème. Persoonlijk kruip ik toch liever onder een boom (met een biertje!) dan met plakkerig, naar zeep smakende glibberigheid op mijn huid rond te lopen.

Valse geschiedenis

Als kind zat ik in Emmermeer op een protestantse lagere school. Het belangrijkste onderdeel van het vak Geschiedenis was de 80-jarige oorlog: één van de vele godsdienstoorlogen. Ons grondgebied hoorde destijds bij het katholieke Spaanse rijk. Onze schoolmeester vertelde smakelijke verhalen over dappere protestanten die vochten tegen de legers van de Spaanse koning. Gelukkig was daar “onze” Willem van Oranje die korte metten maakte met de katholieke overheerser. Door de levendige lessen van onze Meester hadden wij “protestantse” kinderen collectief een hekel aan katholieke leeftijdgenoten.

Later – toen ik groot was – begreep ik dat geschiedenis gekleurd is en vervalst wordt. Immers, in de ogen van de Spanjaarden was vrijheidsstrijder Willem van Oranje een ordinaire terrorist. Samen met de terreurgroep der Watergeuzen pikte hij Spaans grondgebied. Wat de ene partij een terrorist noemt, is bij de ander een vrijheidsstrijder. Het is maar net waar je wieg staat! Zo was onze volksheld Piet Hein (zijn naam is klein) in feite een ordinaire zeerover die een schip met zilver jatte.

Nederland overheerste eeuwenlang Nederlands Indië, het huidige Indonesië. Toen na de Tweede Wereldoorlog lokale terroristen (lees: vrijheidsstrijders) “ons” er uit gooiden, noemden we dit geen oorlog, maar een Politionele actie. Oorlog of Politionele actie: het is maar net waar je wieg staat!

Mijn protestantse opvoeding heeft overigens flink gefaald: ik vind katholieken inmiddels prima; ook ben ik een keurige, ongelovige volwassene geworden.

Geboren uit sterrenstof

Ons heelal ontstond 13.6 miljard jaar geleden met een grote klap. Dit wordt ook wel “Oerknal” of “Big Bang” genoemd.

Na de Big Bang bestonden er aanvankelijk in het heelal slechts kleine atomen zoals waterstof- en helium. Zwaartekracht zorgde ervoor dat de verspreide atomen “samenklonterden” tot superhete sterren. Bij deze hoge temperatuur smelten de aanwezige kleine atomen samen en vormen grotere atomen zoals koolstof, zuurstof en ijzer. Deze samensmelting noemt men kernfusie. Hierbij komt gigantisch veel energie vrij: de ster is “ontstoken en gaat licht geven. Onze eigen ster – de zon - straalt door kernfusie-energie al meer dan vier miljard jaar licht om zich heen. De zon is nu ongeveer op de helft van haar bestaan.

Sommige “opgebrande” sterren komen met een enorme explosie aan hun eind.  Ze blazen daarbij de door fusie gevormde, grotere atomen om zich heen de ruimte in. Vrijwel alle materie op aarde is afkomstig van de resten van in het verleden ontplofte sterren. Stoffen als koolstof, zuurstof en ijzer in je lichaam zijn dus gevormd in een - niet meer bestaande - ster.

Poëtisch kun je zeggen dat alles op aarde ontstaan is uit “sterrenstof”. Tegenwoordig proberen sommige mensen de status van ster opnieuw te bereiken… en doen mee aan tv-programma’s als The Voice of Holland.

Zondag  begint de herfst

De aarde draait in precies 24 uur – een etmaal - om de denkbeeldige aardas die door de Noord- en Zuidpool gaat. Wijst jouw plek op aarde naar de zon, dan is het bij jou dag. Voor mensen aan de andere kant van de aarde is het op dat moment nacht.

Verder draait de aarde in een jaar om onze ster, de zon. Doordat de aardas scheef staat ten opzichte van dit jaarlijkse rondje om de zon, beschijnt de zon in juni meer de “bovenkant” van de aarde ofwel de Noordkant (waar Nederland ligt). Een half jaar later in december schijnt de zon meer op de “onderkant”. Daarom is het bij ons in juni warm met lange dagen, terwijl het in december koud is en vroeg donker. Op het Zuidelijk halfrond is het omgekeerd: in juni is het koud en in december warm.

Tussen zomer en winter in - op zondag 22 september – staat de zon precies boven de evenaar en zijn dag en nacht overal op aarde even lang. Op 22 september begint bij ons de astronomische (sterrenkundige) herfst; op het zuidelijk halfrond begint dan de lente. Bij ons worden de dagen nu snel korter: per dag gaan er 4 minuten af. Weerkundigen laten de meteorologische herfst trouwens al eerder beginnen, namelijk op 1 september. Maar dat had je aan de buien van de laatste tijd al gemerkt. En aan de pepernoten: die liggen al weer volop in de winkel!

Land zonder logica

Ik ken een land dat zichzelf ziet als toppunt van democratie en als leider van de beschaafde wereld. Dit land stelt zich boven het internationale recht en de Verenigde Naties. Zo mag het zelf wel chemische wapens en kernwapens bezitten, maar anderen niet. 

Ik ken een land dat politieke tegenstanders bestempelt als terroristen die je zonder proces mag opsluiten, mag martelen of met onbemande vliegtuigjes mag doden.

Ik ken een land dat de Taliban – toen nog vijand van de Russen – aan wapens hielp. Dit land bestrijdt nu diezelfde terroristische Taliban en wordt beschoten met eigen wapens.

Ik ken een land dat een oorlog begon met Irak vanwege massavernietigingswapens die nooit zijn gevonden.

Ik ken een land met vrijheid als hoogste goed waar 750 op de 100.000  burgers in de gevangenis zitten. Dus 750 (!) gevangenen in een gemeente als Emmen. In ditzelfde land zitten meer dan 3000 mensen in een dodencel; de burgers van dit land bezitten massaal wapens om zich tegen elkaar te beschermen. 

Ik ken een land dat met Russen en anderen in de 2e wereldoorlog de wereld heeft bevrijd. Daarom moeten haar bondgenoten maar accepteren dat het land ter bescherming van de “vrije wereld” op enorme schaal telefoons afluistert en e-mails onderschept.

Ik ken een land waar logica ver is te zoeken.

PS. De naam van dit land is bij de redactie bekend.

Ik ben geen econoom

Ik ben geen econoom. Daar ben ik blij om, want maar weinig economen hebben de huidige crisis zien aankomen. Of economie een echte wetenschap is, betwijfel ik daarom sterk. Een succesvolle wetenschap - zoals natuurkunde - stelt theorieën op waarmee je voorspellingen kunt doen. Een econoom kan meestal slechts achteraf “voorspellen” waarom iets gebeurd is. Het volgende is daarom gebaseerd op eigen “boerenverstand”.

De overheid zou om de economie te stimuleren in deze slechte tijden flink geld moeten uitgeven. Maar dat kan alleen als de overheid geld overhoudt op het moment dat het economisch goed gaat. En dat gebeurt niet, want politici geven dan graag cadeautjes aan hun kiezers. Ook in goede tijden geeft de overheid meer geld uit dan er binnenkomt.

Ten gevolge van dit gat in de hand, is de staatschuld nu ruim 27.000 euro per Nederlander. Voor een doorsneegezin van vier bedraagt de staatsschuld dus zo’n 100.000 euro. Omdat de rente op staatsschuld historisch laag is, betalen we per persoon daar momenteel weinig rente voor. Als de rente echter oploopt naar 5% rente, dan gaat die rente voor ons doorsneegezinnetje 400 euro (!) per maand kosten. En dan hebben we nog niets afgelost! Om onze toenemende staatsschuld te kunnen blijven betalen, moet de economie jaarlijks groeien. Misschien moeten politici er maar aan wennen dat dat niet vanzelfsprekend is.

Wintertijd

Wintertijd: het lijkt nog maar pas geleden dat ik in deze column over de zomertijd schreef. Mijn grootvader zei altijd al: “De tijd gaat snel, gebruikt hem wel!” Maar gelukkig hebben we komend weekend een uur extra, want in de nacht van zaterdag op zondag begint de wintertijd. 

Misschien heb je het al gemerkt, maar het blijft momenteel ‘s morgens wel erg lang donker. Daarom wordt onze zomertijd weer teruggezet naar wintertijd. Gevolg is dat we ‘s morgens een uurtje eerder licht hebben. Nadeel is dat het ’s avonds een uur eerder donker is, maar dat is met Sint Maarten voor de deur wel prettig.

Het ezelsbruggetje: "In het Voorjaar moet de klok een uur Vooruit  worden gezet" werkt ’s winters net andersom. Om 3.00 uur zondagochtend moet je de klok dus terugzetten op 2.00 uur. Hierdoor duurt het komende weekend een uur langer. Want als je de klok een uur terugzet kun je nog een keer genieten van datzelfde uur.

Een automatische klok zet zichzelf op tijd. Je kunt er bij gaan zitten wachten: bij een klok met wijzers is dit best spectaculair. De klok moet een uur terug, maar de meeste klokken kunnen dit niet en gaan met flinke snelheid elf rondjes vooruit; als de batterijen het niet begeven tenminste.

Aaibaarheid

Ik zag onlangs een tv-reclame voor donaties aan het zeehondencentrum in Pieterburen. De zeehonden op de Waddenzee zijn momenteel weer volop zielig. Het dier mag van geluk blaffen: hij heeft een mooie vacht en … vooral grote en droevige ogen! Zet een mooi muziekje van Queen onder de reclame en het geld stroomt binnen. Zeehondenbeschermster Lenie ’t Hart zorgt inmiddels zo goed voor deze troetels, dat er bijna sprake is van een zeehondenplaag in de Waddenzee. Dat dit uitermate “aaibare” beest in zijn leven honderden vissen verorbert is niet erg, want zoals je weet is de “aaibaarheidsfactor“ van een vis bijzonder laag. Wij mensen zijn vooral verzot op poezelige beesten, zoals kittens, hondenpuppy’s en …. jonge zeehonden.

Onlangs had ik een mol in mijn nieuw aangeplante gazon. Het beest woelde bij zijn enthousiaste zoektocht naar wormen mijn verse grasmat volledig om: één bultige ravage. Ik schakelde Roelof de Mollenvanger uit Schoonebeek in. Hij wist de mol met militaire precisie in no-time te vangen. Toen hij het dier uit de klem haalde, merkte ik tot mij eigen afgrijzen dat de aaibaarheid van een mol best groot is. Veel groter dan die van een worm.

Moet ik dan toch maar doneren aan de zeehondjes? Of kies ik toch voor Roelof de Mollenvanger?

Aardbevingen

Een aardbeving in Japan, een tsunami in Azië, een vulkaanuitbarsting op IJsland en een geiser in Yellowstone park. Wat hebben deze brute aardverschijnselen met elkaar gemeen?

Wel, ze zijn allemaal het gevolg van bewegingen van de aardkorst. Het binnenste van de aarde is zeer heet en bestaat uit gesmolten gesteente (magma). Hetzelfde gloeiende spul dat als lava bij een vulkaanuitbarsting naar buiten stroomt. Op dit onderaardse vloeibare magma “drijven” de werelddelen als grote, vaste aardschollen. Wetenschappers kunnen tegenwoordig zelfs meten dat Europa en Amerika per jaar enkele centimeters uit elkaar drijven. Op andere plaatsten botsen aardschollen juist tegen elkaar en ontstaan bergen. Het Himalayagebergte wordt nog elk jaar een centimeter hoger.

Bergen slijten door weer en wind. Het daarbij gevormde zand en slib komt via rivieren uiteindelijk in zee terecht. Bergen worden daardoor steeds vlakker en in miljoenen jaren verdwijnt al het land in zee en staat de aarde onder water.

Maar je weet: de aarde staat niet blank! Gelukkig wordt door de genoemde botsende aardschollen voortdurend weer nieuw gebergte en land gevormd! Helaas zijn aardbevingen een bijkomend gevolg.

Dit verhaal biedt geen troost aan onze Groningse vrienden: hun aardbevingen worden veroorzaakt door het verzakken van de bodem door aardgaswinning.

Banaan in je oor

Eén van de mooiste gesprekken tussen Bert en Ernie uit Sesamstraat gaat als volgt. “Ernie, waarom heb jij een banaan in je oor?” Zijn vriendje: “Dat is om de krokodillen weg te jagen, Bert!” Deze bromt: “Maar er zijn hier toch geen krokodillen, Ernie?” Het geniale antwoord van Ernie: “Zie je wel dat het werkt, Bert!”. Briljant! Houd deze logica even vast.

Onze veiligheidsdiensten draaien overuren om ons te beschermen tegen terrorisme. Onze telefoons worden afgeluisterd, onze email wordt onderschept en Facebook wordt gescreend. Amerikaanse veiligheidsdiensten gaan nog veel verder: zij houden zelfs op basis van mobiele telefoongegevens precies bij waar je bent geweest en …. dus bij welke vermeende terrorist je in de buurt was. In naam van veiligheid nemen overheden maatregelen en verdwijnt onze privacy in rap tempo. Inmiddels zijn we allemaal verdachten van terrorisme. Politici laten dit alles maar begaan, want je kunt toch moeilijk tegen veiligheid zijn?

Ik ben misschien naïef. Waarom wordt onze privacy door onze overheid met voeten getreden? Er is toch helemaal geen terrorisme in Nederland? Minister van Veiligheid Ivo Opstelten (ooit burgermeester van Dalen) bromt als antwoord: “Dat er geen terrorisme is, komt door de veiligheidsmaatregelen van de regering.”

Zou Ivo Opstelten – net als Ernie - ook een banaan in zijn oor hebben?

Gezellig kaarslicht

In deze donkere dagen rondom kerst branden we graag een kaars. Een kaars bestaat uit brandbaar paraffine of stearine met daar binnenin een pit van katoen.

Door de hoge temperatuur van een brandende kaars smelt het kaarsvet. De katoenen pit zuigt het gesmolten vet op en vlak bij de vlam verdampt het. Bij deze hoge temperatuur reageert de damp met zuurstof uit de lucht. Door de gloeiende gassen zien we het licht! Om de verbranding op gang te helpen moet je een kaars eerst aansteken.

Bij het uitblazen breng je de temperatuur van de vlam omlaag, zodat de verbranding stopt en de kaars uit gaat. Omdat de verdamping van het kaarsvet nog even door gaat, ruik je een stinkende kwalm (mooi woord, hè!). Je kunt een kaars daarom beter uitmaken door de pit even onder te dompelen in zijn eigen gesmolten vet. Het vuur dooft doordat je het zuurstof wegneemt, maar je stopt zo ook de verdamping van het kaarsvet. Resultaat: geen kwalm. Wel zo prettig!

Een scheikundedocent kan zeker een uur les geven over dit onderwerp. Ik moet het helaas doen met 200 woorden. Ik wens je prettige feestdagen en …. kijk eens met een onderzoekende blik naar de kaars in je kerststukje.

Mali op de blinde kaart

Kun jij het land Afghanistan op een blinde kaart aanwijzen? Jij ook niet? En het Afrikaanse land Mali? In Afghanistan hebben Nederlandse militairen zeven jaar aan een “opbouwmissie” meegedaan. Resultaat: ruim 20 doden en teruggekeerde getraumatiseerde jonge militairen. En deze week stuurt Nederland militairen naar het Afrikaanse Mali. Wij zijn militair aanwezig in landen die de gemiddelde Nederlander niet op de kaart kan aanwijzen!

Ik hoop dat onze militairen de taal Bambara of Frans op de Havo hebben gehad, want onze defensieminister zegt dat de Malinese missie bedoeld is om informatie te verzamelen. En natuurlijk ook om te voorkomen dat islamitische terroristen onze kant op komen. Want Mali is een broeinest van deze lieden. Daarom sturen we wel 380 militairen naar een land dat 33 (!) keer zo groot is als Nederland!

Of ik ook al verstand heb van Afrika? Nee, maar volgens mij geldt dat voor iedereen. De rechte grenzen van Mali zijn destijds door de Franse overheerser met potlood en liniaal op de kaart getrokken; zonder rekening te houden met de vele bevolkingsgroepen en stammen. De Fransen snapten het land ook niet. Ik snap tenminste dat we het niet snappen: en daarom moeten we dit soort dingen niet doen.

Overigens kunnen die terroristen in Mali ons land ook niet op de kaart vinden. Nog niet, tenminste!

Een mens loopt op kernenergie

Een mens krijgt energie door het eten van planten zoals aardappelen, sla en graan. Verder eten we vlees van dieren die op hun beurt ook weer planten eten: een koe eet gras en een kip eet plantenzaden. Al ons voedsel - en daarmee al onze energie - is dus direct of indirect afkomstig van planten. Deze planten groeien dankzij water uit de bodem en koolzuurgas uit de lucht. Maar om te kunnen groeien heeft een plant uiteraard ook energie nodig. De energiebron die de plant gebruikt, is het licht van de zon. Doordat onze voeding afkomstig is van planten “lopen” wij mensen dus indirect op zonne-energie. En… we zijn nog niet aan het eind van deze keten, want deze zonne-energie ontstaat door kernfusie in het binnenste van onze zeer hete zon. Dus zonne-energie is eigenlijk afkomstig van kernenergie. Kort samengevat: mens eet koe, koe eet plant, plant groeit dankzij zonlicht, zonne-energie is kernenergie. En ziehier de titel van deze column: een mens loopt op kernenergie. 

En… het gaat nog verder! Wind ontstaat door temperatuurverschillen op aarde. Die verschillen ontstaan dankzij de zon: dus windenergie is ook kernenergie. De energiebronnen aardgas, steenkool en aardolie zijn ontstaan uit afgestorven planten en dieren. Via zonlicht dat die deze bij leven opnamen is dit indirect ook kernenergie. Concluderend kun je stellen: alle energie is uiteindelijk afkomstig van kernenergie. En dan te bedenken dat sommige mensen tegen kernenergie zijn…

Petrus of Mohammed?

Stel: twee mensen zijn het volstrekt met elkaar oneens. De één beweert dat een voorwerp zwart is en de ander dat het wit is. Ze zeggen allebei absoluut gelijk te hebben. Omdat ze beide iets anders beweren, zijn er de volgens de logica de volgende drie mogelijkheden: de één heeft gelijk, de ander heeft gelijk of geen van beide heeft gelijk. Maar ze hebben niet allebei gelijk. Dat is logisch, nietwaar?

Er zijn tientallen godsdiensten in de wereld. Er zijn grofweg twee miljard Christenen, 1.5 miljard Islamieten en één miljard Hindoes. Deze wereldgodsdiensten kennen verschillende "dialecten". Het Christendom heeft stromingen zoals ‘Katholiek’, Gereformeerd, Hervormd, Christelijk Gereformeerd en de Amerikaanse Amish. De Islam kent onder meer de Soennieten en de Sjiieten. Deze stromingen beweren vrijwel allemaal de ware godsdienst te zijn met het bijbehorende absolute gelijk. Volgens mijn eerdere redenering kan maar maximaal één van deze geloven gelijk hebben. Dat betekent dat de rest van de religies (of alle) er naast zit en niet het ware geloof heeft.

Vrijwel elke godsdienst kent de belofte van een leven ná de dood. Hiervoor worden termen gebruikt als Hiernamaals, Hemel of Walhalla. Een overleden Katholiek zal Petrus bij de hemelpoort verwachten die hem welwillend binnenlaat. Maar als onze Katholieke vriend op het verkeerde geloof heeft gewed, staat daar de profeet Mohammed die hem de hemelse toegang weigert. Of er staat niemand, omdat er geen hemel is...

Slecht gevoel voor statistiek

Wist je dat vliegen per kilometer veel veiliger is dan autorijden? Of dat de kans dat je in het verkeer wordt gedood veel groter is dan dat je wordt vermoord. Of dat de kans dat je zelfmoord pleegt zo’n 10x groter is dan dat je vermoord wordt? En wist je dat jongeren veel meer kans lopen thuis door een familielid in elkaar te worden geslagen dan op straat tijdens een avondje stappen? Wist je dat een boer meer kans op lichamelijk letsel heeft dan een politieagent in een grote stad? Hoe staat het met jouw gevoel voor statistiek?

De media spelen bij dit gevoel een grote rol. Media berichten vooral over uitzonderlijke zaken, zoals een vermoorde politicus of een neerstortend vliegtuig. De vele tv-zenders storten allerlei ellende over ons heen. En wij beginnen langzamerhand te denken dat wat nieuws is, ook regel is. Terwijl de samenleving steeds veiliger wordt, voelen velen zich door deze nieuwsberichten onveilig op straat of in een vliegtuig. En dat terwijl criminaliteit volgens statistieken al jaren daalt en per vliegtuig naar Barcelona echt veel veiliger is dan per auto. Alleen de vele verkeersdoden (650 per jaar) hebben nou eenmaal minder nieuwswaarde dan een neerstortend vliegtuig. En door het gebrek aan gevoel voor statistiek wanen velen zich ten onrechte veiliger in een auto dan in een vliegtuig en … doen ze massaal mee aan loterijen.

Hoezo, democratie?

Gemeenteraadsverkiezingen gaan om macht: wie krijgt het in Emmen voor het zeggen? Wie krijgt macht over de begroting van bijna een half miljard (!) en wie wordt straks verantwoordelijk voor de verliezen op het Atalantaproject? Binnenkort mag u de gemeenteraad weer kiezen: dat is uw democratisch recht. Maar hoe democratisch zijn we eigenlijk?

Even een slordig sommetje. Stel dat uw partij net de meerderheid in de raad heeft en binnen de gemeenteraadsfractie van deze partij net iets meer dan de helft van de leden ergens vóór is. Dan stemt de gehele fractie vóór. Dat heet fractiediscipline. De ‘meerderheidsbeslissing’ wordt dan feitelijk genomen door net iets meer dan een kwart van de gemeenteraadsleden. Of zelfs minder als een wethouder van uw partij zijn macht gebruikt. Als u daarbij bedenkt dat maar de helft van de burgers van Emmen gaat stemmen, dan is de democratie ver te zoeken. Zo is de meerderheid van de Emmense burgers tegen het Atalantaproject, terwijl de politiek dit project gewoon doorgedrukt heeft. Hoezo, democratie?

En dan de gemeenteraadsleden. Als politieke partij is het lastig deskundige gemeenteraadsleden te werven. Want waarom zou iemand in de gemeenteraad willen? Uit betrokkenheid of uit idealisme? Of uit hobby of ijdelheid? Misschien voor het geld? Een Emmer gemeenteraadslid krijgt maandelijks een slordige 1500 euro.

En dan nog het ergste! De kiezer, u en ik. Voor veel kiezers zijn verkiezingen een soort populariteitsmeting. Welke politicus heeft het leukste koppie, de mooiste stropdas, de beste religie of het meest hekel aan buitenlanders? Wie heeft de beste oneliners (spreek uit ‘wanlainers’), doet de mooiste beloftes, woont het dichtst in de buurt of speelt het slimst in op onderbuikgevoelens? De kiezer heeft altijd gelijk, zegt men. Wat een onzin! U weet wel beter, maar ….. zullen we toch maar gewoon weer gaan stemmen?

Tweemaal zo warm?

De weerman op tv: “Vandaag wordt het 10 °Celsius, terwijl het gisteren slechts 5 °Celsius was. Het wordt vandaag dus tweemaal zo warm als gisteren”. Maar, klopt dit wel? Is 10 °Celsius twee keer zo warm als 5 °Celsius? En is 5 °Celsius vijf keer zo warm als 1 °Celsius? En hoeveel keer warmer is 10 °Celsius graden dan 0 °Celsius? Onze weerman blundert.

Omdat water de belangrijkste vloeistof op aarde is, heeft de Zweedse wetenschapper Celsius een paar eeuw geleden zijn thermometerschaal zo gekozen dat water kookt bij 100 graden en bevriest bij 0 graden. En bij vorst is de temperatuur negatief. De laagste buitentemperatuur ooit gemeten (op de Zuidpool) is min 93 graden.

Maar wat is temperatuur eigenlijk? Je moet dan weten dat alle materie uit zeer kleine moleculen bestaat. Hoe sneller moleculen bewegen, hoe hoger de temperatuur. Omgekeerd: hoe langzamer de moleculen, hoe kouder. De allerlaagste temperatuur is 273 graden onder nul: dan staan alle moleculen stil. Deze temperatuur is het ‘absolute nulpunt’ en noemt men nul Kelvin. En nu geldt dat 10 graden boven het absolute nulpunt wel tweemaal zo warm is als 5 graden erboven. Op deze Kelvinschaal had onze tv‑weerman dus wel gelijk gehad; maar dan had hij het - stijf bevroren - niet kunnen zeggen.

Subsidieverslaving

Sommige Emmense politieke partijen lijken verslaafd aan subsidies voor grote projecten, want “dat is goed voor de werkgelegenheid”.  Helaas vergeet men dat een flink deel van de kosten door de gemeente zelf moet worden betaald. Misschien moeten dit soort subsidies maar stoppen: daar komen alleen maar ongelukken van.  Door subsidies voeren gemeentes projecten uit die ze anders nooit zouden uitvoeren. Zonder subsidie was vijftien jaar geleden de inmiddels weer afgebroken Traverse van 15 miljoen euro er nooit gekomen. Zonder Europese subsidie was het leegstaande industrieterrein naast de Gamma nooit aangelegd. Zonder overheidssubsidies was het Atalantaproject nooit gestart.

Door zich af te zetten tegen die geldverslindende subsidieprojecten heeft Wakker Emmen een monsterzege behaald bij de gemeenteverkiezingen. Let wel: ik gun deze politieke partij haar succes, maar deze enorme winst lijkt een ramp. Immers, Wakker Emmen wordt met 40% van de stemmen in hoge mate “de baas” over het gemeentebudget van zo’n 500 miljoen euro per jaar. Aangezien de contracten al getekend zijn, moeten straks wethouders van deze partij – of ze willen of niet – meewerken aan het Atalantaproject! En besturen van een gemeente is heel wat anders dan vanaf de zijlijn wat roepen. Daarom ben ik als burger ongerust over de kwaliteit van het toekomstige gemeentebestuur. Ik had niet gedacht dit ooit te zeggen, maar “gelukkig hebben we de ambtenaren nog….”

De angst regeert

Als je bij een specialist in het ziekenhuis komt, zie je vooral zijn rug.  Hij is druk met het beschrijven van je ziektebeeld in de computer. Dat moet van de zorgverzekeraar, de inspectie en de ziekenhuisdirectie. Want als er iets mis gaat dan moet de arts kunnen bewijzen dat hij geen fout heeft gemaakt.

Jaren geleden kreeg de politie extra geld voor meer “blauw op straat”. Gevolg: meer agenten achter de computer. Want als er iets mis gaat dan moet de politie kunnen bewijzen dat ze geen fout heeft gemaakt. Op de basisschool schrijft de juf (of meester) lange verslagen over leerlingen. Want als er iets mis gaat dan moet ze kunnen bewijzen dat ze geen fout heeft gemaakt.

Artsen, agenten, onderwijzers, maar ook ambtenaren en zorgverleners zijn tegenwoordig steeds meer bezig met registreren, in plaats van te doen waar ze echt voor zijn. Burgers verwachten een maakbare samenleving en als er iets mis gaat …. dan weet de pers je te vinden, krijg je tientallen tv-zenders over je heen en ga je aan de schandpaal van de media.

Daarom zijn mensen bang om fouten te maken en daardoor hebben we met elkaar een enorme bureaucratie opgetuigd. Met regeltjes, procedures en protocollen: we moeten bewijzen dat we “kwaliteit” leveren. Als je alles maar goed hebt opgeschreven, dan kan jou niets worden verweten. De angst regeert in bureaucratisch Nederland.

Kleurige wereld

Wat is kleur eigenlijk? Voor een antwoord hierop moet je weten dat zonlicht bestaat uit verschillende kleuren. Als wit zonlicht op de waterdruppels van een regenbui valt, worden de kleuren verschillend verstrooid en zie je de bekende regenboog.

Waarom is een brandweerauto rood? Dat komt omdat alle kleuren van het witte zonlicht - behalve rood - door de rode verf van de auto worden geabsorbeerd (opgenomen). Door het teruggekaatste rode licht zie een rode auto.

Zwarte kleur absorbeert alle kleuren van het zonlicht. Het opgenomen zonlicht maakt zwarte kleding warm. Witte kleding daarentegen kaatst alle kleuren terug en is daardoor ’s zomers in de zon juist prettig koel.

Als een kliederende kleuter verschillende kleuren vingerverf mengt, krijg je een onbestemd donkergrijs mengsel. Omdat elke kleur weer ander licht absorbeert, verdwijnt alle kleur en wordt het mengsel steeds donkerder.

Bij een tv-scherm werkt het andersom. Op het beeldscherm zitten piepkleine lampjes met de kleuren rood, groen en blauw. Als alle lampjes uit zijn, is het scherm zwart. Hoe meer lampjes je aanzet, hoe lichter het wordt. Door de drie kleuren lampjes op verschillend sterkte te laten branden, kan je tv alle kleuren produceren. Als de rode, groene en blauwe lampjes in de juiste verhouding branden, zie je wit licht … een omgekeerde regenboog.

Wantrouwen

Dan sta ik voor de spiegel om me te scheren, is het scheermesje alweer stomp! Volgens mij had ik het nog nauwelijks gebruikt! Zo’n ding wordt al stomp als je er naar kijkt. Dat zou in deze moderne tijd van smartphones toch niet nodig moeten zijn!

Een slechte gedachte komt in me op…. zouden scheermesjesfabrikanten hun peperdure mesjes expres zo snel stomp laten worden? Ik heb wel eens vaker van die wantrouwende gedachten. Want heeft een koekenpanfabrikant er geen belang bij dat die anti-aanbaklaag binnen een jaar alweer los laat? En is het voor een lampenfabrikant niet prettig dat zijn gloeilampen snel doorbranden? En is het voor een ziekenhuisarts niet gunstig je over een half jaar al weer terug te laten komen?

En dan die virussen op je computer. Wie maakt die dingen eigenlijk? Verdienen ontwikkelaars van antivirussoftware niet het meest aan deze virussen? En inbraken op industrieterreinen: hebben beveiligingsbedrijven daar niet het meeste belang bij? Op tv zie je voortdurend reclame van bedrijven die kapotte autoruiten repareren. Hoe komen die stenen waardoor je autoruit sneuvelt eigenlijk op de weg?

Zouden hier ondernemers bezig zijn eigenhandig hun markt te vergroten? Als positief denkend mens, wil ik dit eigenlijk niet geloven, maar je weet het niet …. of wel?

Antibiotica

Tijdens onderzoek naar bacteriën kreeg wetenschapper Alexander Fleming in 1927 last van een schimmel op zijn bacteriekweek. De proef leek bedorven, maar gelukkig keek de onderzoeker verder. Rondom de schimmel waren al zijn gekweekte bacteriën verdwenen. De schimmel van het geslacht Penicillium bleek in staat een stof af te scheiden waardoor bacteriën dood gingen. Fleming noemde deze stof 'Penicilline'.

Jaren later wisten wetenschappers deze penicilline in grotere hoeveelheid te maken en te zuiveren. Na uitgebreid testen kon men penicilline gebruiken als geneesmiddel tegen bacterie-infecties, zoals longontsteking, oorontsteking, hersenvliesontsteking en blaasontsteking. Na de ontdekking van penicilline werden nog andere antibiotica ontwikkeld. Miljoenen mensen met bacteriële ziektes danken hun leven aan deze middelen.

Helaas kunnen bacteriën ongevoelig (resistent) raken voor antibiotica. Daarom moet je een antibioticakuur altijd helemaal afmaken: tot en met de dood van de laatste bacterie! Anders kunnen de bacteriën die het best tegen het middel bestand zijn zich alsnog vermenigvuldigen. Erger nog, ze kunnen uiteindelijk een bacteriestam vormen die volledig ongevoelig is voor het gebruikte antibioticum.

Om ziektes bij dieren te voorkomen, worden door veeteelt en pluimveehouderij uit voorzorg in ruime mate antibiotica door het voer gemengd. Crimineel: dit zorgt ervoor dat gehele bacteriestammen resistent raken tegen antibiotica. Er zijn inmiddels ziekteverwekkende bacteriestammen ontstaan waar geen enkel antibioticum meer tegen helpt. Zeer ernstig en levensgevaarlijk!

Volgende maand wordt door minister Schippers een internationale conferentie over dit onderwerp georganiseerd.

Zesjesmentaliteit

Een belangrijke dag vandaag voor eindexamenleerlingen: velen van hen krijgen uitslag van hun examen. Sommigen zakken helaas of hebben een “her”. Anderen slagen met ruime cijfers of halen hun diploma met de hakken over de sloot. Van “de Nederlandse leerling” wordt vaak gezegd dat hij een zesjesmentaliteit heeft. Aan wie ligt dat eigenlijk?

Neem bijvoorbeeld een docent Frans. Deze kan voor 3 fouten op een proefwerk 1 punt aftrekken en een leerling het cijfer 9 geven, maar zijn zuinige collega kan voor 3 fouten ook 3 punten aftrekken en slechts een 7 geven. En wat is nu het geval? Veel docenten kiezen het aantal-fouten-per-punt zodanig dat het gemiddelde van de klas ergens tussen de zes en zeven ligt.

Iets dergelijks geldt voor landelijke eindexamens. Pas nádat een examenvak is nagekeken stelt het CITO (die de examens maakt) vast hoe “streng” het eindcijfer wordt berekend. Ook het CITO zorgt ervoor dat er voor een vak gemiddeld weer een zes à zeven uitrolt. Stel nu dat alle Nederlandse leerlingen ineens hun stinkende best gaan doen, dan zal dit mechanisme er voor zorgen dat deze uitstekende resultaten door het CITO gemiddeld toch weer op diezelfde zes à zeven uitkomen. De Nederlandse leerling heeft dus geen zesjesmentaliteit, maar veel meer onze docent Frans en het CITO. Zij draaien net zo lang aan de knoppen tot er weer die zes à zeven uitrolt.

Vertrouwen in medemens

Het was vlak bij Amsterdam. Ik stond in de rij voor de kassa van de benzinepomp aan de snelweg. Voor mij was een man in hevige discussie met de caissière. Zijn betaalkaart was stuk en hij had geen geld bij zich. "Kunt u niet iemand het geld even laten brengen?" De man antwoordde: "Maar mevrouw, ik woon helemaal in Emmen! Dat is hier 200 kilometer vandaan." Als Emmenaar spitste ik mijn oren. Hé, een dorpsgenoot. Dat schept een band. Ik vroeg hem waar hij woonde in Emmen. "In de wijk de Rietlanden" antwoordde hij. "Maar dan zijn we bijna buren!”, riep ik enthousiast. “Je kunt wel geld van mij lenen." Ik gaf de dolblije man 50 euro plus mijn adres en gironummer, zodat hij het geleende bedrag terug kon storten.

Het is nu jaren later….. ik heb het geld nooit terug gezien. In mijn enthousiaste naastenliefde (dat kan ook als je ongelovig bent) heb ik verzuimd het adres van de man te vragen. Misschien dat je me te goed van vertrouwen vindt, maar ik zou het vandaag zo weer doen. Wellicht ben ik naïef, maar ik vertrouw de meeste medemensen. En voor 50 euro laat ik me dat niet afnemen….

Als jij trouwens die man bent uit dit - waargebeurde - verhaal, voel je dan niet bezwaard die 50 euro alsnog te komen terugbetalen.

Toppunt van seksisme

Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik heb een stamboom. Ik kan er echt niets aan doen! Iemand met mijn achternaam – en die later familie bleek te zijn - vond het leuk om zijn stamboom uit te uit te pluizen. En nu heb ik er ook één en is de geschiedenis van de familie Grit vanaf 1700 terug te vinden. Met eigenlijk een teleurstellend resultaat: geen van mijn voorouders was van adel of beroemd. Geen van hen heeft zich buitensporig onderscheiden of zich vreselijk misdragen. Mijn Drentse voorouders waren eenvoudige mensen met hier en daar een kruidenier, verder wat schoolmeesters, veel boeren en arbeiders, toch nog een verdwaalde architect en als hoogtepunt een onbekende componist.

Droefenis dus, maar wat wel leuk is: alle “Gritten” blijken familie van elkaar te zijn! Terwijl van de Jansens en de Bakkers talloze bloedlijnen bestaan, is er van het geslacht Grit maar één. We zijn één grote familie en dat heeft me dus ineens heel wat nieuwe familieleden opgeleverd! Volgens mij is de evolutie zo gegaan: eerst had je de apen en de halfapen, toen de Neanderthalers, vervolgens een hele poos niets en dan omstreeks 1700 was daar ineens de oer-Grit. De beste man was Grutter van beroep en was dus molenaar van boekweitmeel. Verbastering van de beroepsnaam van onze stamvader leverde onze achternaam.

Maar ja, zo’n stamboom is natuurlijk het toppunt van seksisme. Immers kinderen krijgen de achternaam van de vader, zodat een stamboom alleen de achternaam van de man doorgeeft. Door een huwelijk val je als vrouw letterlijk uit de stamboom. Ik ben gevormd in de jaren 70 tijdens het gistende hoogtepunt van emancipatiewoede van de Dolle Mina’s. Daarom moet ik het verschijnsel stamboom eigenlijk ernstig afkeuren. Maar vooruit, als je dan toch iemand met mijn achternaam tegenkomt….. doe haar de groeten van mij!

Vakantie ... en pensioen

Ben jij een echte vakantieganger? Of blijf je net zo lief thuis, maar word je door je omgeving opgedrongen “het er eens lekker van te nemen”? Er zijn mensen die het hele jaar reikhalzend uitkijken naar hun vakantie. De rest van het jaar is het afzien, maar tijdens de vakantie begint het Genieten. Misschien doen ze dan toch iets fout. Volgens mij wordt vakantie hevig overgewaardeerd. Je kunt het maar beter het hele jaar naar de zin hebben. Eigenlijk is vakantie één grote omweg: je begint thuis en je eindigt thuis. Netto opgeschoten afstand: nul-komma-nul.

Ik word dit jaar zestig. Nee, dat zou je niet zeggen, hè? Eerlijk gezegd …. bijgaande foto is alweer een paar jaar oud. Dankzij dit kabinet begin mijn pensioen bij 67. Daar ben ik blij om, want tot voor kort werd een 65e jarige gewoon uit zijn baan geknikkerd.

Er zijn een paar overeenkomsten tussen vakantie en pensioen. Sommige mensen zien jarenlang reikhalzend uit naar deze levensfase die zij het “Grote Genieten“ noemen. Misschien doen ze dan toch iets fout. Volgens mij wordt pensioen hevig overgewaardeerd. Je kunt het maar beter je hele leven naar de zin hebben.

En ach, is het leven ook niet één grote omweg? De enige afstand die je netto aflegt, is die van je wieg tot het graf.

Na deze sombere overpeinzing heb ik nog een tip: blijf eens een vakantie thuis in het mooie Emmen … met een prachtig oude dierentuin.

Links rijden        … met Beatrix

Als je dan toch op vakantie moet, kun je natuurlijk ook naar Engeland gaan. Het leuke van dat land vind ik het links rijden. Maar als je net aangekomen de veerboot in Dover verlaat, is het toch even spannend….. Jij weet zelf wel dat je links moet rijden, maar weten al die Engelsen dat óók? Als dan alles goed gaat, blijkt zelfs Beatrix van de TomTom te weten dat je een Engelse rotonde linksom moet nemen. En dat is maar goed ook, want in Groot Brittannië wordt je duizelig van deze “roundabouts”. Engelse kruisingen zijn erg overzichtelijk: je hebt òf een voorrangskruising òf een rotonde. Voorrang geven aan links – je moet er niet aan denken! – is dus niet aan de orde. Dat scheelt heel wat blikschade in Dover!

In onze vorige auto wees een volkse navigatie-Miep ons de weg. Maar in onze nieuwe auto vertelt Beatrix ons met een koninklijke stem – met een kakstem zou Miep zeggen – waar we langs moeten. Van zo’n deftige navigatiestem wordt zo’n auto ook meteen duurder, heb ik gemerkt. Onze Beatrix moet trouwens nog wel op Engelse cursus: de weg weet ze uitstekend te vinden, maar haar uitspraak van Engelse plaatsnamen is bedroevend.

Engeland is zeer de moeite waard: ik mis nu de worstjes, het gebakken spek en de eieren van het Engelse ontbijt al. En als je opziet tegen links rijden…..dan begin je toch gewoon in België alvast wat te oefenen :-)

AstroLogie .. en andere onzin

 “Wat ben jíj?” vroeg ze. “Hoezo, wat ben ìk?” “Welk sterrenbeeld ben jij? Ik ben Maagd” ging ze verder. “Volgens jouw sterren ben ik een Schorpioen, want ik ben eind oktober geboren.” Ons gesprek verliep moeizaam. Ik heb een hekel aan mensen die in flauwekul geloven en dat hele horoscoop gedoe is absolute onzin. Volgens de astrologie zouden de stand van zon, maan, planeten en sterren een belangrijke invloed op iemands leven hebben. Maar astrologen stellen gerust een horoscoop op zonder rekening te houden met de heftigste natuurverschijnselen in het heelal, zoals zwarte gaten, pulsars, quasars en exploderende supernova’s.

Helaas bestaat er geen verbod op onzin. Op zondagochtend mag tv-evangelist David Maasbach de grootst mogelijke flauwekul over zijn kijkers uitstorten. En via AstroTv kun je je vrijwillig laten oplichten door een keur aan fantasten, zoals paragnosten, tarotisten, readers, mediums, numerologen en droomduiders. Mijn vader zei vroeger al: “De mens wil nou eenmaal belazerd worden.”

Overigens verwissel astroLogie – zeg maar sterrenwichelarij – niet met astroNomie! Astronomie is wél een serieuze wetenschap die met telescopen en satellieten onderzoek doet naar het heelal. Het verschil is gemakkelijk te onthouden: AstroLogie bevat de L van Leugen.

De dame zei mij: “Maar, wetenschap is ook maar een geloof!”. Kijk, zo iemand moet je meteen alle wetenschappelijke verworvenheden - zoals mobieltjes en tv - afpakken. Het enige interessante van ons gesprek was dat ze kennelijk nog maagd was.

Natuurlijke wolkenkrabber

Volgens het woordenboek is natuur “dat wat niet door de mens is gewijzigd”. In Nederland hebben wij volgens deze definitie geen natuur: door de eeuwen heen heeft de Nederlander zijn omgeving compleet overhoop gehaald. Zo werden dijken aangelegd, polders droog gepompt, bossen aangeplant en venen afgegraven.

Het afgelopen decennium is het prachtige park Bargerveen met vele miljoenen euro’s weer terug gebracht in de oude staat. Omringd met een door de mens aangelegde wal, zodat het water niet wegloopt uit het veen. Maar is dat dan nog wel natuur? Wij kennen in Nederland het merkwaardige begrip “natuurbeheer”. Gek woord: iets wat beheerd wordt door de mens, is volgens mij geen natuur. Ook al is het geen natuur: daarom kan het nog wel mooi zijn, natuurlijk.

Wij Nederlanders hebben geen natuur, maar “wij verbouwen natuur”. Zelfs het typisch Drentse heideveld is geen natuur. Zonder menselijk ingrijpen, schapen of vrijwilligers wordt onze heide snel weer bos, en dat wordt weer beheerd door …. Staatsbosbeheer.

In de Australische natuur maken termieten imposante bouwwerken van soms wel 10 meter hoog. Niemand zal betwisten dat deze termietenheuvels tot de natuur moeten worden gerekend. Als we nu in ons woordenboek het begrip natuur eens aanpassen en de mens ook tot de natuur rekenen. Dan is niet alleen een wolkenkrabber – net als een termietenheuvel – maar ook een autoweg ook natuur. Kijk, en dan hebben we ineens heel veel natuur….

QWERTY… niet te snel!

Het toetsenbord van een computer, tablet en mobiele telefoon heeft de QWERTY-indeling, genoemd naar de volgorde van de eerste zes letters. Waarom zijn deze letters niet alfabetisch gerangschikt?. Antwoord: een QWERTY-toetsenbord is bedacht om ons af te remmen! Bij de eerste mechanische typmachines van Remington in 1873 bleven bij een snelle typist(e) de letterhamertjes geregeld achter elkaar haken. Om dit te voorkomen werden veelgebruikte toetsen uit elkaar geplaatst, zodat te snel typen moeilijk werd. Tegenwoordig gebruiken we de QWERTY-indeling nog steeds, omdat we er nou eenmaal aan gewend zijn. Fabrikanten hebben wel allerlei indelingen bedacht om sneller te kunnen typen, maar dat vinden we lastig en dat geeft fouten. Probeer maar eens te typen op een AZERTY-toetsenbord op een Franse computer!

Op een tablet kun je tegenwoordig ook swypen. Je veegt hierbij in volgorde van het woord over alle letters op het toetsenbord op het schermpje. Mede met behulp van een woordenlijst bepaalt je tablet welk woord je bedoelt. Dat gaat snel, maar ook wel eens fout. Mijn schoonzus mailde me onlangs: “Ik ben diagnose bij mijn dochter”. Toen ik me ongerust maakte over wie van hen ziek was, mailde ze “Diagnose is dinsdag”. Ik was nog ongeruster. Uiteindelijk mailde ze: “Ik ben dinsdag bij mijn dochter. Ik maakte een fout bij het swypen.”

Anti-geluid niet op de fiets!

Je zit op een terras met je oortelefoontje in te luisteren naar je favoriete muziek. Plots wordt je wild opgeschrikt door een voorbij razende scooter. De motor van dit snelheidsmonster brengt lucht in trilling. De ontstane geluidsgolven verspreiden zich naar alle kanten: net als golven in water waar je een steen in gooit. De geluidsgolven doen je trommelvlies hevig trillen en de scooter stoort je ruw in je muzikale beleving.

Vervelend, maar daar is tegenwoordig wat aan te doen. Er bestaan koptelefoons die omgevingsgeluiden vrijwel doen verdwijnen. Ze doen dat met anti-geluid. Een anti-geluidkoptelefoon (van ruim 300 euro) bevat twee kleine microfoontje aan de buitenant die continue naar de omgeving luisteren. Gevoed door een batterijtje produceert de elektronica in de koptelefoon geluidsgolven die “tegengesteld” zijn aan het omgevingsgeluid. Als een geluidsgolf botst op een tegengestelde golf dan neutraliseren ze elkaar en hoor je vrijwel alleen nog de muziek uit je speler.

Omdat de elektronica in de koptelefoon voorspelt wat voor anti-geluid hij moet produceren, werkt dit het best bij eentonige geluiden en lagere tonen. Bestrijding van aanzwellend en flink pruttelend brommergeluid werkt helaas niet 100%, maar dreunende geluiden van de auto worden goed bestreden. Op de achterbank kun je dus ongestoord genieten van je muziek. Dat werkt ook in een vliegtuig.

Is het al gevaarlijk met een koptelefoon op je hoofd te fietsen in het verkeer: dat geldt helemaal voor anti-geluidkoptelefoons. Het geluid van een naderende auto wordt vrijwel geheel gefilterd!

Mens erger je…of niet?

Ben jij iemand die zich snel ergert? Erger jij je in het vroege voorjaar als je voor het eerst buiten zit aan al die buren die gras maaien, hun huis schuren of de heg kortwieken?

Ik woon in de Rietlanden bij de houtwal langs het Oranjekanaal. Toen ik daar pas woonde, broedden daar uilen die ‘s nachts flink krijsten. In zo’n geval kun je twee dingen doen: je kunt je er aan ergeren … of naar dit natuurgeweld gaan liggen luisteren. Ergernis houdt je wakker, dus ik ging liggen luisteren, waande me in de natuur en viel tevreden in slaap. Je ergeren is een keus! Jammer genoeg zijn onze uilen inmiddels al lang vertrokken.

Een buurman verderop in een boerderij houdt allerlei dieren. Geiten, katten, honden en een haan. Die haan maakt ‘s morgens vroeg een heidens kabaal. Een buurtbewoner sprak hem daar ooit op aan. Zijn reactie was: “Ik was hier eerst”. En dat klopt: zijn huis stond er al voor de wijk werd gebouwd. Vorig jaar hield hij ook kalkoenen. Kalkoenen schreeuwen heel hard  "kabbedekabbedekabbedekab"(probeer maar eens).  Ook daar kun je je aan ergeren. Ik deed dat niet, maar kon het ook niet laten het kalkoenbeest toe te roepen: "Wacht jij maar tot het kerst is!". En inderdaad, na de jaarwisseling heb ik niets meer vernomen. Hij had wat mij betreft best nog wat mogen blijven, want je ergeren is een keus.

tv kijken … pure tijdwinst

Mijn ouders hadden als eersten in onze straat een tv. Toen had je één zender waar iedereen naar keek. Nederland had toen een collectief geheugen: één cultuur waarvan het tv-programma Zwiebertje het glanzend hoogtepunt vormde. Door tientallen zenders kijkt iedereen tegenwoordig naar wat anders. Vanwege mijn uitgesproken voorkeuren – of beter: afkeuren - mis ik nogal wat hedendaagse Nederlandse “cultuur”. Zo heb ik nog nooit een aflevering van Boer zoekt vrouw afgekeken. Of programma’s als Goede tijden, Dansen-en-springen-met-sterren of Lingo.

Waar ik dan wel naar kijk? Ik kijk naar nieuws, documentaires en naar Discovery. Serieuze programma’s zul je zeggen. Klopt, maar ik maak één uitzondering: Lachen om home video’s! Daar kijk ik elke week naar. Ik vind het bijna filosofisch om mannen van een besneeuwd dak af te zien skiën of op een ladder een boom om te zien zagen. Of helden die toch weer zo nodig op een trampoline of skateboard moeten springen. Ik neem het programma op mijn recorder op en bij het afspelen druk ik snel – ik weet precies hoe vaak - op het forwardknopje om de reclames over te slaan. Dat ik hiermee de commerciële tv om zeep help, neem ik op de koop toe. Aanvullend voordeel: ik kan zo presentator Hans Kraay en spugende baby’s ook gemakkelijk skippen. Van een klein uurtje tv blijft ongeveer 15 minuten “filosofie”  over: pure tijdwinst!

Big Bang

Op de racebaan brult de raceauto “IiiiiiiiiiiiiewJoeoeoeoe”. Een auto die naar je toe komt, klinkt hoger dan wanneer hij zich van je af beweegt. Een auto die naar je toekomt, haalt de geluidsgolven een beetje in. Hierdoor klinkt de toon van de motor hoger. Omgekeerd is het geluid lager van een auto die zich van je verwijdert. Uit het verschil in deze toonhoogtes, kun je aan de kant van de weg de snelheid van een auto berekenen. Deze verandering in toonhoogte heet in de natuurkunde het Dopplereffect. Ook voor licht geldt dit Dopplereffect, maar dan verandert niet de toonhoogte, maar de kleur van het licht.

Wetenschapper Edwin Hubble bestudeerde omstreeks 1925 met zijn telescoop het licht van grote aantallen sterren. Hij ontdekte dat bepaalde eigenschappen van kunstlicht op aarde in het licht van alle (!) sterren iets roder zijn. Door deze “roodverschuiving” concludeerde hij met behulp van het Dopplereffect dat alle sterren zich van elkaar verwijderen of – beter gezegd - dat het heelal uitdijt. De wetenschap kan terug redenerend op basis van deze snelheden berekenen dat de sterren 13,6 miljard jaar geleden “bij elkaar waren”. En dat is het moment waarop het heelal met een Big Bang ontstond.

Als eerbetoon is de telescoop die om de aarde draait, naar Edwin Hubble genoemd. Dit fantastische ruimte-instrument maakt buiten de storende invloed van de dampkring prachtige en zeer scherpe afbeeldingen van ons heelal (zie: www.hubblesite.org).

 Zwarte Piet … of toch niet?

Miesje vroeg aan moeder: “Wie bestond er ook al niet meer, mam? Sinterklaas of Onze Lieve Heer”. Moeder antwoordde: “Sinterklaas bestaat niet, Miesje”. Het kind begon teleurgesteld te huilen. Moeder stelde haar gerust: “Je krijgt wel cadeautjes, hoor!”.

Ouders kunnen jonge kinderen alles wijsmaken. Dat kabouters bestaan, dat de Kerstman bestaat en dat Sinterklaas bestaat. Kleintjes zijn volledig afhankelijk van ouders en hebben (nog) geen eigen mening. Zo kunnen ouders hun kroost ook allerlei godsdienstige ideeën opdringen, bijvoorbeeld dat de wereld in zes dagen is gemaakt en dat er een hemel en een hel is.

Ik moest hier aan denken toen een fundamentalistische Zwarte Pietenaanhanger op tv zich vertwijfeld afvroeg: “Hoe vertel ik mijn zesjarig zoontje dat Zwarte Piet niet meer zwart is?” Nou dat lijkt mij niet zo moeilijk. Je houdt hem gewoon voor de gek: dat deed je toch al!

Die hele Zwarte Pietendiscussie gaat trouwens niet over kinderen, maar over gediscrimineerde mensen met een donkere huidskleur. Zij worden op straat en op Twitter uitgemaakt voor Zwarte Piet en daarmee herinnerd aan eeuwenlange onderdrukking. Zij worden ongelukkig van Zwarte Piet en dat kan niet de bedoeling zijn van een kinderfeest! We hebben na 5 december een jaar de tijd om kinderen te laten wennen aan gekleurde Pieten. Het sinterklaasjournaal laat de stoomboot door een regenboog varen met allemaal gekleurde Pieten als resultaat. Probleem opgelost, want ook dit kun je kinderen uitstekend wijsmaken!

Leeftijdsdiscriminatie

 ‘Gezocht: barkeeper tussen 18 en 23 jaar’. Zo’n advertentietekst mag niet in Nederland. Personeel selecteren op basis van leeftijd is bij wet verboden. In een personeelsadvertentie mag je geen leeftijdsdiscriminatie toepassen.

Maar hoe zit dat dan met een politieke partij als 50Plus? Deze partij verdedigt duidelijk de belangen van de 50 plussers! Kennelijk mag dat wel anders was vast wel een ijverige jurist een rechtszaak tegen deze partij begonnen. Henk Krol was vanaf het begin het boegbeeld van 50Plus. Deze man heb ik in een discussie nog nooit fatsoenlijke argumenten horen gebruiken. Deze gladde politicus roept voortdurend oneliners zoals “dat ouderen steeds gepakt” worden en dat “jongeren af moeten blijven van het geld van ouderen”. Krol trekt veel stemmen door handig in te spelen op angsten en onzekerheden van ouderen.

De politicus werd beschuldigd van niet betalen van pensioengelden voor werknemers van zijn vroegere Gay Krant en ook van het sjoemelen met subsidiegelden. Vanwege die aantijgingen verliet hij de Tweede kamer, maar sinds september was hij weer tijdelijk terug in de kamerbankjes ter vervanging van een zieke partijgenoot. Helaas lijkt die niet weer terug te komen en zit Henk Krol via een achterdeur toch weer stevig op het pluche.

De 50Plus partij van Krol discrimineert en zet ouderen en jongeren tegen elkaar op. En dat is onwenselijk! Zeker gezien het feit dat ouderen het gemiddeld beter hebben dan jongeren. Leeftijdsdiscriminatie: als burger – en zeker als ‘wijze’ 50-plusser - moet je daar niet aan mee willen doen!

Op fietse  … hen skoele

Drommen scholieren in de maandagochtendmist, traag door Drents landschap fietsend. Soms vier op een rij, het hele fietspad breed. Heftige gesprekken over niets. Of zou het over het komende proefwerk zijn? Misschien over het feest van het afgelopen weekend, over een lastige leraar of over het nieuwe vriendje. Het fietsende meisje legt haar hand op de arm van haar vriendin. Waarom doet ze dat? Bezitterigheid? Zoiets als: jij bent van mij! Of is het juist onderdanigheid: ik ben van jou. Hoe dan ook: vast geen gelijkwaardige relatie tussen die twee. Voer voor psychologen.

Stoplicht rood. Als midlifer haal je de wachtende pubers links in om vooraan te komen. Voorkruipen is niet netjes, heb je geleerd. Ze zijn gelukkig te bezig voor boze blikken. Daar sta je dan om acht uur ’s morgens voor een stoplicht tussen een kudde schoolvrezende tieners. Je trekt de rits van je Gaastrajas verder omhoog: je had toch handschoenen aan moeten trekken. Waar zouden die gatenkazen eigenlijk liggen? Je kijkt eens om je heen. Veel tieners met een muzikaal infuus, een iPod of gelijke in de broekzak, de kabeltjes van de witte oortelefoontjes duidelijk zichtbaar vanuit de kraag. Muts op: dezelfde muts die ze in de klas ook ophouden. Met een laaghangende rugzak op weg naar een rugafwijking.

’t Is groen. Aan de overkant fietst een voor haar leven fietsende fietser de jeugdmassa tegemoet. Ik word oud, tenminste dat hoop ik.

Opvoeden … van volwassenen

Om te mogen autorijden moet je een rijbewijs halen en voor een baan heb je diploma’s nodig. Maar iedereen mag zonder papieren kinderen opvoeden, terwijl dit wellicht het belangrijkste is dat je als mens ooit doet. Bij het opvoeden van onze kinderen hadden mijn vrouw en ik destijds een paar handige vuistregels. 

Als een kind zeurt, kun je het beter niet zijn zin geven. Want belonen van zeurgedrag stimuleert nieuw zeuren.

Verder val je elkaar niet af als ouders. Spreek af wat je wel en wat je niet toestaat en wees uitermate consequent. Sta niet iets toe wat je eerder verbood. Een kind raakt daarvan in de war.

Pubers doen wel eens onverstandige dingen. Daar heb je als ouders dan kritiek op. Vrouwlief en ik waren op enig moment vooral aan het mopperen op onze puberende dochter. De sfeer werd er niet beter op in huize Grit. Toen kwamen wij op het idee om onze dochter alleen nog maar te prijzen; bij ongewenst gedrag hielden we onze mond. Binnen enkele weken was de sfeer weer prima. Ik vertelde dit ooit aan een collega. Een paar maanden later bedankte ze me met de opmerking: “Ik heb jouw advies opgevolgd en ik heb weer een goede relatie met mijn zoon!” Complimenten geven werkt beter dan kritiek, niemand houdt van gezeur.

Deze vuistregels werken trouwens ook bij volwassenen en … zijn ook zeer bruikbaar voor managers.

Strooizout … op je ei

’s Avonds laat zie ik een knipperlicht op de weg. Nachtvorst op komst, er wordt alvast zout gestrooid.  Maar hoe werkt dit zout eigenlijk?

Wel, zuiver water bevriest bij nul graden Celsius. Dit is driehonderd jaar door de Zweedse geleerde Celsius zo bedacht. Hij zette een streepje op een thermometer in smeltend ijs en noemde dit 0 graden. Bij dezelfde thermometer in kokend water zette hij 100 graden. Nog even 99 extra streepjes zetten en zijn Celsiusthermometer was klaar voor gebruik. Omdat water belangrijk is voor ons klimaat, gebruikt de hele wereld deze Celsiusschaal. Behalve in het ontwikkelingslandje Belize en in …. de Verenigde Staten. Deze twee landen gebruiken als enige nog de ouderwetse Fahrenheitschaal.

Water bevriest dus bij 0o Celsius. Bij deze temperatuur begint een natte weg glad te worden door bevriezing. Onzuiver water – met strooizout – bevriest pas bij een lagere temperatuur. Water met 5% zout bevriest bij zo’n 3 graden Celsius onder nul. Als het te koud is of bij teveel sneeuw dan werkt strooien dus niet. In de Alpen gebruiken ze dan sneeuwkettingen. Een nadeel van strooien is dat een auto niet alleen vies wordt van zout, maar ook sneller gaat roesten. Overigens kun je het zout uit de keuken prima gebruiken voor een gladde stoep, maar speciaal strooizout is verontreinigd en moet je niet op je gekookte eitje doen.

Woedende Groningers

Als scheikundestudent in Groningen in de jaren 70 ging ik met mijn studievereniging naar Delfzijl. Op excursie naar een droevig industriegebied: de Eemshaven. Veel water en kades, met in een hoekje slechts een verloren energiecentrale. Rijdend langs Slochteren vertelde onze gids dat hier veel aardgas werd gewonnen. Volgens deskundigen zat dit gas in poreus gesteente en daarom was de angst dat de bodem door aardgaswinning zou dalen flauwekul. Onze gids vertelde het overtuigend, maar de Groninger weet inmiddels beter. En dat wisten deskundigen natuurlijk toen ook al…...

Minister Henk Kamp van Economische zaken heeft het er flink druk mee. Miljarden euro’s beschikbaar stellen, de gaskraan een stukje dichtdraaien en ongeruste mensen zoet houden. En terwijl de Groningers steeds bozer worden, neemt het aantal bevingen en de schade aan huizen toe. Pechvogel die Kamp: dat dit alles net tijdens zijn ministerschap moet gebeuren. En de man weet het: hij leeft op een tijdbom. Als er tijdens een aardbeving ook maar één klein balkje losschiet en een Groninger raakt ook maar een heel klein beetje gewond, dan kan hij zijn Haagse biezen pakken. Ik zie in gedachten onze normaal zo rustige noordgenoten met trekkers en hooivorken richting Den Haag trekken. Einde politieke carrière Henk Kamp.

Onlangs maakte iemand de slechte “grap” dat door de bevingen de Martinitoren op instorten staat. Hij werd nog geloofd ook nog…… zo ongerust zijn mensen dus wel!

Kennelijk heb ik aardig wat reacties losgemaakt en dat is waar columns voor bedoeld zijn.  In mijn verhaal heb ik mijn afschuw willen uitspreken over domme vernielingen van de geschiedenis van een volk. Dergelijke dingen kun je maar één keer doen en dan is het weg.

Stel je nu eens voor dat een iemand onze nachtwacht vernielt (of het gehele Rijksmuseum), ons Binnenhof in de brand steekt of de Martinitoren laat instorten (zonder gewonden). Aan dergelijke zaken zijn herinneringen en emoties van mensen verbonden. Mensen van oude volken hebben hun ziel en zaligheid er in gelegd om dat allemaal te maken. Of stel je voor dat een idioot van IS een Egyptische piramide weet te vernietigen. Dat zijn zaken waaraan mensen - of hier het gehele Egyptische volk - hun identiteit aan ontlenen, trots op zijn en onderlinge verbondenheid aan ontlenen. Dat is toch verschrikkelijk! Ik hoor in de reacties daar niemand over!

Mijn afschuw van dit soort vandalisme is trouwens geen materialisme, zoals Emmertje suggereert. Materialisme gaat over eigen bezit en eigen gewin en daar gaat mijn verhaal niet over. En dat iemand betwijfelt dat ik – “met mijn vriendelijke ogen” - een mensenleven niet hoog zou hebben, kan ik mij niet voorstellen. Ik heb dan ook nadrukkelijk en expres gesproken over "haast erger" in mijn tekst. Een mensenleven is uiteraard onvervangbaar. Ik heb door dit zo te zeggen mijn afschuw willen aangeven. Misschien is mijn historisch besef (ondanks dat ik als exacteling volgens een reactie "veel weet van weinig") wat groter dan de andere reaguurders.

Ik vind trouwens dat in deze rubriek - in tegenstelling tot vele ander blogs - iedereen behoorlijk netjes reageert. Weinig gescheld, veel discussie. Wel blijf ik het flauw vinden - en dat is zwak uitgedrukt - dat iedereen een schuilnaam gebruikt. Als je dan echt je mening wilt uitdragen, steek je nek dan uit en laat dan eens weten wie je bent (dat weet je ook van mij). Je mag ook eens privé op me af stappen voor een discussie. Ik woon :-) op Stenden en kan wel een gaatje voor je vrijmaken.

Maar goed, dit laatste heb ik al eens eerder gezegd. Prettig weekend.

Oorlogsmisdaden … en vandalen

Op het tv-journaal zie ik strijders van de Islamitische Staat historische kunstschatten vernielen van de antieke stad Ninevé. Het commentaar van één van deze vandalen:  “Deze oude volken aanbaden de verkeerder goden en daarom moet alles van hen worden vernield”. Mijn maag draait om: ik vind het verschrikkelijk als de geschiedenis van een volk wordt vernietigd. Vernietigen van cultureel erfgoed is in mijn ogen een zeer ernstige oorlogsmisdaad. Het klinkt onaangenaam, maar ik vind dat haast nog erger dan dat er mensen omkomen. Je maakt namelijk niet alleen archeologische vondsten stuk, maar je berooft een heel volk van haar identiteit. Een volk ontleent deze aan haar geschiedenis.

En niet alleen gelovigen van de Islamitische Staat van nu, maar ook de Nederlandse protestanten in 1566 waren niet veel beter. Omdat Jezus- en Mariebeelden niet mochten van de protestantse vandalen vernielden ze deze en andere historische kostbaarheden van de Katholieke kerken. Deze “beeldenstorm” was destijds mede de aanleiding tot de Tachtigjarige Oorlog tegen het katholieke Spanje.

Vernietiging van cultureel erfgoed is van alle tijden. Niet alleen Romeinen vernielden overwonnen steden. Ook Engelsen en Amerikanen bombardeerden aan het eind van de Tweede Wereldoorlog de gehele historische binnenstad van de Duitse stad Dresden van de kaart. Deze barbaarse daad wordt trouwens door veel historici aangemerkt als oorlogsmisdaad.

Hierbij vallen de vernielingen van de historische Barcaccia-fontein in Rome door Feijenoordvandalen nog mee. Toch zou een tijdje opsluiten van deze barbaren en ze alles laten betalen geen kwaad kunnen.

Bedrogen kiezers

Het verkiezingspektakel is achter de rug. Partijen vieren feest of likken hun wonden. Heb je nog wat van de verkiezingsdebatten gezien? Ondanks de amusementswaarde vind ik zo’n debat vaak maar een droevige vertoning. Je kijkt naar politici die allerlei debattrucjes toe passen. Daarbij gebruiken ze verschillende drogredenen. Een drogreden is een (bedrieglijke) redenering die niet juist is, maar die wel logisch klinkt. Ik geef een paar voorbeelden.

Als de buurman van een lawaaiig Gronings gezin zegt dat alle Groningers lawaaischoppers zijn, gebruikt hij de drogreden onjuiste generalisatie. En iemand die beweert dat alle Friezen Fries spreken, maar iemand pas Fries noemt als deze Fries spreekt gebruikt een cirkelredenering. Of als iemand ergens van wordt beschuldigt en men beweert “waar rook is, is vuur” dan is dat het ontduiken van de bewijslast.

Naast drogredenen gebruikt een politicus nog andere debattrucjes. Hij verdraait bijvoorbeeld de stelling van zijn tegenstander en reageert vervolgens op die verdraaide stelling. Of hij maakt zijn tegenstander belachelijk en schildert hem af als onbetrouwbaar. En als de discussieleider een moeilijke vraag stelt, geeft menig politicus doodleuk een ander antwoord of vertelt zijn eigen verhaal. Bij populisme speelt de politicus handig in op angsten en onderbuikgevoelens van kiezers. Amerikaanse presidentskandidaten zijn daar meesters in, maar het populisme onder Nederlandse politici groeit.

Denk niet dat politici per ongeluk deze debattrucjes gebruiken: sommigen hebben daar uitgebreid training in gehad. Maar hoe meer drogredenen politici gebruiken, hoe meer de kiezer zich bedrogen voelt….

Vriendelijke conductrice

Mijn vrouw had de auto mee en was al in Utrecht. Ik was voor de tweede keer opa geworden en wilde zo snel mogelijk mijn kleindochter zien. Voor het eerst in jaren ging ik met de trein. Met moeite had ik mijn ooit aangeschafte OV-chipkaart teruggevonden. Ik checkte netjes in op het perron van Emmen-Zuid. Tijdens de rit vroeg ik de conducteur wat ik in Zwolle moest doen. “Eerst uitchecken bij Arriva, dan inchecken bij de NS, meneer”.

Uitchecken was geen probleem, maar het Zwolse NS‑paaltje protesteerde: “Kaart ongeldig”. Stomme verbazing: bij Arriva werkte hij nog, maar nu was hij ineens ongeldig? Ik haastte me naar het perron met de klaarstaande trein naar Utrecht in de hoop dat het incheckpaaltje daar niet stuk was. Geen paaltje te vinden; wel een grijze conductrice van mijn leeftijd. “Mevrouw, mijn Ov-kaart doet het niet en ik moet naar mijn zojuist geboren kleindochter in Utrecht.”, “Dan is de kaart niet geactiveerd, meneer.” “Huh…..? Maar ik ga nu wel met deze trein mee, mevrouw!”. Begripvol antwoorde ze “Vooruit, meneer. Stapt u maar in!” Toen de trein richting Utrecht denderde, kwam ze controleren. Ik toonde haar mijn telefoon met de zojuist ontvangen foto van kleine Jiska: “Kijk, mijn treinkaartje”. Ze glimlachte: “Leuk, hè! Ik ben zelf net oma geworden”. Ze zijn er nog: vriendelijke mensen! Jammer dat ik op de terugweg door een treinvertraging de aansluiting naar Emmen op twee seconden miste. Vreemd gevoel als een trein onder je vingers wegrijdt, terwijl je op het knopje van de deur drukt.

Weerzien na 55 jaar

Ik kom nooit in een kerk, maar een week geleden bezocht ik de Zuiderkerk in Emmen. Je weet wel: die kerk met die houten beren ervoor, aan de Wilhelminastraat. Ik was door kunstenaar Ingo Leth uitgenodigd bij de opening van zijn Galerie ’Bij Leth’. Ingo en zeven ander kunstenaars hebben de failliete Zuiderkerk omgetoverd tot een tempel van kunst, met indrukwekkende schilderijen, beelden, porselein en andere kunstwerken.

Oud-wethouder Harmannus Euving hield een mooie openingstoespraak. De CDA’er voelde zich duidelijk thuis op de preekstoel van dit godshuis. Op de verhoogde kansel stond naast de oud-gezagsdrager een ezel. Een schildersezel welteverstaan. Ingo maakt zijn schilderijen op de preekstoel van de kerk, want daar is het mooiste licht! Opmerkelijk trouwens: een oud Emmens gebouw dat niet direct wordt afgebroken, maar een mooie nieuwe bestemming krijgt. Ga eens naar de kerk en kijk eens kunst ‘Bij Leth’! Bijvoorbeeld komend weekend tijdens de Kunstroute Emmen 2015.

Tijdens de opening van de galerie kwam ik na ruim 55 jaar Jan tegen. Ik herkende Jan en tot mijn verbazing kende Jan mij ook nog. Ik herinnerde me dat ik als kleuter samen met tweelingbroers Jan-en-Gerard in de zandbak speelde in hun tuin aan de Nijkamperweg (wijk Emmermeer). Toen verhuisden beide broertjes. Niet eens zo ver weg, maar wel buiten mijn kleine kleuterwereldje. En omdat mijn ouders mij naar christelijke scholen stuurden en Jan en Gerard de Emmense openbare scholen afliepen, zagen we elkaar pas vorige week weer. Jammer, want we speelden zo mooi in de zandbak. Religie maakt meer kapot dan je lief is….

Grieks leren is niet logisch

Hoewel ik uit een gewoon burgerlijk gezin kwam, mocht ik na de lagere school naar de hbs: de Hogere (!) Burger School. Het ging me op deze voorloper van havo en vwo best goed af. Daarom mocht ik aan het eind van de eerste klas kiezen: verder met de ‘gewone’ hbs of naar het gymnasium. Op het gymnasium kreeg je als extra de talen Grieks en Latijn. Ambitieus als ik was, ging ik voor het ‘hoogste’ en koos gymnasium. Al snel kwam ik erachter, dat ik massa’s rijtjes Latijnse woorden uit mijn hoofd moest leren. Ook ontdekte ik dat we oud-Grieks gingen leren, een taal die geen Griek tegenwoordig nog spreekt.

Dus deelde ik rector de Wilde (wie ken hem niet?) van het toenmalige Emmense Christelijk Lyceum al na twee weken mee dat ik terugging naar de hbs. En op deze beslissing ben ik nog steeds trots. Latijn kan dan misschien nog handig zijn als je Frans wilt studeren (maar wie doet dat nog?) en een beginnend arts snapt Latijnse medische termen wat sneller, maar pukkelige pubers plagen met oud-Grieks is volslagen nutteloos. Oké, je kunt oude Griekse verhalen vertalen, maar als we dat nu gewoon eens één keer goed doen dan is dat oude Grieks overbodig. In de vrijkomende tijd trainen we de jeugd in logisch denken door ze computers te laten programmeren of we geven ze les in het vak logica. Logisch denken is nuttig… want de wereld is al onlogisch genoeg!

Nostalgische kunst van Pieter

Ik ben opgegroeid in Emmen en ben met mijn jeugdliefde getrouwd. Enige weken geleden fietsten mijn vrouw en ik de Kunstroute Emmen 2015. In de folder lazen we de naam van Pieter Eisenga. Zou dat onze vroegere tekenleraar zijn? Wij er heen en tot ons genoegen was hij het. De Emmense kunstenaar was inmiddels ruim boven de tachtig en woonde in een mooi huis met een atelier. Hij exposeerde vooral aquarellen, maar mijn oog viel onmiddellijk op een olieverfschilderij: “die is mooi!” “Maar die is nog niet af en dat kan nog wel heel lang duren,” antwoordde Pieter “ik ga niet meer zo snel.” Ik gaf mijn telefoonnummer en vroeg me te bellen als het ooit klaar zou zijn.

Twee weken later al belde de kunstschilder: we konden het schilderij komen bekijken. Samen met vrouwlief trok ik naar zijn huis. Ik kende de straat nog van vroeger: als puber had ik er het ‘Emmerweekblad’ rondgebracht.

Ida - de lieve vrouw van de kunstenaar - verwende ons met koffie en bananencake met slagroom. “Piet is een dromer en ik houd zijn ladder vast als hij weer met zijn hoofd in de wolken zit”. Ze vertelde dat hij nog hard had gewerkt aan het schilderij. Natuurlijk hebben we het gekocht en we hebben nu een prachtige “Pieter Eisenga” aan de muur. Een nostalgische ontmoeting…. dat is het voordeel van het wonen in de plaats van je jeugd.

Drents met Rotterdams accent

Ik ben geboren in Drenthe, ik ben woonachtig in Drenthe en ik ben van Drentse ouders. Maar ik spreek geen Drents! Ergens ging het in mijn jeugd goed mis. En ik weet nog precies waar. Ik zat als Emmens jongetje op de lagere school naast Geertjan die vanuit Rotterdam naar Emmen was verhuisd. Toevallig (zoiets verzin je niet) was zijn eveneens Rotterdamse tante onze Emmense schooljuf. Door beider invloed bestond mijn Drents slechts uit het inslikken van de ‘e’ aan het eind van een woord, dus loop’n, leer’n en fiets’n. Toen ik – op bezoek bij familie – door Haagse kinderen werd uitgelachen voor Drents boertje, stopte ik van schrik ook met het inslikken van de ‘e’. En dat terwijl de Hagenees zelf de letter ‘n’ niet uitspreekt, dus lope, lere en fietse. ’t Is maar wie wie uitlacht.

Je kunt nu aan mijn spraak niet meer opmaken waar ik ‘weg’ kom. Ik ben jaloers op de Emmense zangeres Ineke de Jong die - als niet-Drent - een cursus Drents volgde en nu Drentse liedjes componeert en zingt. Ineke was vorige week te zien op het Dreènts Liedtiesfestival van RTV-Drenthe, waar ze onterecht niet werd verkozen bij de beste drie. Ik vind Drents mooi, want – zoals de onvolprezen Daniël Lohues ooit zei – Drents ‘klinkt zo vertrouwd’. Ik spreek nu Nederlands met een licht Rotterdams accent….. misschien moet ik toch maar eens op cursus Drents.

Koningsgezind .. onlogisch?

Omdat ik me vooral door logica laat leiden, is het vreemd dat ik vóór het koningshuis ben. Bij dit merkwaardig instituut word je koning, omdat je moeder koningin is. Erfopvolging in een modern democratisch land is niet logisch!

Toch heeft zo’n koningshuis voordelen. Zo bevordert het de saamhorigheid van het ‘Nederlandse volk’ en bepaalt het mede de identiteit van ons land. Verder brengen buitenlandse koninklijke handelsbezoeken geld in het laatje en bewaakt het koningshuis belangrijke folklore zoals het traditionele wc‑pottengooien. Ja, de populariteit van het koningshuis is groot. Oorzaken zijn het professionele koningschap van Beatrix en de charme van onze koningin. Maar ook de humor van Lucky Tv helpt flink mee met een lachblatende Maxima en een joviale koning. Tel daarbij op het vanuit de ruimte waarneembare kapsel van prinses Beatrix en je snapt de populariteit van deze ‘royale’ familie.

Maar is zo’n koninklijke familie dan niet verschrikkelijk duur? Nee, het hele gebeuren kost jaarlijks ongeveer 40 miljoen euro. Dus, een hoop vermaak voor slechts € 2,50 per Nederlander. En voor dat bedrag krijg je ook nog een dag vrij!

Toch werd mijn koningsgezindheid onlangs stevig op de proef gesteld. Kijk, ik vind het ook niet netjes dat een activist ‘Fuck de koning’ roept. Maar als iemand voor zoiets achter de tralies verdwijnt, wordt ik acuut republikein. Gelukkig kreeg die Officier van Justitie zijn blunder door en liet de aanklacht vallen. Bij mij gaat volgende koningsdag de vlag gewoon weer uit, hoe onlogisch dat ook is….

Donder en bliksem!

Het is het eind van een warme en vochtige zomerdag. De lucht is inktzwart door een naderende regenbui. Plotseling een bliksemflits. Ik begin te tellen: bij de negende tel volgt de donderslag. Ik reken uit dat de afstand tot de bliksem een veilige drie kilometer is. Immers, geluid verplaatst zich met 340 meter per seconde. Daardoor geldt de vuistregel: elke drie tellen tussen flits en donderslag geeft een kilometer afstand. Mijn slordige negen seconden betekent dus zo’n drie kilometer ver weg.

Natuurlijk kost het de lichtflits ook tijd om mijn oog te bereiken. Maar de snelheid van het licht is gigantisch groot, ongeveer 300.000 kilometer per seconde. Met die snelheid reis je één seconde acht keer rond de aarde. De tijd van het licht mogen we dus rustig vergeten ten opzichte van het miljoen keer langzamere geluid.

Inmiddels stort de regen uit de lucht. Een felle bliksemflits volgt. Ik probeer te tellen, maar onmiddellijk klinkt een knetterende knal. Het licht in huis gaat uit en mijn computer slaat af. Drie seconden één kilometer. Deze bliksem is nog geen 100 meter hier vandaan, bonkt mijn hart. Gelukkig bereiken de meeste bliksemschichten niet de aarde en gaan ze als ‘weerlicht’ slechts van wolk tot wolk.

Hemels plein

“Vrouw, Emmen is een stad geworden!” riep ik enthousiast, toen ik vorige week thuiskwam na het openingsfeest van het nieuwe Raadhuisplein. Een spetterend feest op een schitterend plein met meer dan 5000 toeschouwers. Achter het podium stak het imposante silhouet van het groeiende theater af tegen het avondrood. Rapper Ali B deed zijn best de immer te bescheiden Emmenaars op te jutten. Achter de toeschouwers een waterpartij waarboven een imposant, geel kunstwerk torende. Dankzij één der optredende artiesten zal dit plastiek voorgoed bekend staan onder de naam “Gesmolten kaas”. 

De organisatoren hadden duidelijk op minder publiek gerekend, want de biervoorziening was karig. Het bevriende gemeenteraadslid met wie ik op stap was, had het Lef om een voor-in-de-rij-staande wethouder Bouke Arends te vragen een paar extra bier te bestellen. De onervaren barkeeper stond voortdurend het ene mislukte biertje te repareren met een ander zodat de wachttijd behoorlijk opliep. Als wethouder kun je natuurlijk niet voorkruipen, want er is altijd wel een columnist van Emmen.nu in de buurt. Door het bij dit politieke ambt behorende fatsoen, stonden er op enig moment zelfs drie wethouders gelijktijdig te wachten. Op de verre kermis draaide het reuzenrad ondertussen zijn verplichte rondjes. Met dank aan de - altijd dienstbare - Emmer politiek smaakte het bier na twintig minuten opperbest.

Een prachtig plein, maar waarom nou die oersaaie naam “Raadhuisplein”? Een plein met die naam hadden we al en het stikt van de Raadhuispleinen in Nederland! Kon dat nou niet met wat meer lef? Een naam waardoor je bij een groot feest meteen weet dat het in Emmen is? Bijvoorbeeld “Emmenplein” of “Theaterplein Emmen”. Of - met een knipoog naar een bekend Chinees plein -  het “Plein van de Emmense rede”. Laten we bij de opening van het theater dit mooie stukje Emmen zijn definitieve naam geven (of spreek ik nu voor mijn beurt). En dan wordt de nieuwe slogan “Emmen, stad van pleinen”.

Tour de Dijkstra

Misschien heb je het nog niet gemerkt, maar de stad Utrecht staat eindelijk op de kaart. Sinds onze domstad vertrekpunt was van de Tour de France, kent heel de wereld Utrecht. Helaas werkt dat niet zo, want weet jij nog dat de Tour in Brest werd gestart? Of in Porto-Vecchio, Montgeron, Leeds of Boulogne-Billancourt? Ik niet! En dat zijn wel allemaal plaatsen die ooit ook door de Tourstart internationaal “op de kaart zijn gezet”. Kijk, dat het gemeentebestuur van Utrecht ook wel eens een feestje van zes miljoen euro wil, begrijp ik. Maar doe niet alsof dat een hoger doel dient.

Rare bezigheid dat wielrennen, trouwens. Mannen die halverwege een etappe het peloton ontsnappen en door samenspannende renners vlak voor de finish moeiteloos worden “terug gehaald”. En vervolgens wint iemand na ruim 200 km fietsen met slechts een banddikte verschil. Je kan net zo goed 10 km fietsen! Maar ja, dan kun je niet zoveel reclame kwijt.

“Oei, wat is dit spannend!”, keuvelt tv-presentator Herbert Dijkstra (ook Drent). Terwijl ik slechts een kluit zwetende mannen zie op weg naar een volgende valpartij, weten Dijkstra en medecommentator Ducrot het gebeuren bijna interessant te maken. Zet het geluid van je tv maar eens uit: zonder hun geklets blijft er weinig over van het spektakel. En na afloop van een etappe is daar altijd weer dat verplichte interview met een winnaar (of een Nederlander). Interviews met sporters zijn doorgaans oersaai. Een afgematte wielrenner vormt daarop geen uitzondering.

Koffieterrorisme

Drie koffiezetapparaten hadden we: een Senseo, een Nespresso en een ouderwetse machine met een grote pot, altijd handig voor verjaardagen. Het hele machinepark stond op het aanrecht flink ruimte in te nemen. Dus vonden we het nodig om een extra koffiezetmachine te kopen. Zo’n grote met een elektronisch display waar je van boven verse koffiebonen en water in doet. Dit apparaat maalt en brouwt nu allerhande koffies. Van “Koffie verkeerd” via normale “Koffie” tot “Espresso”. En dat in allerlei sterktes. Verder was daar nog de spectaculaire “Latte Macchiato”, een soort opgeklopte melk met een naar beneden dwarrelende wolk sterke koffie. De schuimkraag van een glas Guinness bier is er niets bij. De eerste neiging was onze nieuwe aanwinst er op het aanrecht bij te plaatsen, maar na ernstig familieberaad moesten de oude machines het veld ruimen, alle drie.

Nu commandeert een imposante koffiezetter ons via een futuristische blauw oplichtende lichtshow: “water bijvoegen”, “lekbak leegmaken”, “leidingen doorspoelen” en “binnenwerk ontkalken”. Dat laatste was niet zo eenvoudig, want de benodigde ontkalkingstabletten konden we in geen winkel vinden. Uiteindelijk hebben we via internet - meteen maar - drie doosjes (25 euro) gekocht. Aangezien we overdag maar beperkt thuis zijn, duurde het een flinke tijd voordat we de bestelde peppillen daadwerkelijk in huis hadden. Ondertussen bleef het apparaat hardnekkig aandringen dat het ontkalkt wilde worden. Uiteindelijk chanteerde de machine ons zelfs. Hij dreigde de koffielevering per onmiddellijk te staken als we hem niet gauw zijn verordonneerde ontkalkingstablet zouden toedienen. We waren maar net op tijd om deze terroristische daad te voorkomen en onze cafeïnevoorziening veilig te stellen!

Champagne en bonbons

We gingen deze keer met mijn wekelijkse club samen eten in het Tramlokaal in Meppen. Ik had me al lang van tevoren voorgenomen lekker met mijn scooter te gaan. Het was immers maar een kleine twintig kilometer naar restaurant. Laat het die dag nou vioolsnaren regenen! Mijn vrouw had de auto, dus op het laatste moment belde ik vriendin Rita om met haar mee te kunnen rijden. “Ik kom je wel halen”, zei ze. “Ik kom wel naar jou toe” antwoorde ik. Toen ik hoorde dat ze nog andere clubleden mee zou nemen en de stortbui was overgegaan in een gewone bui, zei ik stoer: “Ik ga wel op de scooter”. Zonder nat te worden scooterde ik in driekwartier naar Meppen. Aldaar kwam een clubgenoot op me af en vertelde dat Rita nog op me stond te wachten in Emmen. Ze had begrepen dat ik op de scooter naar háár toe zou komen en was behoorlijk ongerust. Ik ging door de grond en heb die avond geprobeerd het misverstand met drankjes weer goed te maken. Op de terugweg straften de weergoden me onmiddellijk: het stortregende vreselijk.

Toen Rita een week later bij me thuis kwam, gaf ik haar bij het weggaan spontaan ook nog een ooit gekregen fles champagne. Een week later vroeg ze me: “Houd jij niet van champagne?” Enigszins op mijn hoede reageerde ik: “Hoezo?” Ze antwoorde “Als je niet mijn vriend was zou ik het niet vertellen, maar je hebt me mijn eigen fles champagne teruggegeven”.  Na zo’n dubbele blunder, help nog maar één ding. Een doos echte Belgische bonbons, helemaal zelf gekocht.

Foute Duitser of … held?

Was Fritz Haber een foute Duitser of was hij een held? De wetenschapper en chemicus Haber produceerde tijdens de Eerste Wereld Oorlog verschillende gifgassen om soldaten op het slagveld te doden. En om te zorgen dat het Duitse leger over voldoende buskruit beschikte, ontwikkelde hij een methode om stikstof uit de lucht te binden tot ammoniakgas (zit ook in huishoudammonia). Van dit ammoniakgas kun je vervolgens nitraat maken en dat is weer een belangrijke grondstof voor explosieven. Geen lieverdje dus, die Fritz Haber! Hij was na de oorlog dan ook bang veroordeeld te worden voor misdaden tegen de menselijkheid. Vanwege de “carrière” van haar man had zijn  vrouw al eerder zelfmoord gepleegd.

Om te groeien hebben planten stikstof nodig. Lucht bevat voldoende stikstofgas, maar planten kunnen dit als gas niet opnemen. Via bliksem komt weliswaar wat van dit stikstofgas in opneembare vorm in de bodem, maar lang niet voldoende voor de groei van landbouwgewassen. En daar speelt Fritz Haber een belangrijke rol. Via zijn ammoniakfabricage kan tegenwoordig in overvloed stikstofhoudende kunstmest worden geproduceerd. Zonder deze kunstmest kunnen we lang niet genoeg voedsel verbouwen om de wereldbevolking te voeden. De productie van Haber’s ammoniakgas is daarmee wellicht de belangrijkste door de mens bedachte chemische reactie. Ondanks zijn twijfelachtige reputatie ontving Haber hiervoor in 1918 de Nobelprijs. Was Haber fout of juist een held?

Helaas kun je van kunstmest ook explosieven maken. De Zweedse terrorist Breivik verzamelde via zijn tuinbouwbedrijf zoveel kunstmest, dat hij met een flinke bom zeven mensen doodde in het regeringscentrum in Oslo.

Niet verzekeren of toch maar?

Ik heb verschillende verzekeringen: een WA-verzekering, een ziektekostenverzekering en autoverzekering. Maar eigenlijk heb ik een hekel aan verzekeringen. Mijn stelling is: als je iets kunt missen (en dat is veel) moet je het niet verzekeren. Dus voor mij geen verzekeringen voor fototoestellen en vakantiereizen. Geen zekerheid boven alles. En daarbij heb ik weinig behoefte te betalen voor de paleizen van de verzekeringsmaatschappijen. Tot zover mijn aversie.

Al weer jaren geleden kocht ik mijn eerste iPhone. Het splinternieuwe apparaat was alleen te koop bij T-Mobile, samen met een abonnement. Bij de aanschaf vroeg de verkoper mij of ik er een verzekering bij wilde. Nee, natuurlijk wilde ik er geen verzekering bij! Aan het eind van de transactie vroeg ik terloops hoe ik bij verlies of breuk een nieuw apparaat kon kopen. Door het antwoord “geen idee” besloot ik - tegen mijn principes in – toch maar een verzekering te nemen. Dan was het krijgen van een vervangend toestel niet meer mijn probleem.

Thuisgekomen had ik de telefoon in no-time aan de praat. Er zat zelfs een fotocamera op het apparaat. Tijdens het nemen van mijn eerste foto glibberde het gladde apparaat me acuut uit de vingers en viel aan diggelen op de klinkers. Balen, ik had het ding nog geen drie uur! De volgende dag meldde ik T-Mobile dat zij een probleem hadden. Drie weken later had ik een nieuw apparaat.

Omdat ik nog steeds een hekel heb aan verzekeringen, heb ik mijn splinternieuwe Vespa scooter (zie foto) niet tegen diefstal verzekerd. Helaas werd het ding twee-en-halve week geleden voor mijn huis gestolen. Er is nu iemand die sinds die tijd ineens in het bezit is van een nieuwe grijs-metallic snorscooter, merk Vespa, model Sprint. Enig idee wie?

Volgende keer dan toch maar een diefstalverzekering?

De schoolstrijd-bijl begraven

“De drie Emmense middelbare scholen gaan hun Vmbo-opleidingen samenvoegen”, aldus het Dagblad van het Noorden vorige week. “Doordat het aantal leerlingen de komende tien jaar met een kwart afneemt, moet men anders opleidingen sluiten”. Jammer dat er een krimp voor nodig is om deze samenwerking af te dwingen. Want laten we nou eerlijk zijn: katholieke en protestante scholen zijn achterhaald. Vroeger mochten “religieuze” kinderen niet samen in één school met “ongelovige” kinderen, want dat is slecht voor hun geloof. Traditioneel kan geloof niet zo goed tegen andere meningen. Maar in dit informatietijdperk is het onmogelijk kinderen nog te vrijwaren van andere opvattingen en van heidense invloeden. Hierdoor zijn veel kinderen op christelijke scholen al lang niet meer gelovig. Zelfs docenten op de scholen-met-den-bijbel worden niet meer geselecteerd op bijbelvastheid. Er zijn nog maar weinig echte gelovigen: als ik bij een moment van stilte voor gebed bij een groot diner stiekem om me heen kijk, zie ik vrijwel niemand die zijn ogen nog sluit.

Daarom is de tijd nu rijp om de oude schoolstrijd-bijl te begraven en de drie middelbare scholen in Emmen samen te voegen tot één neutrale school. Natuurlijk kun je kinderen wekelijks nog een vrijwillig uurtje van de gewenste godsdienst geven. Maar doe daar dan gelijk ook islam bij anders gaan moslims ook weer eigen scholen stichten. Ongelovige leerlingen krijgen op dat uur dan filosofie, humanisme of levensbeschouwing. Onderwijs deze dan - voor een beter begrip van de ander - ook over de verschillende godsdiensten. En als een ouder echt meer godsdienst wil …. dan kan dat uitstekend buiten schooltijd.

Dus schoolleiders, het begin is gemaakt. Ga zo door!

Stem van het volk gekaapt?

Politici gebruiken graag kreten als “Grenzen dicht”, “Ouderen meer geld” en “Weg met Europa”. Politiek gaat echter over ingewikkelde zaken die zich niet in one-liners laten pakken. Daarom laten wij belangrijke landsbesluiten door parlement en regering nemen. Deze zijn gekozen om zich in een probleem te verdiepen en vervolgens een besluit te nemen dat “goed” voor ons is. Wat goed is voor de één , is niet altijd goed is voor de ander. Daarom hebben we politieke partijen waar je lid van kunt worden en waar je op kunt stemmen. Zo werkt onze democratie.

Vanwege de ingewikkeldheid van politieke beslissingen, heb ik nooit begrepen dat een doorgaans verstandige partij als D66 voorstander is van een referendum. Want bij een referendum breng je een ingewikkeld probleem terug tot een vraag waarop het kiezersvolk met een simpel “Ja” of “Nee” moet stemmen. Dergelijke problemen zijn er nauwelijks of niet. Daar komt bij dat een referendum gekaapt kan worden door populisten. In 2005 gebeurde dat met het referendum over een Europese grondwet. Dit ingewikkelde onderwerp werd misbruikt om de populariteit van “Europa” te meten en dus kwam de genoemde grondwet er niet. Sinds afgelopen 1 juli kunnen burgers ook zelf een referendum aanvragen door het verzamelen van 300.000 handtekeningen. Het burgercomité­-EU is dat gelukt en er komt begin volgend jaar een referendum om een verdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie tegen te houden. Overzie jij wat de gevolgen van dit verdrag zijn? Ik niet, maar ik moet straks wel stemmen. Dus vrees ik dat dit referendum weer uitdraait op een populariteitsmeting van “Europa”. De populisten broeden al weer op hun one-liners.

Geld lenen … dat niet bestaat

Stel je leent 100.000 euro van een bank voor een hypotheek. Nu denk je waarschijnlijk dat je geleende geld afkomstig is van het spaargeld van anderen. Maar dat is niet het geval. Bij het verstrekken van de lening tikt een bankmedewerker het getal 100.000 in de bankcomputer en … Ploep! Jij beschikt ineens over 100.000 euro. Je lening is slechts een getalletje in de computer van de bank, niet meer. Jouw geleende geld bestaat niet echt; tenminste niet als papier- of muntgeld. Zolang jij maandelijks netjes je rente betaalt, is er niets aan de hand en is iedereen gelukkig. Doordat banken geld uitlenen - geld dat ze dus niet hebben - ontvangen ze veel rente. Doordat ook bedrijven niet-bestaand geld lenen van de bank, kunnen ze investeren en dat is gunstig voor de economie.

Zolang de waarde van je huis stijgt en de banken vertrouwen hebben in de economie, lenen ze graag geld uit. Hierdoor wordt de hoeveelheid geld groter en dat zorgt voor economische groei. Als je je lening terugbetaalt, verdwijnt dit kunstmatige geld weer. Als veel mensen hun lening terugbetalen en banken door minder vertrouwen in de economie minder nieuw geld uitlenen, neemt de geldhoeveelheid sterk af. Dan komt de economie krakend tot stilstand…. dat hebben we de afgelopen jaren gezien.

Het is merkwaardig dat “echt” geld (zoals bankbiljetten) uitsluitend door de overheid mag worden gedrukt, maar de veel grotere hoeveelheid “niet-bestaande bankgeld” door aan stemmingen onderhevige banken mag worden gecreëerd. Onze samenleving is daardoor enorm afhankelijk geworden van banken. Zeker als je ook nog bedenkt dat deze ons hele betalingsverkeer regelen. Ik moet helaas vaststellen dat we met zijn allen overgeleverd zijn aan het humeur van commerciële banken!

Onnodige angst voor E-nummers

De tv-kok zei: “ik eet geen E-nummers” en nam een hap van een appel. Zonder te weten kreeg hij elf door hem ongewenste “E-nummers” binnen. In een appel zitten van nature duizenden verschillende stoffen waaronder een aantal vitamines (E101, E160, E300) en een aantal voedingszuren (E260, E330, E334). Omdat deze stoffen van nature in een appel voorkomen, hoeft je groenteboer ze niet te vermelden als “E-nummers”. Pas als je deze stoffen aan een product toevoegt, moet je ze als additief op het etiket vermelden met hun E-nummer.

Stoffen met E-nummers zitten van nature in veel producten. Zo krijg je bij het eten van een tomaat zeven “E-nummers” binnen. En zelfs bij het inademen van lucht krijg je er minstens drie binnen, want de luchtbestanddelen zuurstof, stikstof en kooldioxide hebben ook een E-nummer. Het gebruik van deze additieven kan verschillende functies hebben, zoals tegengaan van bederf, verrijking met vitamines, verbetering van de smaak of versterking van de kleur. De rode kleurstof (E162) uit een biet wordt bijvoorbeeld gebruikt om jam een rodere kleur te geven.

E-nummers moeten aan zeer strenge toelatingsnormen voldoen en worden uitgebreid getest op hun uitwerking op ons lichaam. Er is daarom weinig reden om bij gewoon gebruik bang te zijn voor E‑nummers. Tijdens een maaltijd krijg je duizenden voedingsstoffen binnen die niet getest zijn. Dus als je dan toch ergens bang voor wilt zijn, is er keuze genoeg.

Omdat vele “voedselgoeroes” E-nummers graag in een kwaad daglicht stellen, gaan fabrikanten er soms toe over om niet het E-nummer, maar de chemische naam op het etiket te vermelden. Bij een verdikkingsmiddel staat er dan geen E415, maar xantaangom. En bij biologische producten zet men graag “gistextract” op het etiket om te verbloemen dat er E621 aan is toegevoegd. Deze smaakversterker met de naam glutamaat zit trouwens ook van nature in tomaten en in grote hoeveelheden in Parmezaanse kaas.

Emmenaren als grondbezitters

Eind maart gaat het nieuwe Wildlands dierenpark in Emmen open. Dan zijn alle dieren verhuisd naar hun nieuwe onderkomen op de voormalige Es. Dan staat Emmen weer volledig “op de kaart”.

Twee weken geleden organiseerde de gemeente nog een inspraakavond over de bestemming van het vrijkomende gebied van het oude dierenpark, midden in het voormalige centrum van Emmen. Het Dagblad van het Noorden plaatste de volgende dag een paginagroot artikel over deze avond. Omdat het gemeentebestuur nog maar beperkt had nagedacht over de bestemming van deze locatie, was men blij met allerlei burgerideeën, aldus de krant. Onderaan het artikel stond een stukje waar en-passant melding werd gemaakt dat het stuk grond de gemeente uiteindelijk 65 miljoen euro heeft gekost. En daar zou dan nog eens 10 miljoen investeringskosten bijkomen, volgens het artikel.

En dan val ik als burger pardoes van mijn stoel. VIJFENZEVENTIG MILJOEN EURO! Dat is veel geld voor grond waar de gemeente nog niet weet wat ze er mee wil! Om dit bedrag niet zo dramatisch te laten lijken – meldt het artikel – betaalt de gemeente dit geleende bedrag af in veertig jaar.

En dan probeer ik te begrijpen over hoeveel geld we het eigenlijk hebben. Uitgaande van 100.000 Emmenaren (inclusief zuigelingen en ouden-van-dagen) wordt elke gemeente-inwoner met geleend geld voor 750 euro mede-eigenaar van de grond onder het oude dierenpark. Verder constateer ik dat een volwassenabonnement op Wildlands 75 euro per jaar kost. Boekhoudkundig werkt dat vast niet zo, maar als nu Wildlands elke inwoner van Emmen de komende 10 jaar een gratis abonnement geeft, dan …. komen we mooi uit op die vijfenzeventig miljoen euro.

Nieuws bedriegt

In de oertijd waarschuwde holbewoners elkaar als er een roofdier vlakbij was. Dit was belangrijk nieuws om te kunnen overleven. Zonder gevaar was er geen holbewoner met het “nieuws” dat er geen roofdier te zien was. Nieuws is namelijk dat wat afwijkt van het normale: dat wat nieuw is.

Wist je dat er vorig jaar 36 fietsers zijn omgekomen doordat ze geen licht op hun fiets hadden? En wist je dat er vorige jaar 250.000 kinderen thuis mishandeld werden? Waarom was dat niet in het nieuws? Als iets vaak gebeurt, vinden de media het “normaal” en heeft het geen nieuwswaarde. Als een kind daarentegen op straat wordt mishandeld, is het afwijkend en is wel nieuws.

Er is tegenwoordig via tv, internet en radio zoveel nieuws, dat je gemakkelijk een verkeerd beeld van de werkelijkheid krijgt. Van abnormale gebeurtenissen die door alle nieuwsrubrieken worden gebracht, ga je denken dat ze vaak gebeuren. Zo krijg mensen het beeld dat uitgaan levensgevaarlijk is, vliegtuigen voortdurend neerstorten, ons voedsel volstrekt niet deugt, er overal aanslagen worden gepleegd en alle politici zakkenvullers zijn. Maar gelukkig is dat niet zo. Hoe meer je het nieuws volgt, hoe normaler je afwijkende gebeurtenissen gaat vinden en …. hoe banger je misschien wordt. Zorg er dan zeker voor dat je fietslicht het doet!

Hoe oud is die schedel?

 “Julius Caesar was in Nederland! Onlangs gevonden schedels bewijzen dat deze Romein in 55 jaar voor Christus in Brabant twee complete Germaanse stammen vermoordde.”, aldus een recent krantenbericht. Maar hoe kun je na ruim 2000 jaar weten dat de gevonden schedels precies uit die tijd zijn?

Voor de bepaling van de leeftijd van schedels - en van andere organische resten - gebruikt de wetenschap de C14‑methode. Om deze te begrijpen moet je weten dat onze dampkring voortdurend wordt gebombardeerd door kosmische straling. In onze atmosfeer zit koolstofdioxidegas en een klein deel van het koolstof hierin wordt radioactief door deze kosmische straling. Dit radioactieve koolstof noemt men C14. Door radioactief verval verdwijnt het C14 weer langzaam, maar de kosmische straling zorgt steeds weer voor nieuw. De verhouding tussen radioactief C14 en gewoon koolstof heeft al duizenden jaren dezelfde waarde.

Aangezien levende planten tijdens planten voortdurend koolstofdioxide (met daarin C14) uit de lucht opnemen, bevatten ze dezelfde verhouding C14 als in lucht. Omdat mensen en dieren weer planten eten bevatten deze tijdens hun leven ook dezelfde verhouding.

Echter, na hun dood nemen plant en dier geen nieuw C14 op, terwijl door radioactief verval de hoeveelheid C14 wel langzaam afneemt. C14 verliest de helft van zijn radioactiviteit in 5736 jaar en na nog zo’n periode is dáárvan weer de helft verdwenen. Door meting van de verhouding tussen de radioactiviteit van C14 en gewoon koolstof, kan een wetenschapper berekenen wat de ouderdom is van de Brabantse schedels.

Dankzij de moderne C14-methode kunnen de Brabanders tweeduizend jaar later de Romeinse “beschaving” alsnog aanklagen voor volkerenmoord. En dan doen de Romeinen al lullig over de vernieling van een fonteintje in Rome door Nederlandse voetbalhooligans.

De toekomst begint vandaag

Ik speel elektrische gitaar en zing in een amateurbandje. Jarenlang was het een komen en gaan van bandleden. Tegenwoordig speelt mijn vrouw de piano en één avond per week gaan we met de band op onze muziekzolder muzikaal uit ons dak. Gelukkig hebben we aardige buren die van blues, jazz en pop houden. 

Al weer jaren geleden kwam vriend Eise (Jan) langs en hoorde ons spelen. Met spijt in zijn stem zei hij: “Dat had ik ook altijd graag gewild: een muziekinstrument kunnen spelen. Maar ik heb vroeger als kind nooit muziekles gehad en ben nu helaas te oud ”. Mijn spontane advies aan deze 50-plusser was: “Dan koop je morgen een basgitaar en neem je overmorgen basgitaarles. Een basgitaar is overzichtelijk en er is altijd een tekort aan bassisten”. Overrompeld reageerde hij: “Maar daar heb ik helemaal geen tijd voor!”. “Geen tijd? Natuurlijk heb je tijd! Wel of geen tijd hebben is een kwestie van prioriteit. Als je iets echt graag wilt, máák je er tijd voor.” Tot mijn stomme verbazing volgde hij mijn advies op en ging aan de basgitaar.

Toen later onze vorige bassist de band verliet, vroegen we vriend Eise om mee te spelen. Sindsdien speelt hij nu - naar tevredenheid van allen – al weer jaren de basgitaar in onze band. En passant nam hij nog een versleten drumstokje van de drummer mee die hij als aanwijsstok schijnt te gebruiken bij zijn scheikundelessen op een Emmense middelbare school.

De moraal van dit verhaal? Spijt is zinloos, want het verleden kun je niet veranderen. Als je echt iets wilt, maak er tijd voor en begin nu. Je toekomst begint vandaag.

Nut van wetenschap

“Wat heeft uw onderzoek nou voor praktisch nut?” was de onvermijdelijke vraag aan de natuurwetenschapster. De weledelzeergeleerde vrouwe (ze is Dr.) had zojuist een boeiend overzicht gegeven van de allerkleinste deeltjes. Het complete heelal bestaat uit deze elementaire deeltjes. Niet alleen deeltjes als protonen en elektronen kwamen aan de orde, maar ook mesonen, quarks en het recent ontdekte Higgsdeeltje. De allerkleinste deeltjes worden – merkwaardig genoeg - bestudeerd met het allergrootste apparaat ter wereld. Het bevindt zich bij het CERN in Zwitserland en is 27 kilometer lang. Het miljarden kostende apparaat laat met enorme snelheden deeltjes op elkaar botsen. De nog kleinere deeltjes die daarbij ontstaan, worden door duizenden Europese wetenschappers onderzocht.

Deze keer was het onderwerp dus “Elementaire deeltjes” bij het Kenniscafé Emmen. Dit café wordt door een club bevlogen Emmenaren zo’n zes keer per jaar georganiseerd in Stenden hogeschool. De inspirerende avonden gaan niet alleen over economie, techniek of filosofie, maar ook over lokale thema's zoals bevolkingskrimp en het imago van Emmen. Ik mocht ooit zelf als spreker op het Kenniscafé – samen met muzikant en zoon Vincent – een avond vullen met het onderwerp “Ontdek de muziek” over de achtergronden van muziek.

“Naast wetenschappelijke nieuwsgierigheid is het praktisch nut dat we allerlei nieuwe technieken ontwikkelen.”, antwoorde de wetenschapster. “Zo is bijvoorbeeld bij datzelfde CERN het internet uitgevonden”.

Ik kon niet nalaten haar antwoord aan te vullen: “Waarom moet dit onderzoek direct praktisch nut hebben? Al sinds de Griekse filosofen wil de mensheid weten hoe de wereld in elkaar zit en waar ze vandaan komt. Onderzoek naar elementaire deeltjes is pure filosofie.”

Op woensdag 10 februari is er weer een Kenniscafé in Stenden hogeschool. Voor 7.50 euro (inclusief hapje en drankje) heb je een aangename en leerzame avond. Onderwerp: “De toekomst van wonen en bouwen”. Eventueel aanmelden via www.kenniscafe-emmen.nl.

Logisch of niet?

“Als de Eiffeltoren hoger is dan Dom in Utrecht en de Dom is hoger dan de kerktoren van Emmen dan is de Eiffeltoren hoger dan de toren van Emmen.” Dat is logisch, hè? Een andere logische bewering is: "Mensen gaan dood. Ik ben een mens. Dus ik ga dood.” Ook deze uitspraak is logisch gezien waar.

Logica is een onderdeel van de wetenschap. Logica houdt zich bezig met conclusies uit beweringen die waar zijn of niet waar zijn. Zonder toepassing van regels van de logica zouden computers en smartphones niet werken.

Maar mensen doen helaas vaak onlogische uitspraken. Kijk bijvoorbeeld naar de bewering: “Dieven stelen. Er zijn Groningers die stelen, dus alle Groningers zijn dieven.” Deze bewering is logisch gezien vergelijkbaar met de redenering: “Vogels kunnen vliegen. Er zijn vissen die kunnen vliegen, dus alle vissen zijn vogels.” Beide beweringen zijn duidelijk onzinnig en onlogisch, maar er zijn politici die graag deze valse logica gebruiken. En dan kiezen ze niet de Groningers maar een andere bevolkingsgroep.

Wat vind je trouwens van de volgende redenering? "Bij 25% van de dodelijke ongelukken dronk de bestuurder alcohol, terwijl bij 75% van de dodelijke ongelukken koffie werd gedronken. Het is dus veiliger als een bestuurde alcohol drinkt dan koffie." De gebruikte cijfers kloppen, maar de conclusie niet!

Ook onlogisch is: “Als je veel brandweerlieden naar een brand stuurt, wordt daardoor de brand alleen maar groter”. En de logica ontbreekt zeker ook bij de zomerse constatering: “Doordat we meer ijsjes eten, verdrinken er meer mensen.” Waar zitten de fouten?

Ik erger me dood als politici op tv weer eens een onlogisch betoog houden. Maar ja, dan maak ik me druk over (on)logica terwijl Donald Trump met leugens doodleuk de Amerikaanse verkiezingen wint. De waarheid doet er kennelijk niet toe.

Ik wens je een logisch Nieuwjaar!

De zwarte professor

Ik ben best ijdel, maar niet op mijn uiterlijk. Mijn vrouw zei ooit: zwart staat je goed. Tel daarbij op dat zwarte kleding “afkleedt” en je begrijpt dat mijn schamele kleidingkast vol zwarte broeken en overhemden hangt. Ik hoef ’s morgens niet te zoeken: zwarte broek, bijpassend zwart overhemd met daaronder zwarte sokken. Ik ben in een mum van tijd klaar voor de nieuwe dag.

Met mijn kledingvoorkeur verkeer ik in goed gezelschap, want tv-professor Maarten van Rossem volgt dezelfde kledinglijn. We zien hem – behalve in een programma samen met zijn broer en zus – al mopperend zijn wijsheden verkondigen als jurylid in de tv-quiz De slimste mens. Ik ben een fan van deze geleerde. In de bibliotheek kun je CD’s lenen met zijn hoorcolleges over geschiedenis en over politieke vraagstukken. Ik heb ze allemaal beluisterd. Tijdens zijn haarscherpe analyses verwijst hij in een humoristisch bijzinnetje geregeld een complete religie of compleet land naar de prullenbak. Geweldig! Hij was één van de eersten die op tv durfde zeggen dat de Amerikaanse president George Bush jr. niet deugde. Hij noemde diens inval in Irak “volslagen idioot”. Hij werd daardoor zelfs tijdelijk van de buis verbannen, maar wat heeft deze zwarte hoogleraar gelijk gehad! De Amerikanen vielen Irak binnen, de dictator Sadam Hoessein werd afgezet en vermoord en het leger van Irak werd op straat gezet. Deze zelfde militairen vormen nu de goed getrainde, harde kern van de gevreesde Islamitische Staat.

Als je even door zijn gemopper heen kijkt, ontdek je dat onze tv-professor vaak gelijk heeft. Het is alleen jammer, dat hij zo bescheiden is J.

Loflied op de dispenser!

Er zijn van die kleine dingen waar je toch heel blij mee bent. Vijftien jaar geleden monteerde ik een shampoodispenser aan de muur in mijn douche. En blij dat ik met zo’n pompje ben!

Terwijl shampooflessen uit de winkel ontwikkeld zijn om een zo groot mogelijke kwak shampoo te leveren, geeft mijn zuinige dispenser me bij twee keer drukken een juiste en zuinige hoeveelheid voor mijn schaarse haardos. Het handige ding heeft zich in de loop van de tijd vele malen terugverdiend.

Ik was dan ook ontsteld toen ik mijn trouwe pompje aan diggelen op de tegels van mijn douche vond. Diezelfde dag nog heb ik voor ruim twintig euro een nieuw exemplaar gekocht bij de bouwmarkt. Een dubbele dispenser, voor twee soorten shampoo. Met de bijgeleverde lijm plakte ik mijn luxe aanwinst naast de douchekraan, aan een vooraf goed schoongemaakte muur. Helaas lag het ding enkele weken later al weer op de grond. Hij was nog heel, maar de lijm had hem niet gehouden.

Dus ik naar de bouwmarkt, voor nieuwe lijm. De vriendelijke servicebaliemedewerker adviseerde me een goede kwaliteit watervast dubbelzijdig plakband, kosten tien euro. Deze zuinige columnist vond dat wel erg veel voor een dispenser van twintig euro. Dat vond de man van de bouwmarkt gelukkig ook; zeker toen hij begreep dat ik dit loflied op de zeepdispenser wilde schrijven. Dus ik kreeg het plakband gratis mee van de bouwmarkt (dat zeg ik, … bouwmarkt).

Mijn dispenser hangt nu weer stevig aan de muur. Ik heb zelfs nog dubbelzijdig plakband over om eindelijk eens mijn naambord naast de voordeur op te hangen. Dat kan nog wel even duren: daarvoor moet de temperatuur eerst ruim boven de tien graden zijn.

Aftakeling van de mensheid

Wat was ik blij toen ik als veertien jarige puber een bril kreeg! Toen ik bij de opticien vandaan fietste, kon ik ineens de verkeersborden goed zien. En op school las ik moeiteloos de krabbels op het bord van de leraar. Belangrijker nog: ik ontdekte dat minirokjes in de mode waren.

Nog een geluk dat ik in de 20e eeuw leefde, want in de prehistorie zou ik mét speer - maar zónder bril - nog geen mammoet op twee meter afstand kunnen raken.  Gebrildheid is vast erfelijk, want mijn vrouw en kinderen lopen ook met een bril of contactlenzen.

In de prehistorie zou ik door mijn slechte zicht op jonge leeftijd verslonden zijn door een roofdier, nog voordat ik kinderen kreeg. Tegenwoordig kom je geen roofdieren meer tegen, neem je gewoon een bril en krijg je wel kinderen, mét een bril. Door de moderne medische wetenschap leven mensen met een erfelijke kwaal gelukkig lang genoeg om kinderen te krijgen. Maar die hebben dan wel een grotere kans op dezelfde kwalen van hun ouders.

Het overleven van de “sterkste” van de evolutietheorie van Darwin werkt voor de moderne mens dus niet meer. Erfelijke afwijkingen worden vaker doorgegeven aan het nageslacht, het aantal erfelijke ziekten neemt toe en de mensheid takelt langzamerhand af. Mensen zonder bril of lenzen zijn er bijvoorbeeld nog nauwelijks. Misschien kan de medische wetenschap een bevruchte eicel met erfelijke afwijkingen ooit vroegtijdig “herstellen”, zodat deze cel uitgroeit tot een mens zonder erfelijke ziekten.

Oude boeken lezen

Wat gaf mijn docent Nederlands destijds het recht om mij het plezier in lezen te ontnemen? Vroeger op de “lagere” school las ik zo’n beetje alle boeken van de bibliotheek in Emmermeer (die was er toen echt!). Mijn vader werkte in de Brunakiosk op het station en Roeltje – uw columnist – las elke tekst die hem voor ogen kwam.

Op de Hogere Burgerschool – de voorloper van het vwo – moest ik voor het vak Nederlands verplicht literatuur lezen. Al in de eerste klas prentte de leraar Nederlands ons in dat je voor het eindexamen dertig literaire boeken voor de “lijst” moest lezen. Ik werd verplicht oude boeken van Louis Couperus, Hildebrand en Aagje Deken te lezen. Onbegrijpelijke en uitermate onaangename lectuur voor een 14-jarige puber. Onze docent Nederlands had op slag mijn leeshonger de vernieling in geholpen. Want telkens als ik voor mijn plezier een boek wilde pakken, verlamde ik door de gedachte dat ik eigenlijk moest lezen voor de literatuurlijst.

En waarom moet dat lezen van oude boeken eigenlijk? Is het vanwege het tijdsbeeld dat een boek geeft? Dan kun je net zo goed - of zelfs beter - de film gaan zien. Of gaat het om de schoonheid van de oude taal? Dan moet een voorgelezen luisterboek ook kunnen. Of is het om de jeugd (oude) cultuur bij te brengen? Jonge mensen komen voortdurend in aanraking met cultuur. Misschien wel niet de cultuur van hun docenten Nederlands, maar zeker moderne cultuur. Of is het omdat “de jeugd sowieso niet genoeg meer leest”? Ook onzin! Jongelui lezen de hele dag door… van een beeldscherm. En wat is daar eigenlijk mis mee?

Dronken van brood

Gedroogd gist kun je bij elke supermarkt kopen. Als je dit gist toevoegt aan een suikerhoudende vloeistof zoals druivensap, komen de gistcellen weer tot leven en zetten de aanwezig suikers feestelijk om in alcohol. Daarbij komt al borrelend koolzuurgas vrij. Bij het maken van Champagne zorgt de Fransoos ervoor dat er wat van het koolzuurgas in de fles opgesloten blijft. Resultaat: een belletjeswijn met een knalkurk. Druivensap is vanwege het hoge suikergehalte van zo’n 20% (niet drinken als je wilt afvallen!) bij uitstek geschikt om wijn te maken.

Bij de bierfabricage zorgen de suikers afkomstig van gerstzetmeel samen met gist voor alcohol en koolzuurgas. Nederlanders voegen hop toe voor de bittere smaak, maar den Belg gebruikt voor de smaak ook wel vruchten zoals kersen.

Als je datzelfde gist door deeg kneedt, ontstaat evenzo alcohol en koolzuurgas. Hier is echter het koolzuurgas van belang: de belletjes laten het deeg rijzen en zorgen voor een luchtig brood. Als je goed ruikt, kun een zweem van alcohol in het deeg waarnemen. Dronken raak je er al helemaal niet van, want het beetje alcohol verdampt volledig tijdens het bakken.

Ik heb zelf wel wijn gemaakt. Dat kun je eenvoudig doen met gewone kristalsuiker, gist, water en een smaakmaker. Mogelijke smaakmakers zijn vlierbessen, fruit, eikenbladeren en zelfs jonge brandnetelbladeren. De kristalsuiker wordt in dit geval omgezet in alcohol. Je kunt natuurlijk ook pakken druivensap bij de buurtsuper kopen om zelf wijn te maken. Lekker? Geef mij maar een biertje!

Pi-dag

Stel dat je met het meetlint uit de naaikist voor de middellijn van een rond bordje 10 centimeter meet. Als je het meetlint vervolgens rondom de rand van het bord legt dan vind je voor de omtrek 31,4 centimeter. Voor elke cirkel geldt dat de omtrek gedeeld door de lengte van de middellijn de uitkomst 3,14 geeft. Probeer het zelf maar met verschillende cirkels. Dit afgeronde getal 3,14 wordt door wiskundigen aangeduid met de Griekse letter π, spreek uit: pi. Wiskundigen kunnen bewijzen dat het getal π een oneindig aantal cijfers achter de komma heeft. Tegenwoordig zijn er meer dan een miljard decimalen van π berekend. Het getal π kom je overal in de wiskunde en natuurkunde tegen.

Ik ben op 25 oktober jarig. Nederlanders geven dat aan met 25/10, eerst de dag dan de maand. In Amerika draaien ze dag en maand om en is mijn verjaardag op 10/25. Als je 14 maart op zijn Amerikaans opschrijft dan wordt dat 3/14. Omdat dit op 3,14 lijkt, wordt 14 maart in Amerika ook wel π-dag genoemd. Op π-dag worden op verschillende wiskundeafdelingen van universiteiten feest gevierd. Ter verhoging van de feestvreugde eten de geleerden dan taart (in het Engels een “pie”) en het liefst in de vorm van het teken π.

In Nederland is π-dag (nog) onbekend, maar aanstaande maandag 14 maart is het zover. Aardige toevalligheid: 14 maart is ook de verjaardag van Albert Einstein, één van drie grootste natuurkundigen ooit.

Referendum, stemmen of niet?

Aanstaande woensdag 6 april mag je voor of tegen het associatieverdrag met de Oekraïne stemmen. Kun jij overzien wat de gevolgen zijn van dit verdrag met Oekraïne? Ik niet. Ken jij de inhoud van dit verdrag van ruim 300 pagina’s? Ik niet. Weet jij wat je moet stemmen? Ik niet.

Voorstanders van het verdrag zeggen dat de grenzen om Europa door het verdrag stabieler worden. Of dat Oekraïne welvarender wordt en de corruptie zal afnemen. En ook dat Oekraïne minder afhankelijk van Rusland wordt en Europa toegang krijgt tot een markt van 45 miljoen mensen.
Tegenstanders vinden het onverstandig om de Russische president Poetin te provoceren. Of men vindt dat Oekraïne niet deugt, omdat minderheden worden onderdrukt. Of men is bang dat veel Europees belastinggeld terecht komt in de zakken van corrupte Oekraïners. Of men verwacht een golf van Oekraïners die zich over Europa verspreidt. Of men vindt Europa al ingewikkeld en groot genoeg. Of men wil eigenlijk helemaal geen Europese Unie.

Wat dit laatste betreft: een referendum kan eenvoudig gekaapt worden door populisten. In 2005 gebeurde dat met het referendum over een Europese grondwet. Dit referendum werd misbruikt om de populariteit van “Europa” te meten en dus kwam de genoemde grondwet er niet.

In het algemeen vind ik een referendum over ingewikkelde onderwerpen onzinnig. Men brengt een complex probleem terug tot een vraag waarop je slechts met een simpel “Ja” of “Nee” mag antwoorden. De werkelijkheid is helaas veel ingewikkelder. En wat de uitslag van dit referendum ook is: het is slechts een advies. Onze politici kunnen de uitslag gewoon naast zich neerleggen.

Als minder dan 30% van de kiezers gaat stemmen, is het referendum ongeldig. En dat laatste lijkt me prima. Hoewel ik onze democratie enorm waardeer en ik sinds mijn 18e jaar - uit principe - altijd heb gestemd, blijf ik bij dit referendum voor één keer thuis. Uit principe.

Geur van wit goud

Sommige mensen zijn er stapelgek op en verheugen zich er het hele jaar op. Voordat je ze kunt eten, moet je ze goed schillen en niet te lang koken. Traditioneel serveer je ze met ham, eieren en gesmolten roomboter. Ik heb het natuurlijk over asperges, door de liefhebbers ook wel het “witte goud” genoemd. Omdat de boer de aspergestengels onder een opgehoogd zandbed laat groeien, ontvangt de plant geen zonlicht en blijven de stengels wit.

Donderdag van deze week is door de aspergemarketing bestempeld als de officiële opening van het Nederlandse aspergeseizoen. De witte stengels zijn dan te koop bij de supermarkt of groenteboer, maar de ware liefhebber heeft zijn “adresje” en haalt ze rechtstreeks bij een aspergeboer. Kenners controleren de versheid door twee stengels tegen elkaar te wrijven. Een tsjirpend of piepend geluid geeft aan dat ze vers zijn.

Vanwege hun “lullige” uiterlijk worden asperges ook aangeprezen als lustopwekkend middel. Misschien verklaart dat het enthousiasme van de fanatieke asperge-eter, maar ik zou die claim niet serieus nemen. Asperges zijn behoorlijk aan de prijs en als je de schillen hebt verwijderd, blijft er niet zoveel over. Eenvoudig opgegroeid in de jaren 50 en 60, heb ik ze waarschijnlijk daarom pas op latere leeftijd voor het eerst vers gegeten. Bij een toiletbezoek meteen daarna rook ik die vreemde, zoete, weeë geur. Asperges bevatten de stof Asparagusinezuur die in het lichaam snel uiteenvalt in onwelriekende zwavelhoudende gassen. Via de urine verdwijnen deze in het toilet, maar een deel van de gassen komt vrij in de lucht. Niet iedereen heeft last van aspergegeur. Weliswaar produceert iedereen de gassen wel, maar niet iedereen beschikt over de juiste reukcellen om de “geur van het witte goud” te ruiken.

Platte kat

Het is al weer lang geleden. De winterse gordijnen waren dicht toen er werd gebeld. Voor de deur, in het donker stond een overbuurman. Met een bedrukt gezicht zei hij: “volgens mij hebben we jullie kat gevonden, op de Brinkenweg, platgereden door een auto.” Aangeslagen gingen mijn vrouw en ik mee naar zijn sombere schuurtje. In een doos lag een vrijwel ongeschonden, maar platte kat. Nu kon ik natuurlijk de flauwe grap maken van “dat is mijn kat niet, want die is niet plat”, maar het beest in de doos was duidelijk onze zwart-witte huisgenoot. Op zo’n droevig moment is zo’n grap ook niet gepast, dus ik slikte hem tijdig in. Verdrietig namen we de‑dode-poes‑in‑de‑doos mee naar huis.

We hebben “Zwart-wit” diezelfde avond nog begraven, in het donker, achter ons huis op de dijk van het Oranjekanaal. Onder de troostende werking van een glas wijn, treurden we over het verlies van ons trouwe roofdiertje. Het ergste was: ”hoe vertellen we het de kinderen?”. De kat was sinds drie jaar bij ons in huis en ons kleine grut was gek op het beest.

Net toen we met ons tweede glas wijn hadden ingeschonken, bewogen de gordijnen en hoorden we een harde plof op het parket. We keken elkaar aan en vervolgens naar onze nog slaperige, maar springlevende kat. Ik had gelijk: hij was niet zo plat als de begraven poes in de doos. Het beest werd uiteindelijk 16 jaar oud.

Vrouwen ook niet

Hangend op haar stoel belt ze met haar vriendin, twittert met haar vriend en leest een studieboek, terwijl een DJ op de radio zijn gebruikelijke onzin uitkraamt. Multitasking heet dat: allerlei taken gelijktijdig uitvoeren. “Ze” zeggen dat vrouwen daar erg goed in zijn. Nou, vergeet het maar: dat is een fabeltje! Vrouwen kunnen net zo min als mannen multitasken. Bij multitasking ben je voortdurend bezig om te schakelen tussen verschillende activiteiten. En – net als bij het omstellen van een machine in een fabriek – kost het omschakelen naar een andere taak bij een mens ook extra tijd.

Als je slim met je tijd om wilt gaan, werk je aan één ding tegelijk en laat je je niet voortdurend afleiden. Want wie kent het niet: je bent met ie ts bezig en dan piept je mobieltje dat er een bericht binnenkomt. Na het lezen van het – meestal onnozele – bericht, ben je vergeten waar je mee bezig was en kost het tijd om de draad weer op te pakken. Bij goed timemanagement ben je zoveel mogelijk met één ding tegelijk bezig.

En nu het toch over timemanagement gaat. De belangrijkste regel van timemanagement is vervat in het oude spreekwoord: “stel niet uit tot morgen wat je ook vandaag kunt doen.” Een verslag schrijf je bijvoorbeeld het best direct ná de vergadering. Hoe langer je wacht, hoe meer tijd het kost … en hoe minder nut het verslag voor anderen heeft. Bovendien hangt de uitgestelde taak als een donkere wolk boven je en je moet haar ook nog onthouden. Een uitgevoerde taak kun je vergeten. En doe vooral vervelende dingen het eerst. Dan ben je ervan af en kun je bezig met leuke zaken.

Maar doe je echt aan timemanagement, dan pas je de variant op genoemd spreekwoord toe: ”stel niet uit tot morgen wat je vandaag een andere kunt laten doen!”

We zijn in oorlog

 “Het lijkt wel of we in oorlog zijn en het komt steeds dichterbij” zei de dame toen ze hoorde over de bomaanslagen in Brussel. Haar partner: “maar, we zijn al een hele tijd in oorlog!” En zo is het. Als Nederlandse F16-straaljagers bommen gooien op IS-stellingen in Syrië, dan is dat oorlog. Iets anders kun je daar niet van maken. Onze politici gebruiken het woord oorlog niet graag. Na de Tweede Wereldoorlog voerde Nederland oorlog in Indonesië. Verzachtend werden dat toen “politionele acties” genoemd: alsof de politie daar boeven moest vangen. In werkelijkheid was dat een ordinaire oorlog waar Indonesische vrijheidsstrijders af wilden van een eeuwenlange bezetting door Nederland.

Het kostte maanden debatteren voordat gewetensbezwaarde Kamerleden uiteindelijk vóór de Nederlandse IS-bombardementen hebben gestemd. We moesten toch echt onze internationale bondgenoten tevreden houden. Sinds vorige week blijkt dat onze F16-straaljagers niet beschikken over de juiste communicatiesystemen om boven Syrië te kunnen bombarderen. Zoiets geloof je toch niet! Dat móet toch al lang bij het Ministerie van Defensie bekend zijn geweest. En als dat niet zo is, dan worden we beschermd door amateurs. We staan nu in ieder geval internationaal flink in ons hemd: wel mee doen aan een “missie”, maar niet de juiste spullen hebben! Als wij kennelijk in oorlog zijn met de IS‑barbaren, dan mag het geen verrassing zijn dat ze ook richting Brussel komen, of zelfs dichterbij.

Zinloze voorjaars modder

En dan sta je ineens met een moddergezicht je stoep schoon te spuiten! Mijn dochter vroeg een hogedrukspuit op haar verjaardag, voor haar nieuwe huis. In de bouwmarkt zag ik een hoge toren staan met nog-hogere-drukspuiten en mijn overbuurman spoot fanatiek zijn oprit schoon met een zo’n ding. Ineens zie je die apparaten overal. Hierdoor – en door het voorjaar – werd ik ook ineens besmet met het spuitvirus. Ik leefde me hoge-drukspuitend helemaal uit op de stoepjes rondom ons huis. Helemaal niet “mijn ding” en ook volslagen zinloos: stoepjes worden toch snel weer vies.

Nu ben ik niet zo bang voor “zinloos”, want volgens mij is het leven zinloos. Er is geen zingeving van een hogere macht of zo. En als je je leven toch een soort zin wilt geven, dan moet je daar zelf voor zorgen. Je stelt jezelf een doel en gaat daar vervolgens mee aan de slag. Zo kun je vluchtelingen helpen, collecteren voor een goed doel, een column schrijven of – in dit geval - de stoep schoonspuiten. En als je doel is bereikt, dan voel je je voldaan. En dat is prettig. Dat past weer goed bij mijn lijfspreuk: “je moet het zelf leuk maken”.

Maar of dat spuiten nou zo leuk is? Niet als je veertien uur lang bezig bent algen, mos en gras van de stoep te spetteren, terwijl de muren van je huis steeds meer bevlekt raken. Aardige voorbijgangers leven me je mee met opmerkingen als “goed bezig”, “heb ik ook pas gedaan” en “vies hè?” En zij die zwijgend voorbij trekken hoor ik bijna glimlachen om mijn moddergezicht. Aan het eind – na het maken van bijgaande foto - is het zinvol de prut af te spoelen onder de douche.

Mag wel …

Je kunt me bijna niet kwader krijgen. Je hebt iemand op bezoek, dan vraag je of hij een kop koffie wil en dan krijg je als reactie "mag wel..." Net alsof de ander jóu een gunst verleent als hij een kop koffie van jou opdrinkt. Dan moet je je vervolgens in de keuken afzonderen om het koffieritueel met je koffiemachine uit te voeren. Pas na vijf minuten ben je terug met twee koppen koffie.

"Wil je er een koekje bij?" "Doe maar..."  Aaarrrrgh!! Opnieuw naar de keuken, voor iemand die het kennelijk allemaal niet wil. Kijk, ik vind het leuk om koffie met koekjes te serveren, maar wil dan graag het gevoel krijgen dat ik de ander er een plezier mee doe.

Dus, beste Drenten, Groningers en wellicht ook Friezen. Als iemand je vraagt of je koffie of iets anders wilt, dan zeg je niet “mag wel” of “doe maar”, maar gebruik je teksten als "graag", "lekker" of zelfs "heerlijk". Iemand doet iets voor je en daar mag je best een beetje enthousiast over doen. En als je zo niet in elkaar zit, dan doe je maar net alsof!

Misschien dat "mag wel" en "doe maar" wel uit een soort noordelijke bescheidenheid voortkomt, maar stop daar mee. Bescheidenheid leidt nergens toe. En je kunt het ook prima afleren: het is mij ook gelukt. Ik was vroeger ook een veel-te-bescheiden mannetje. Nu ben ik ben zelfs wel eens onbescheiden. En als iemand mij het vraagt, dan wil ik graag een "lekker" kopje koffie met een "heerlijk" koekje.

Gênante tanden

Om een mening te vormen vind ik een discussie voeren belangrijk. Ik houd er van om zaken van verschillende kanten te bekijken. Een oordeel geef ik meestal op basis van informatie. En als iemand met goede argumenten komt, dan verander ik gewoon van mening. Dat maakt mij ongeschikt voor de politiek, want een politieke debat is bedoeld om gelijk te krijgen en niet om van mening te veranderen.

Meestal heb ik over een onderwerp daarom pas een oordeel, als ik me er eerst in heb verdiept. Ik houd van een onderbouwde mening. Vandaag maak ik in deze column echter een uitzondering: ik heb een uitgesproken mening over bepaalde tv-programma’s die ik nog nooit zag. Ik vind bijvoorbeeld het programma “gênante tanden” verschrikkelijk. Ik heb er nooit naar gekeken, maar volgens mij is het absoluut waardeloos. Net als het programma “hotter dan mijn dochter”, “obese” en het programma “gênante lijven”. Ik heb deze ook geen van allen gezien, maar ik vind ze drie-keer-niks. Ook het programma “Big Brother” heb ik nooit gezien, maar dat was ook prut. En ik ga ook niet kijken naar toekomstige programma’s van RTL zoals: “wie heeft de grootste oren”, “wie heeft de kleinste piemel”, “wie doet het het vaakst”, “wie heeft het grootste litteken” of “wie heeft de mooiste drol”. Ik ga dat allemaal niet zien. En als jij er nou ook niet naar kijkt, houdt dit soort voyeurisme misschien eindelijk eens op. Want als je blijft kijken, houd je dit soort programma’s via reclame-inkomsten in stand.

En dan te bedenken dat de NPO allerlei discussieprogramma’s - zoals “Pauw” - al vanaf begin deze maand niet meer op tv laat zien vanwege het zomerseizoen.

Droomfeest bij tennisclub

“Wil je dat nooit meer doen!” zei buurman Coen. “Ik krijg dat liedje niet meer uit mijn kop”.

Wat is het geval? Mijn vrouw Dia zingt en speelt piano in de gelegenheidsband van TennisClub Bargeres. Komende zaterdag viert deze club haar 35 jarig bestaan met een groot feest. Het zeer actieve bestuur heeft een flink aantal leden zo gek gekregen een muziekband te formeren die – in wisselende samenstelling – de avond muzikaal gaat opluisteren. Vrouwlief doet mee aan meer dan twintig nummers en vriend Eise Jan gaat met zijn basgitaar ook flink aan de slag. Hij is zelfs aan het oefenen! Dia en Eise Jan spelen beiden ook in “mijn” band en soms oefenen we enkele van de nummers van de Tennisclubband op onze muziekzolder.

Zo ook het liedje “Droomland” van André Hazes en Paul de Leeuw. Ik vind het heerlijk om deze smartlap mee te jubelen, op onze muziekzolder, mèt microfoon en mèt versterking. Èn dus voor de hele buurt te horen! En dat “Droomland” was precies het lied dat buurman Coen niet meer uit zijn hoofd kreeg. Sommige liedjes hebben dat. En zelfs bij het schrijven van deze column kruipt het lied weer in mijn hersenpan. Misschien heb jij dat zelfs wel tijdens het lezen van dit verhaal. Mocht dat niet zo zijn: even luisteren op Youtube en … je hebt “Droomland” gegarandeerd tot morgenvroeg in je hoofd, ook in je dromen.

Stofzuiger Jupiter

Na een reis van vijf jaar kwam onlangs het ruimtevaartuig Juno in een baan om de planeet Jupiter. Juno bezocht eerst de planeet Mars en werd vervolgens door slim gebruik te maken van de zwaartekracht van de aarde naar de reuzenplaneet Jupiter geslingerd. Jupiter is de grootste planeet van ons zonnestelsel. De planeet is zo groot dat de aarde er 1000 keer in past. Een rondje van Jupiter om de zon duurt geen jaar – zoals bij de aarde – maar wel twaalf aardse jaren. Daarentegen draait Jupiter zo snel om zijn eigen as dat een dag op Jupiter geen 24 uur duurt, maar slechts een kleine tien uur. Deze gigantische planeet is van enorm belang voor de aarde. Door zijn enorme zwaartekracht vangt Jupiter allerlei rondvliegende objecten in de ruimte af. Deze storten neer op Jupiter en dus niet op aarde. Jupiter wordt daarom wel de “stofzuiger” van ons zonnestelsel genoemd.

Jupiter staat vijf keer zover van de zon af als de aarde. Om het ruimtevaartuig Juno in een baan om Jupiter te brengen, moest het voertuig heel precies worden afgeremd. Alles ging vorige week goed: een wetenschappelijke topprestatie! En even bijsturen vanuit aarde was er niet bij, want een radiosignaal doet er drie kwartier over om Juno te bereiken. Over twee jaar, op 20 februari 2018 laat men het ruimtevaartuig neerstorten op Jupiter.

In het juiste jaargetijde en bij nacht, prijkt Jupiter als fel hemellichaam aan de donkere hemel. Als iemand je vraagt welke heldere ster hij ziet, dan kun je gerust gokken op Jupiter. Leg dan ook even uit dat Jupiter geen ster, maar - net als de aarde - een planeet is die rondjes draait om onze eigen ster de zon. En als je Jupiter ziet, bedenk dan dat “onze” Juno er omheen draait.

Ome Kees

Op mijn Emmense middelbare school (het huidige Hondsrugcollege) hadden veel docenten bijnamen. We hadden Moos, Judas, Lukas, Johannes, Bullie en Jam. Biologiedocent ome Kees sprong eruit. Als puber vonden we alle docenten oud, maar ome Kees was echt op leeftijd. Daarbij was de man daarbij zo slank dat wij hem soms opzettelijk verwarden met het skelet dat ook voorin de klas stond. Ome Kees was een aardige en man, wat als docent van pubers behoorlijk in je nadeel kan werken.

Maar het is deze man voor wie ik met terugwerkende kracht veel respect heb. Het was de tijd dat Johnson president was van Amerika en de Vietnamoorlog op zijn hevigst was. Ome Kees plakte een pamflet op het raam van zijn huis met de boodschap "Johnson oorlogsmisdadiger". Vanwege de belediging van een bevriend staatshoofd moest hij voor de rechter verschijnen en werd veroordeeld. Ik weet het niet meer precies, maar hij kreeg een boete of moest zelfs enige dagen in het gevang doorbrengen. En dat terwijl de man groot gelijk had. Als je als president de inwoners van Vietnam systematisch bombardeert met brandbommen en chemische gifstoffen, dan ben je toch echt een oorlogsmisdadiger.

Ik moest aan ome Kees denken toen – enige tijd geleden – een Duitse komiek de Turkse president Erdogan flink beledigde: de belediging van een bevriend staatshoofd van Duitsland. Ik vroeg me af of je in Nederland bevriende staatshoofden ook nog steeds niet mag beledigingen. Dat ga ik nu even proberen, dus daar gaattie….

"George Bush leugenaar!" Oud-president George Bush jr begon een oorlog in Irak omdat daar massavernietigingswapens zouden zijn. De wapens zijn nooit gevonden. En het beledigen van een mogelijk toekomstig staatshoofd. Mag dat wel? Ook even proberen: "Donald Trump blaaskaak!". Ik geef toe, niet zulke sterke beledigingen als van Johnson of Erdogan, maar bedenk: het is pas mijn eerste keer. En nu afwachten wanneer de dagvaarding van de rechter op mijn deurmat valt.

Banden plakken of strijken?

Het opvoeden van kinderen is ingewikkeld. Tijdens de opvoeding kun je verschillende fasen onderscheiden, zoals het volgende voorbeeld met vader en dochter laat zien.

In de eerste fase ontdekt vader een lekke band aan het fietsje van zijn peuter en plakt hem. Eenmaal kleuter ontdekt het meisje de lekke band zelf en vraag vader die te repareren. In de volgende fase doet vader voor hoe je een lekke band kunt repareren en de volgende lekke band plakt ze zelf. Nog een stap verder, leert vader haar zelf uitzoeken hoe je andere reparaties uitvoert. Maar vader is nog niet klaar. Hij stimuleert nieuwsgierigheid bij zijn dochter, zodat ze niet alleen fietsen kan repareren, maar ook andere problemen kan oplossen. In de ultieme ontwikkelingsfase schrijft het inmiddels volwassen geworden kind zelfstandig deze column over het repareren van een lekke band.

Traditioneel zijn vaders de klos bij fietsreparaties, maar een geëmancipeerde moeder kan natuurlijk evengoed het “bandplakken” onder haar hoede hebben. Om feministisch kritiek te voorkomen, leert in deze column vader niet zijn zoon, maar zijn dochter banden plakken. Ondertussen leert zoonlief van zijn moeder hoe hij zijn shirt moet strijken. Volgens de dames van de buurtbarbecue afgelopen weekend is strijken nog steeds een “vrouwending”, maar bij mij thuis is dat niet het geval: mijn vrouw strijkt nooit. Ik ook niet, trouwens. Gewoon de juiste kleren kopen.

Neerstortende Marslander

Om dingen te kunnen meten gebruiken we in Nederland de meter, de liter en de kilogram. Deze eenheden kun je gemakkelijk omrekenen. Zo is een kilogram 1000 gram, een meter 100 centimeter een kubieke meter 1000 liter. Deze eenheden horen bij het “decimale metrieke stelsel” dat we nog aan de Franse revolutie en Napoleon te danken hebben. Bijna alle landen ter wereld gebruiken dit stelsel en in de wetenschap is het verplicht.

De inwoners van de Verenigde Staten gebruiken echter nog steeds verouderde eenheden als de yard en de mijl (voor lengte), de gallon en de pint (voor inhoud) en de pound en ounce (voor gewicht). Alleen twee andere ontwikkelingslanden Liberia en Myanmar gebruiken deze eenheden nog. Zelfs England is 50 jaar geleden al over gegaan op het metrieke stelsel.

Als de Amerikanen voor huis-tuin-en-keukengebruik een lengte meten, rekenen ze dus in mijlen. Hierbij is een mijl 1760 yard, is een yard 3 voet en is een voet 12 inch. En een inch is dan weer 2.54 centimeter. Kun je het nog volgen? Op Amerikaanse universiteiten rekenen ze wel in “ons” metrieke stelsel. Amerikaanse studenten krijgen daarom op universiteiten uitgebreid cursus in het omrekenen van “hun” maten naar metrieke. Dat die omrekening goed mis kan gaan bleek in 1999. Toen stortte een ruimtevaartuig van de NASA te pletter op de planeet Mars, omdat de ene ingenieur in meters rekende, terwijl een ander yards (zo’n 90 cm) gebruikte. De Marslander “landde” 50 meter onder de grond: schade 125 miljoen dollar.

Inhoud meten Amerikanen in gallons. Hierbij is een gallon 4 quarts en is een quart is 2 pint. En een pint is 0,473 liter. Kijk, en dat is nu het voordeel voor die gekke Amerikanen. Als ìk een biertje bestel, krijg ik maar een kwart of een derde liter; als zij een pint bestellen krijgen ze bijna een halve liter!

Ons laatste referendum

Weet je het nog, het referendum over het verdrag met Oekraïne? In een vorige column heb ik mijn ongenoegen over referenda al uitgesproken. Bij een referendum breng je een ingewikkeld probleem terug naar een simpele vraag die je slechts met Ja of Nee mag beantwoorden. En dat is een onzalig idee, omdat de wereld niet simpel is. Daar komt bij dat referenda worden “gekaapt” door lieden die hun ongenoegen over iets anders willen laten blijken. Tel daarbij op dat maar weinig burgers stemmen (31%) en je kunt concluderen dat zo’n referendum helemaal niet zo democratisch is als het lijkt. Terwijl de meerderheid van de stemmers bij het Oekraïnereferendum tegen het verdrag was, gaat dat verdrag volgens het laatste nieuws gewoon door: Europa heeft helemaal geen boodschap aan ons referendum.

Onze Engelse buren hebben zichzelf via het Brexitreferendum uit Europa gestemd. Onderbuikgevoelens over grote aantallen vluchtelingen was één van de redenen. Na de uitslag kregen veel Britten acuut spijt van hun Brexit stem. Te laat: Engeland gaat de Europese Unie verlaten.

Mijn stelling is dus: referenda, niet doen! Vooruit, we doen het nog één keer. We organiseren nog een laatste referendum over het afschaffen van het referendum. Dan kom ik deze keer wel stemmen!

Druk, druk, druk!

Op de trap kwam ik een oude bekende tegen en riep: “Hoe is het?” Met een rood hoofd antwoordde de ander: “Druk, druk, druk, druk!”. En weg flitste hij weer.

Als iemand je in het voorbijgaan vraagt ”Hoe is het?” is dat bedoeld als groet. In onze cultuur hoor je dan luchtig te zeggen dat het “goed” met je gaat. Soms gaat dat mis en krijg je een echt antwoord. Dan sta je opeens op de trap uitgebreid over allerlei enge ziektes te praten. Sinds ik gedonder heb gehad met mijn gezondheid, beantwoord ik daarom de Hoe-is-het-vraag  standaard met “het meeste gaat goed”.  En als je echt wilt weten hoe het met me gaat, dan nemen we daar de tijd voor onder het genot van een kop koffie.

Bovendien als je het “Druk, druk, druk, druk!” hebt, dan doe je iets niet goed. Je moet dan echt eens gaan nadenken over je prioriteiten. Of volg eens een cursus timemanagement. Sommige mensen roepen dat ze het zo druk hebben, om te voorkomen dat ze iets moeten doen waar ze geen zin in hebben. Anderen hebben het vooral druk met het uitgebreid vertellen dat ze het zo druk hebben.

Jiska en pasja

Mijn vrouw en ik zijn ruim drie jaar opa en oma. We mogen genieten van Otto van drie en Jiska van twee jaar oud. Ik heb ontdekt dat alle clichés over grootouders kloppen. Natuurlijk zijn ónze kleinkinderen de leukste, de slimste en de liefste! Het is geweldig te zien hoe dat kleine grut opgroeit en de wereld ontdekt. Opa Roel maakt honderden foto’s en heeft zelfs onlangs een videocamera gekocht. En het voordeel van kleinkinderen is, dat ze na drie dagen logeren weer afscheid nemen en opa en oma voldaan - maar afgepeigerd - ­achterlaten.

Otto kan goed uitleggen wat hij wil, maar kleine Jiska brabbelt nog maar een beetje. Weliswaar complete zinnen, maar met meestal onbegrijpelijke woorden. Haar moeder – mijn dochter dus – verstaat dit geheimtaaltje inmiddels redelijk, maar lang niet altijd. Helaas kan kleine Jiska ontzettend boos worden als ze iets wil, maar niet begrepen wordt. Zo stond ze onlangs stijf van woede toen ze haar moeder – zonder succes - iets duidelijk probeerde te maken. “Pasja, pasja”, riep ze. Mijn dochter probeerde van alles om te begrijpen wat het kleine ding probeerde te vertellen, maar het wichtje werd roder en bozer. Ineens zag mijn  dochter het licht en vroeg: “Otto, weet jij wat Jiska wil?”.

“Ja, hoor” tolkte het driejarige broertje. “Jiska wil een boterham met pastachoca.”. En inderdaad, Jiska wilde een boterham met pastachoca…..

Met een bruinomrand snoetje en een nog rood hoofdje at ze tevreden haar boterham op.

Rector Haveman en spijkers

 “Ben jíj nou Roel Grit?”. Mijn verbazing was groot. Hoe kende rector Jan Haveman van het Hondsrugcollege mijn naam? Ik had nooit les van hem gehad. Bovendien was hij tijdens mijn puberteit geen rector van mijn middelbare school het CSG, zoals het Hondsrugcollege toen heette.

Deze bijzondere ontmoeting had ik twintig jaar geleden tijdens een reünie van mijn Emmense middelbare school. De reünie vond plaats in “ons” oude schoolgebouw aan de Baander. Deze tempel van kennis moest plaats maken voor winkels. Grootgrutter Albert Heijn ging een supermarkt bouwen op de heilige grond van mijn jeugdherinneringen.

“Ik lees jouw naam elke dag.” lichtte Haveman toe. “In mijn schuur, op mijn spijkerdoos.” Hij ging verder: “bij een schoolse opruimactie heb ik ooit jouw oude tekendoos gered van de vuilnis. Ik gebruik hem al jaren voor het bewaren van spijkers. En op die tekendoos staat met koeienletters de naam Roel Grit.”

Vorige week – twintig jaar later dus - ontmoette ik de gepensioneerde rector in het Atlastheater. Ik stapte op hem af en vroeg of hij mijn tekendoos nog steeds bezat. Uiteraard herkende de 78 jarige oud-schoolbestuurder mij niet meer, maar hij kende nog wel het verhaal van mijn tekendoos. “Als ik hem nog heb, krijg je hem terug”, bood hij spontaan aan en gaf me zijn kaartje.

De volgende dag belde ik hem op. “Ik heb hem nog hoor! Kom hem maar halen!” Na het uitwisselen van enkele herinneringen nam ik mijn oude tekendoos mee naar huis, 45 jaar nadat ik hem achterliet op school. De tekendoos-met-mijn-naam-erop staat nu vol schrijfspullen op een plank in mijn werkkamer. Vol schrijfspullen, want tekenen kan ik nog steeds niet, aan spijkers heb ik een hekel en schrijven doe ik graag.

Zapper kwijt: opgeruimd huis

Ik heb het maar niet over President Donald Trump. Er zijn immer nog grotere rampen. Want wat is bijvoorbeeld voor een man het ergste om kwijt te raken? Zijn portemonnee? Zijn autosleutels? Zijn telefoon? Allemaal mis… het is de afstandsbediening!

Kwijt zijn betekent meestal dat het ding niet naast je op de bank ligt, maar op tafel of onder een krant of zo. Maar wat doe je als je hem echt kwijt bent en de tv staat op één van de vele programma die je echt niet wilt zien? Rampzalig! Je hebt overal gezocht en nadert het moment van absolute wanhoop. Dan is er nog maar één ding wat je dan nog kunt doen … opruimen!

Dus je begint op te ruimen in de woonkamer. Je werkt je een weg door de gang, je werkkamer en zelfs de schuur wordt aangepakt. Halverwege je opruimwoede, krijg je een helder ogenblik. De bank! Je hebt zo’n grote, hoekige bank met van die spleten tussen zitting en rug. Daar is nog nooit iets tussen geraakt, maar hij kan er deze keer tussen gevallen zijn. In je paniek haal je je hand open aan een spijker en graait in de ruimte onder de springveren van je huislijke troon. En net als je het wilt opgeven, voel je de vertrouwde toetsen van de afstandsbediening, jouw afstandsbediening. Gevonden!

En daar zit je dan zappend op de bank … met een half opgeruimd huis.

 Onfortuynlijk

"Drie weken geleden beweerde u nog iets anders, meneer Fortuyn" sprak de journalist. De politicus antwoordde: "ik heb er nog eens over nagedacht en ik had ongelijk." Meesterlijk, een politicus die na een discussie van mening verandert en dat nog toegeeft ook. Pim Fortuyn was een intelligente man. Hij had vooral kritiek op de omvang van de instroom van mensen, maar was geen racist. Bovendien was hij slim genoeg om van mening te durven veranderen en had bovendien visie op veel andere politieke onderwerpen. Ik had het “experiment Fortuyn” wel mee willen maken. Helaas is de professor door een verknipte geitenwollen sok vermoord.

Een politicus als Geert Wilders loopt helaas weg voor discussies. Hij roeptoetert eenzijdig zijn berichtjes van 140 letters de wereld in. Twitterend dat Nederland terug moet worden gegeven aan de Nederlanders. Want: we moeten terug naar “onze” oude waarden en normen … Maar wat zijn dan de waarden en normen van “de” Nederlander? Zijn dat de waarden en normen van motorclub No Surrender? Of van studentenvereniging Vindicat? Of van de leden van een zwartekousenkerk? Of van de vereniging van Alkmaarse kaasdragers? “Onze” waarden en normen bestaan niet! Of je moet de normen bedoelen die in onze wetten zijn vastgelegd. Maar ja, daar moet iedereen zich gewoon aan houden. Anders krijg je last met de rechter.

Normen – het woord zegt het al – gaan over wat je normaal vindt. Eén oude norm zou ik graag terug zien in de politiek. Namelijk dat politici – graag in fatsoenlijke taal – normaal met elkaar in debat gaan en er niet voor weglopen. Dan kun je de ander misschien overtuigen, maar ook je eigen mening eventueel bijstellen. Net als professor Pim dat deed.

Gestemd? Dan nu kiezersbedrog!

Heb je ook gestemd? En… hoe voelt dat nu om gelijk te hebben? Want volgens de politiek "heeft de kiezer altijd gelijk". Onzin natuurlijk, want voor sommige stemmers is een verkiezing een populariteitsmeting en wordt de keuze pas in het kieshokje gemaakt. Sommige zwevende kiezers hebben geen idee waar ze op moeten stemmen. Mijn politiek bewuste opticien zei ooit: “Je zou bij het stemhokje mensen een paar eenvoudige vragen over politiek moeten stellen. Alleen als ze die goed beantwoorden, mogen ze stemmen”. Ik voel daar wel wat voor. Nu is de stem van een ongeïnformeerde of ongeïnteresseerde kiezer net zoveel waard als iemand die zich hevig verdiept in de politiek.

En... heb je gestemd met je gevoel, met je onderbuik of met je verstand? Of heb je zelfs strategisch gestemd? Dan breekt voor sommigen nu de tijd van ontgoocheling aan. Want alleen bij een meerderheid krijgt een partij zijn zin. Door ons meerpartijensysteem onderhandelen partijen over hun standpunten en maken ze hun idealen nooit geheel waar. Onwetenden noemen dat kiezersbedrog. Volgens mij is dat onderhandelen maar goed ook. Want je kunt extreem rechts zijn of extreem links, maar de ingewikkelde waarheid ligt vaak in het midden. En dat vermeende kiezersbedrog trekt de extremen lekker naar elkaar toe.

Ik ben het met trouwens met geen enkele partij volledig eens. Ik zou graag een kiesstelsel zien, waar je tien punten mag verdelen onder partijen. Een punt hier, een punt daar en elders nog wat meer. Nu krijgt slechts één partij mijn gehele stem. Daar is trouwens een truc voor. Je stemt niet alleen op het programma van een partij, maar ook nog op een vrouw (er moeten meer vrouwen in de politiek). En als die vrouw ook nog uit Emmen komt, dan heb je eigenlijk drie stemmen uitgebracht.

Mens als gloeilamp?

Een moot zalm, een handvol pinda’s, een gebraden speklap of een punt slagroomgebak. Allemaal voedingsmiddelen met veel vet. Vind jij vet eten ook lekker? Dat is niet zo vreemd. Wij mensen halen onze energie uit voedsel. Onze belangrijkste energieleveranciers zijn vetten (en oliën), eiwitten en koolhydraten. Zetmeel en suikers zijn de belangrijkste koolhydraten. In een gram vet of olie zit meer dan twee keer zoveel energie als in een gram eiwit of koolhydraat. In een gram vet zitten 38 kilojoules aan energie, terwijl een gram eiwit of koolhydraat slechts 17 kilojoules bevat.

In het begin van de mensheid was voedsel schaars. Omdat een vetliefhebber meer energie binnenkreeg, had hij meer kans om te overleven. Niet-vetliefhebbers gingen bij hongersnood eerder dood: vetliefhebbers bleven dus over. De evolutietheorie van Charles Darwin op zijn best. Dat je vet lekker vindt is het gevolg van de evolutie en is dus “normaal”. De keerzijde: tegenwoordig kennen wij in Nederland nauwelijks voedselschaarste, maar onze voorliefde voor vette producten is gebleven. En de overmaat aan energie slaan wij op in ons lijf als … vet!

Niet alleen mensen gebruiken energie, elektrische apparaten doen dat ook. Hoeveel energie dat is, staat op het apparaat aangegeven in het aantal watt. Een ouderwetse, flinke gloeilamp gebruikt 100 watt. Dat is hetzelfde als 100 Joules per seconde. Als je weet dat wij zo’n 10.000 kilojoules per dag gebruiken en je weet hoeveel seconden er in een dag zitten, kun je eenvoudig uitrekenen hoeveel Joule aan energie wij per seconde gebruiken. Dat blijkt zo’n 110 Joule per seconde te zijn, dus 110 watt.

Moeilijk sommetje? Onthoud maar dat het niet gek is dat je vet eten lekker vindt en dat jij net zoveel energie gebruikt – en warmte produceert – als een gloeilamp van ruim honderd watt. Op een bijeenkomst met twintig mensen heb je twintig kacheltjes en kan het flink warm worden.

Kratjes op aanrecht

Mijn vrouw en ik doen om de week de boodschappen. Gewapend met een briefje waarop een handvol boodschappen, slaan we ’s zaterdags in voor de hele week. Boodschappen doen is best ingewikkeld. Je moet maar net tussen het waanzinnige tandpasta-assortiment en massa deodorantgeuren de juiste weten te vinden. Verder gaan artikelen voortdurend door je handen. Bij het schap het karretje in, maar bij de kassa er alles er weer uit. Na het scannen gaat alles van de band in twee boodschappenkratjes en een tas.

Dit kan korter, want in mijn supermarkt mag je tegenwoordig met een handscanner zelf scannen. Voor mìj werkt dat niet. Na vijf boodschappen vergeet ik te scannen, maar ontdek dat pas na tien boodschappen. Zoek dan maar uit wat je nog niet hebt gescand! En die ramp overkomt me dan een paar keer tijdens mijn rondgang door de winkel. Nee, zelf scannen is aan mij niet besteed.

Wat natuurlijk veel handiger is: de fabriek monteert op elk product een elektronisch chipje met een unieke code, jij rijdt je boodschappenkarretje in zijn geheel door een poortje en met radiogolven worden alle chips in één keer gescand. En … klaar! Technisch is dat mogelijk en ook kosten die chips nog maar een paar cent per stuk. Helaas is het systeem nog fraudegevoelig, want de chips zijn eenvoudig te vernielen of onzichtbaar te maken voor radiogolven door ze te omwikkelen met aluminiumfolie. Door de slechtheid van de mens duurt het nog wel even voordat dit systeem wordt ingevoerd.

Hoe je boodschappen ook worden gescand, daarna moeten de kratjes de auto in. Thuis gaan de kratjes op het aanrecht, worden de producten gesorteerd en verdwijnen ze in de (koel)kast. Uiteindelijk heb je elk product een keer of acht in handen gehad. Boodschappen doen, veel werk en een hoop gedoe? Ach, ik ben niet zo’n klager. Onze voorouder de oermens was de hele dag bezig met jagen en vruchten verzamelen. En wij doen twee uur boodschappen en dat maar één keer in de veertien dagen... Zéér draaglijk en je eet nog eens wat anders dan mammoet met bessensaus!

Super Joop

Na ruim dertig jaar vertikte het afzuigapparaat in onze keuken de etensgeurtjes nog langer naar buiten te blazen. Kapot. Omdat het ding een afwijkende maat heeft, is het nergens meer te koop. In huize Grit werd daarom al stiekem nagedacht over een compleet nieuwe keuken; in een open keuken is een afzuiging toch wel erg prettig. Een nieuwe keuken…. omdat de afzuiging niet meer leverbaar is!

In mijn buurt woont Joop. Joop is zo’n zeldzaam handige man die alles kan. Zo verzorgt hij thuis zelfs de complete installatie van zonnepanelen op zijn dak. Ik vraag hem voorzichtig of hij eens wil kijken naar onze afzuiging.

Gewapend met een indrukwekkende set schroevendraaiers en een super-de-luxe soldeerbout zet Joop de aanval in op mijn afzuigapparaat. De schakeleenheid wordt net zo voorzichtig ontmanteld als de demontage van een bom. Een printplaat met onaangenaam veel elektronica wordt zichtbaar. “Kun jij dat repareren?” vraag ik ongelovig. “Natuurlijk! Ik pak even mijn tinzuiger.” Tinzuiger? Nooit van gehoord. Vervolgens smelt Joop het soldeertin van de schakelaar met de hete soldeerbout. Vier keer hoor ik een zuigende plof van de tinzuiger en eenvoudig laat de aan/uit-schakelaar de printlaat los. Ik sta volslagen nutteloos de operatie te bewonderen. Joop opent het schakelaartje met militaire precisie en minutieus wipt hij er vier vetzwarte contactjes uit. “Maak jíj die maar schoon”, zegt Joop royaal. Blij met mijn verantwoordelijke taak, reinig ik de vier nippeltjes met een schuursponsje. Hierna zet Joop de schakelaar weer in elkaar en soldeert hem op de printplaat.

“Denk je echt dat hij het weer doet?“ vraag ik hoopvol als alles weer in elkaar zit. “Natuurlijk, zet de spanning er maar weer op.” Onze afzuiging begint weer ouderwets te loeien. Hij doet het! Joop kwam, zag en overwon. Duizendpoten als Joop zijn helden in de strijd tegen de wegwerpmaatschappij. Zij halen kapotte apparaten uit elkaar en repareren die. Respect!

Dat dat heel anders kan, bleek toen een Xenonvoorlamp van onze auto kapot ging. Mijn autodealer moest de gehele lampunit vervangen. Kon niet anders, kosten 190 euro. Bizar!

Studiebeurs van Ben Feringa

Ben Feringa is professor aan de universiteit Groningen. Deze Oud-Emmenaar won vorig jaar de Nobelprijs voor scheikunde. Als Emmenaar ben ik daar trots op, te meer daar ik aan dezelfde universiteit scheikunde studeerde ten tijde dat Feringa daar rondliep. Ik meen me zelfs te herinneren dat Ben als ouderejaars assistent was bij een verplicht practicum, maar waarschijnlijk is dat wensdenken. Feringa verklaarde op tv in College Tour: "Zonder mijn studiebeurs had ik hier niet gezeten." Een studiebeurs zorgde ervoor dat kinderen van minder rijke ouders ook konden studeren. Dat gold destijds voor Feringa, voor mijzelf en voor vele andere studenten. Helaas is het studiebeurssysteem van toen afgeschaft.

Studeren is erg duur. Een uitwonende student (m/v) is ruim 12.000 euro per jaar kwijt voor eten, kleding, boeken, collegegeld en vooral kamerhuur. Enkele jaren geleden ontving een uitwonende student nog ruim 250 euro basisbeurs per maand. Niet riant, maar dat bedrag hoefde niet terugbetaald te worden. Die basisbeurs is gesneuveld in bezuinigingen. Nu kan een student alleen nog maar lenen. Bij enkele studenten loopt zo'n lening op tot meer dan 50.000 euro. Het leenstelsel schrikt scholieren af om te gaan studeren. En dat terwijl we steeds meer behoefte hebben aan hoogopgeleide mensen.

Ik pleit daarom voor een slimme herinvoering van de basisbeurs voor – zeg – 3000 euro per jaar. Met 60 te behalen studiepunten per jaar is elke studiepunt 3000/60 = 50 euro waard. Bij een voldoende op een tentamen van 3 studiepunten krijgt een student 3 x 50 = 150 euro van de basisbeurs. Door de extra financiële prikkel studeert hij harder. Ook gaat hij de avond voor een tentamen niet voor een paar tientjes werken bij McDonalds of een andere patatboer. Zijn studiesnelheid neemt toe en hij zal minder snel zijn studie afbreken. En dat betekent uiteindelijk minder kosten voor de samenleving.

Beste Edith Schippers. U mag dit idee vrijelijk gebruiken bij het formeren van uw nieuwe regering. Graag zelfs, misschien levert dat ooit nog eens een nieuwe Ben Feringa op!

Oma Truus 

Omdat ik deze column elke veertien dagen schrijf, is het al weer twee weken geleden dat mijn vrouw en ik naar het Drèents Liedties Festival gingen. Op dit jaarlijkse spektakel zingen Drentse liedjesschrijvers hun zelf gecomponeerde liedties en strijden om de eerste plaats. Tot mijn genoegen was het dit jaar weer in het Emmense Atlastheater. Het muziekfestijn werd live op tv uitgezonden door RTV Drenthe. Mijn vrouw en ik gaan er graag heen. Niet alleen omdat het leuk is, maar ook omdat de amateurzangers worden begeleid door een professionele band waarvan onze zoon en musicus Vincent Grit de vaste pianist is.

Dit jaar namen we zijn oma Truus en oma Jantje mee. Mijn moeder – Truus dus – is ruim de 90 gepasseerd en komt met haar rollator weinig buiten de deur. Via het uitermate behulpzame personeel van het Atlastheater regelde ik een rolstoel en zitplaatsen vooraan, op de begane grond. Mijn moeder genoot alleen al van het nieuwe plein voor het theater. RTV Drenthe trok alle registers open en maakte er een prachtig tv-programma van. De liedjes werden beoordeeld door een jury met de kersverse Emmense burgermeester Eric van Oosterhout als voorzitter.

Na afloop kregen de deelnemers en de juryleden een bloemetje. Toen burgermeester Eric spontaan zijn bosje bloemen aan mijn moeder gaf met de tekst "voor de mooiste vrouw van de avond", was haar avond compleet. Bijgaande foto – met mijn mobieltje genomen – laat ze trots aan iedereen zien.

Voorlopig kan deze toegankelijke burgermeester bij mij niet meer stuk!

Geen schoothondjes meer

Misschien is het wel goed dat president Trump dat klimaatakkoord heeft opgezegd. Tot voor kort liep politiek Nederland blind achter Amerika aan. Dat doet ze al sinds de Tweede Wereldoorlog. Amerikanen vochten mee om Europa te bevrijden en na de oorlog hebben ze ons geholpen – ook uit eigen belang – met het weer opbouwen van onze economie. Echter onze waardering hiervoor is nogal doorgeschoten. Europese politici liepen jaren als schoothondjes achter Amerika aan. En dat terwijl de Amerikanen sinds de Tweede Wereldoorlog nogal wat stommiteiten hebben uitgehaald. Ze hebben flink in Korea en Vietnam huisgehouden, de Taliban ooit gesteund, Irak compleet ontregeld en in het Midden-Oosten duizenden mensen met drones vermoord. Tel daarbij op dat de helft van de Amerikanen een wapen bezit en van elke 100 Amerikanen er 1 in de gevangenis zit, dan mag je voorzichtig beweren dat de Amerikanen een merkwaardig volk vormen. En hoe vreemd is een volk waarvan de helft op een blaaskaak als Trump stemt? Met zijn lijfspreuk "Amerika eerst" zondert de man zich af van de rest van de wereld. Hij heropent vervuilende kolenmijnen, beweert dat de opwarming van de aarde een leugen is en zegt doodleuk het internationale klimaatakkoord op.

Als antwoord op het opzeggen van dit akkoord, riep de kersverse Franse president Macron onlangs Amerikaanse (milieu)wetenschappers op om naar Frankrijk te komen. Geweldig! Ook gaf Macron tijdens een NAVO bijeenkomst symbolisch eerst zijn Europese politieke vrienden een hand en pas daarna outsider Trump. Briljant: "Europa eerst!". Wat Trump kan, kan Macron ook. Door het gedrag van Trump lijkt onze rol als schoothondje van Amerika voorbij te zijn.

De geschiedenis kent vele machtige rijken. Zo waren er het Romeinse, het Spaanse, het Franse, het Engelse en het Habsburgse rijk. Die zijn allemaal geëindigd. Wereldmachten komen, wereldmachten gaan. Wellicht luidt het gedrag van Trump het einde in van het Amerikaanse rijk. Is dat erg? Welnee, ook niet voor het klimaat. Amerikaanse hightech bedrijven staan niet achter hun president; ook staan China en Europa te trappelen om op grote schaal zonnecellen te produceren en te gebruiken. Binnenkort gaat de wereld over op “groene” elektriciteit, terwijl Trump terug gaat naar het steenkool tijdperk. Of moet ik zeggen: terug naar het Stenen Tijdperk?

Hand op de knip?

Afgelopen zondag op het bruisende Full Colour Festival in Centrum Emmen waren de terrasjes overvol. Mensen durven weer geld uit te geven. Na jarenlange kommer en kwel, groeit de economie weer. Vóór de crisis dacht iedereen dat de economie niet “stuk” kon. Eenmaal er middenin leek het nooit weer goed te komen. Maar gelukkig komt na regen zonneschijn en gaat het nu weer goed. Helaas komt er na zonneschijn uiteindelijk ook weer regen. Dus er zullen ooit slechtere tijden aanbreken, want zo gaan die dingen.

Volgens economen was de afgelopen crisis extra zwaar, omdat niet alleen consumenten en bedrijven minder geld uitgaven, maar de overheid ook nog eens flink bezuinigde. En juist in slechte tijden moet de overheid om de economie te stimuleren veel geld uitgeven. Maar bezuinigingen waren nodig – vond men – omdat de staatsschuld anders te hoog zou worden: die is nu meer dan 450 miljard. Omgerekend zo’n 26.000 (!) euro per inwoner en dus ruim een ton voor een gezin van vier.

Nu het beter gaat, geeft de overheid minder geld uit aan uitkeringen. Ook komt er meer belastinggeld binnen. Tel daar nog bij op dat een demissionaire regering minder geld besteedt en je snapt dat de schatkist weer aardig vol begint te lopen. Mijn boerenverstand zegt: houd de hand nog even op de knip en los flink af op die staatschuld! Dan hoef je bij de eerstvolgende crisis niet meteen te bezuinigen. Helaas geven politici juist bij een gunstige economie graag geld uit. Bijvoorbeeld voor extra personeel, versterking van ons leger, nieuwe wegen, gebouwen en industrieterreinen. Dat kost niet alleen geld, maar hierdoor ontstaat voor sommige beroepen een personeelstekort. En dat is weer slecht voor bedrijven en dus voor de economie. Op naar de volgende crisis.

In goede tijden moet de overheid zuinig zijn om in slechte tijden flink geld uit te kunnen geven. Wellicht is het voor de schatkist beter als de nieuwe regering nog even op zich laat wachten.

Duim op voor Area en Emco

Omgeven door een stofwolk krassen staalborstels het onkruid van de straat. De schrapende schoonmaakwagen wordt gevolgd door een veegmachine die de vrijgekomen plantenresten van de straat veegt. De twee voertuigen van Area Reiniging laten een schone en ontgroende straat achter. Samen zwieren ze in een perfecte dans de bocht om op weg naar de volgende straat. Ik ben op weg naar mijn werk op Stenden Hogeschool. Verderop tilt een vuilnisauto twee gevulde huiscontainers op en rammelt ze leeg in zijn laadbak. Ik passeer een personenauto met een “bakkie” vol rotzooi, op weg naar de milieustraat van Area.

In een volgende straat gromt en bromt een grasmaaier van Emco zich een weg door het hoge gras. Met een pirouette ontwijkt de behendige bestuurder bomen en beton. Vooruit, achteruit, opzij: het grasveld wordt met zo weinig mogelijk bewegingen gemaaid. In een volgende straat strijden oranje geklede Emco-medewerkers met schoffel en hark tegen oprukkend onkruid. En een boom waarvan een windvlaag een tak afbrak, wordt door hun collega’s vakkundig omgezaagd: voor veiligheid van voetganger en verkeer.

Deze mensen houden onze wereld schoon en opgeruimd. Ooit zag ik op Discovery Channel het programma “Life after people” (leven ná de mens). Deze tv-serie toont hoe het de wereld vergaat als de mens plotsklaps van de aardbodem verdwijnt. Na enkele eeuwen zijn menselijke bouwwerken compleet ingestort; eerder al is ijzer verroest en hout verrot. Maar nog eerder zijn wegen, straten en paden volledig overwoekerd door planten en onbegaanbaar voor verkeer.

Dankzij de mannen en vrouwen van Area en Emco blijft onze omgeving schoon en blijven wegen begaanbaar. Duim omhoog als je deze milieuridders ziet: we realiseren ons veel te weinig hoe belangrijk dit werk is.

Geur van Nederland

Al weer voor het derde jaar gingen we op vakantie met de scooter. Vrouwlief is inmiddels ook volledig verslingerd aan scootervakanties. Het eerste jaar een rondje IJsselmeer, daarna langs de Maas voor een retourtje Maastricht en dit jaar naar Zuid-Holland en Gelderland. ’s Avonds bepalen we onze bestemming voor de volgende dag, boeken we een hotel (nooit een probleem) en plannen we onze tocht van gemiddeld 90 kilometer. Voor de routebepaling gebruiken we Google Maps op telefoon of de landelijke LF-routes en Knooppuntroutes.

Voordeel van een scooter – officieel hebben we snorscooters – is dat je redelijk snel op je bestemming aankomt, maar wel zo langzaam dat je alles ziet. Je snort door bossen, over rivierdijkjes en langs heidevelden. En dat zonder zweet op je rug of een slecht humeur vanwege een verkeerde afslag. Parkeren is een feest: je zet het apparaat onder een kerk, op het stadsplein, vlak bij het strand of zelfs pal voor het Haagse Binnenhof.

Per persoon kun je twee plastic tassen met bagage meenemen en dat blijkt ruim voldoende te zijn. Onderweg “winkelen” is zinloos: je krijgt je spullen toch niet mee naar huis. Ik schep er bovendien plezier in om met deze twee half versleten plastic tassen de deftigheid van een hotel binnen te wandelen: we zijn nog nooit geweigerd.

En de regen? Het blijkt veel minder vaak te regenen dan Buienradar voorspelt. In acht dagen zijn we twee keer een beetje nat geregend. En zie je de bui al hangen, dan schuil je gewoon.

Scooterend zíe je Nederland niet alleen goed, maar je ruíkt het ook. Je ruikt dennengeuren op de Veluwe, de zilte zeelucht aan de kust of vers gemaaid gras in de polder. Of de geur van pas bemest bouwland of de vislucht in een vissershaven. Maar ook de zonnebrandolie en de kwalm van oud frituurvet in Scheveningen. Ook ruik je de oliedampen van de raffinaderijen van Pernis, de angstige varkens van Brabant en de opgehokte kippen van Barneveld. Maar, hoe dichter bij Drenthe, hoe frisser de lucht. En na acht dagen ruiken is daar weer de geur van eigen huis en tuin.

Klagen bij de gemeente

In het tv-programma “Idioten op de weg” zie je veel ongelukken op de weg, meestal in een Oost-Europees land. Wat daar opvalt, zijn de enorme gaten in de weg. Ik prijs me dan gelukkig met de meestal uitstekende wegen Nederland.

Elke week scooter ik ongeveer tien keer door het prachtige Zuidbarge. Om te voorkomen dat men harder dan dertig kilometer per uur rijdt, bevat de Zuidbargerstraat verhoogde verkeersdrempels en ook een paar zig-zagdrempels. Bij één van die zig-zagdrempels zaten akelige – bijna Oost-Europese – gaten en scheuren in het wegdek. Al vaak wilde ik ze melden bij de gemeente, maar telkens kwam het er niet van. Toen ik me onlangs op een middag even verveelde, diende ik de volgende klacht in bij de gemeente:

<begin klacht>“In Emmen ter hoogte van Zuidbargerstraat X is een zigzagverkeersdrempel. Je moet daardoor gedwongen van de rechterbaan, naar de linkerbaan van de weg (en terug). Het asfalt tussen de linkerbaan en de rechterbaan bevat grote spleten. Als hier een bromfiets of een motor met zijn voorwiel in terechtkomt, verliest hij de macht over het stuur en hij slaat waarschijnlijk over de kop. Levensgevaarlijk! Graag z.s.m. actie voor er ongelukken gebeuren.” <einde klacht>.

Zo’n klacht kun je gemakkelijk melden via de gemeentelijke website. Even Googelen op “Emmen” en “klacht” en je vindt een webpagina met een invulformulier. Via een plattegrond kun je zelfs aanwijzen wáár het probleem zich voordoet. Na invulling, ontvang je onmiddellijk een automatisch bericht dat je klacht is ontvangen en dan … wachten maar.

Toevallig reed ik diezelfde avond om acht uur weer door Zuidbarge. Tot mijn enorme verbazing was het probleem al opgelost! De spleten waren gedicht! Er waren zelfs verderop in de straat ook gaten in het asfalt gevuld. Jammer dat niet meteen alle spleten in de straat waren gevuld, maar misschien viel dat buiten de planning of wellicht wordt volgend jaar de Zuidbargerstraat helemaal opnieuw geasfalteerd. Je weet het niet…

Binnen enkele uren werd mijn klacht afgehandeld. Kwam dat nou door mijn alarmerende tekst? Of door de ondertekening met mijn naam (er schijnen gemeenteambtenaren te zijn die mijn columns lezen)? Of is men gewoon altijd zo snel?

Ontdek je dus een levensgevaarlijk paaltje midden op een fietspad, een ontbrekende tegel in het trottoir of een kapotte straatlamp, dien dan – in plaats van te gaan mopperen – een klacht in bij de gemeente. Onze gemeente bevat meer dan 1200 km asfalt en ambtenaren rijden echt niet dagelijks rond om te kijken of er ergens iets kapot is.

Ten strijde tegen prijsvechters!

Handig, als Emmenaar vanaf Eelde vliegen naar Londen. Een kort autoritje, parkeren voor de deur en instappen maar. Eerst nog wel even inchecken. Vorig jaar was ik al eens vanaf Eelde naar Gdansk gevlogen. Bij die kleine, goedkope vliegmaatschappijen mag je weinig handbagage meenemen. Voor de vlucht naar Gdansk kocht ik daarom een speciaal, klein, handzaam koffertje met precies de juiste maten voor een flink bedrag. Datzelfde koffertje ging nu weer mee naar Londen.

Bij de incheckbalie bleek dat bij deze vliegmaatschappij mijn kleine koffertje de verkeerde vorm had: het paste niet in de handbagagetester. Het speciaal voor vliegen aangeschafte handkoffertje mocht niet mee als handbagage. Als ik geluk had, kon ik het bij een andere balie laten omboeken naar gewone bagage. Kosten 53 euro voor de heenreis en datzelfde voor de terugreis. Balen aan de balie! Ik begreep meteen hoe die prijsvechters hun winst maken: meer dan 100 euro extra voor een lullig handkoffertje. En we waren echt niet de enigen. Nu ben ik helemaal niet zo zuinig, maar mijn reactie was: we zoeken een paar plastic zakken en proppen daar onze zooi wel in.
De dame van het restaurant van het vliegveld had geen plastic tassen, maar leende ons een keurig en soepel luchthaventasje dat gemakkelijk in de handbagagetester kon worden gepropt: 100 euro verdiend!
Terug uit Londen brachten we de geleende tas netjes terug en gaven de vriendelijke dame een flinke fooi met het advies die tassen te gaan verhuren… Samen ten strijde tegen die prijsvechters!

Burendag, Bingo!

Komende zaterdag is het burendag. Dankzij enthousiaste buurvrouwen Ester en Jolanda “vierden” wij dat afgelopen zaterdag al, bij ons op de oprit. Met een professionele barbecue, een grote partytent, twee terrasverwarmers en een grote vuurkorf van een wasmachinetrommel. Allemaal geregeld door buurman Joop. Door mijn eerdere column in emmen.nu gaat deze buurman momenteel door het leven als “Super Joop”. Hij bezit zelfs een T-shirt met deze tekst erop. Handige buurman Erjan werkt bij een installatiebedrijf en zorgt voor de feestverlichting. Geheel in traditie organiseren de dames het eten, terwijl de mannen de tent opzetten, het vuur aansteken en bier drinken. Bij zo'n buurtbarbecue is vlees braden mannenwerk: buurman Werner staat onvermoeibaar stukken vlees om te draaien en uit te venten.

En dan ineens – zonder waarschuwing vooraf – delen de organiserende buurvrouwen bingokaarten uit. Bingo!?! Mijn schamele haardos wordt spontaan nog grijzer en ik voel me op slag twintig jaar ouder. Nummertjes afstrepen op een kaartje, in het halfdonker en met een paar biertjes op. Verschrikkelijk! Ik sputter flink tegen, maar er is geen ontkomen aan. Tot overmaat van ramp heb ik bij één van de spelletje als eerste mijn kaart vol. Bingo! Spannend of ik toch niet per ongeluk een verkeerd nummertje heb aangestreept, want dan moet je een liedje zingen. Het gaat goed en dan win je... een fles wijn. Ik moest even aan mijn verjaardag denken: dan krijgt deze bierdrinker ook altijd wijn cadeau ...

En ongemerkt zit je als buren dan zo maar zes uur bij elkaar, met een tafel vol lege flessen, bij de gloeiende hitte van een zelfgemaakte vuurkorf.

Maar komende zaterdag is het dus “officieel” burendag. Je hebt dus nog twee dagen om daar iets van te maken! Zo'n burendag is niet alleen leuk, maar houdt ook de rijdende rechter uit de buurt.

Atoombom van nog geen 6 gram

Als je thuis in een vuurkorf een stuk hout verbrandt, lijkt de houtmassa in het niets te verdwijnen. In werkelijkheid reageren moleculen in het hout met zuurstofmoleculen uit de lucht, waarbij de gevormde gassen in de lucht verdwijnen. Hierbij komt warmte vrij. Bij weging van alle stoffen blijkt dat de massa – het gewicht – van alle gassen ná de verbranding gelijk is aan de massa van het hout en de zuurstof vóór de verbranding. De scheikunde noemt dit de “wet van behoud van massa”. Moleculen bestaan uit atomen en bij een chemische reactie rangschikken de aanwezige atomen zich slechts tot nieuwe moleculen. Hierbij verdwijnt er geen massa. Dit geldt voor roesten van ijzer, hard worden van cement, het bakken van een ei en alle andere chemische reacties.

De wet van behoud van massa geldt echter niet bij kernreacties. Kernreacties vind je in kerncentrales, in de zon en … in een atoombom. Bij een atoombom gaan atomen “kapot” en daarbij verdwijnt er wél massa. De verdwenen massa wordt volledig omgezet in energie, heel veel energie. Dat gaat volgens de beroemde formule E = m x c2 van Einstein. Hierin staat E voor de energie die vrijkomt en m voor de massa die verdwijnt. Het venijn zit hem in c2, want c is de lichtsnelheid en die is groot. Daardoor is c2 (c maal c) nog veel groter, namelijk een negen met zestien nullen! Door dit astronomische getal komt in een atoombom veel energie vrij, terwijl maar weinig massa verdwijnt. Zo verdween in 1945 bij de kernexplosie van de atoombom op Hiroshima slechts 0,6 gram massa, niet veel meer dan de massa van een paperclip! Deze 0,6 gram werd volgens de formule van Einstein volledig omgezet in energie, de kernexplosie vaagde de stad weg en veroorzaakte ruim 100.000 doden.

Kim Jong-un van Noord Korea beschikt sinds kort over een twintig keer zo sterke atoombom als die op Hiroshima. Un provoceert aartsvijand Amerika met dit wapentuig, terwijl president Trump over meer dan 5000 kernwapens beschikt. Met een door applaus verwende dertiger in Noord Korea en een onberekenbare, zeventigjarige patser in Amerika aan de atoomknoppen is dit geen geruststelling.

Mijn hoed: plaatselijke waar…

 “Wat leuk dat u een hoed draagt! Ik heb er zelf ook een paar.” sprak de serveerster deze zomer bij het ondertussen gesloten café Moorman in Erm.

Persoonlijk heb ik heb niet zoveel met kleding. Mijn klerenkast bestaat uit zwarte broeken, zwarte shirts, zwarte sokken en zwart ondergoed. Dat combineert uitstekend, zodat ik ’s morgens niet na hoef te denken over wat ik “nu weer eens zal aantrekken”. Broeken en shirts koop ik per twee of drie, want winkelen is niet mijn hobby.

Ik ben dus niet zo bezig met mijn uiterlijk. Op één uitzondering na: mijn hoed. Ik rijd graag rond op mijn (zwarte) scooter en draag dan graag zo’n ding. Hoeden worden tegenwoordig hevig ondergewaardeerd, terwijl ze allerlei voordelen hebben. Zo wordt je hoofd niet nat bij regen. Bij kou blijft je hoofd warm en de rand van de hoed voorkomt verblinding door zonlicht. Allemaal heel prettig op de scooter. Bovendien verbrandt mijn hoofd ‘s zomers niet en raakt in de herfst niet gewond door neerstortende eikels. Ik bezit verschillende hoeden, maar mijn favoriete is een originele, zwarte Stetson, de “hoed der hoeden”. Over de Stetson zijn zelfs liedjes gemaakt! Natuurlijk koop je een hoed niet op internet: je wilt passen, voelen en ruiken. Gelukkig kent centrum Emmen een heuse hoedenwinkel met ruime keus. Je wordt bij het uitzoeken en het passen van je hoofddeksel geholpen door een vriendelijke dame: ik denk dat ze – net als de winkel – “Trix” heet. 

Tijdens wederopbouw na de tweede wereldoorlog hoorde je de uitspraak vaak: “Koopt Nederlandsche waar, dan steunen wij elkaar”. In het huidige tijdperk met internetwinkels kun je dit vertalen naar: “Koop plaatselijke waar, dan blijft die winkel daar”. Want als we alles op internet kopen, verdwijnen onze lokale winkels, zelfs hoedenwinkels.

Ineens bedenk ik me nog een voordeel van een hoed: hij verbergt uitstekend een kale kop en … eigenlijk is een hoed best wel stoer. Ben ik toch ijdeler dan ik dacht!

Broeierig ritje naar Coevorden

Ik mag als docent één dag per week op Stenden hogeschool in Emmen studenten inwijden in de scheikunde. Bij één van mijn vakken laat ik studenten uitrekenen hoeveel koolstofdioxidegas mijn scooter uitstoot tijdens een ritje van 25 kilometer naar het centrum van Coevorden. Koolstofdioxidegas ontstaat bij verbranding van benzine en wordt scheikundig aangeduid als CO2-gas. Het is een krachtig broeikasgas dat behoorlijk bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Uit de berekeningen van de studenten blijkt er ongeveer 750 liter CO2-gas uit mijn scooters’ knalpijp de lucht in te verdwijnen: nog geen kubieke meter (een meter, bij een meter, bij een meter). Aangezien een leslokaal ongeveer 200 kubieke meter is, lijkt de uitgestoten hoeveelheid CO2-gas tijdens mijn rit wel mee te vallen.

Echter, de hoeveelheid CO2-gas in de atmosfeer is slechts 0,04%. Omdat dit zo laag is, leert verdere berekening dat mijn ritje ervoor kan zorgen dat de hoeveelheid CO2-gas in een volume van maar liefst tien (!) klaslokalen verdubbelt. Volgens klimaatberekeningen zorgt verdubbeling van de hoeveelheid CO2-gas in onze atmosfeer voor een opwarming tussen 2 graden en 4,5 graden. Dat geeft toch ineens een ander beeld van mijn reis op mijn zuinige scootertje naar hartje Coevorden.

In Nederland rijden bijna negen miljoen personenauto’s die jaarlijks per stuk gemiddeld 13.000 km afleggen. Daarbij verbruikt zo’n auto per kilometer ook nog eens vier keer zoveel benzine als mijn scooter. Auto’s stoten samen dus heel veel CO2-broeikasgas uit. En dan spreek ik nog niet eens over uitstoot door vrachtverkeer, scheepvaart, luchtvaart, industrie en verwarming.

Toch maar vaker de fiets pakken?

Regen en sneeuw

Er zijn veel grapjes over het Nederlandse weer. Iemand grapte: “In de Bijbel staat: Er was regen, veertig dagen en veertig nachten lang. Dat noemde ze toen een ramp. In Nederland noemen we dat zomer!” Of nog een flauwe: “wegens een staking bij het KNMI is er morgen weer geen weer”. Nederlanders praten graag en veel over het weer. Daarbij is regen favoriet. Naar ons gevoel regent het bijna altijd, zeker de afgelopen weken. Maar hoe vaak regent het eigenlijk echt?

Volgens het KNMI regent het in oktober het meest, ruim tachtig millimeter. Verdeeld over die maand plenzen er dus acht flinke emmers van tien liter  op een stukje grond van één bij één meter. Na oktober zijn november en september de natste maanden. Het gevoel dat herfst regenachtig is, klopt dus wel.  In de zomer regent het minder dan gemiddeld, maar zijn de buien ook flink korter. Daarom hebben we van die zomerse stortbuien: veel water in korte tijd. Het droogst is april met iets meer dan 40 millimeter regen. In een jaar valt gemiddeld 850 millimeter regen.

Dat gaat dan over hoeveel water er naar beneden komt. Of beter: hoeveel neerslag? Want gesmolten hagel en sneeuw tellen ook mee. Maar vaak worden we eigenlijk nat? Dus, hoe lang duurt die neerslag? Volgens de website van het KNMI hebben we in Nederland per jaar gemiddeld 670 uren neerslag. Als alle regen van een jaar in één lange troosteloze bui zou vallen, regent het 28 dagen aaneen ofwel een kleine maand. Dat klinkt dramatisch. Maar als je het anders formuleert: het regent twee volle dagen per maand, dan valt het eigenlijk wel mee.

In een weerbericht hoor vaak een uitspraak als: “Er is vandaag 40% kans op regen.” Wat betekent dit? Regent het dan 40% van de dag? Dat is nogal heftig! Of betekent het dat er een kans van 40% is dat er ergens in Nederland een beetje regen gaat vallen? Volgens de site van de KNMI bedraagt dan de kans dat iemand op een willekeurige vaste plek in Nederland die dag (van 24 uur) neerslag krijgt 40%. Hierbij telt neerslag pas mee vanaf tenminste 0,3 millimeter .

Sneeuw telt in de statistieken ook mee als neerslag. Volgende week woensdag om ongeveer 12:00 uur plaats een hoogwerker onder publieke belangstelling  een reuzenkerstboom naast de Grote Kerk in Emmen. Nat zal de zes verdiepingen tellende fijnspar ongetwijfeld worden. Maar of in de hedendaagse zachte winters deze kerstboom nog versierd wordt met een laagje sneeuw? Ik heb mijn twijfels.

Heidense Tannenbaum

In mijn verre jeugd stond in deze tijd van het jaar in onze huiskamer een echte kerstboom, met echt brandende kaarsjes. Emmer water ( = water uit Emmen) ernaast, want gevaarlijk was het wel: kurkdroog naaldhout gecombineerd met open vuur. Dat wil goed branden. Bij pech verandert een woonkamer binnen een minuut in een vuurzee. Toen de welvaart ook ons bereikte, hingen we elektrische kaarsje op. Als één lichtje kapot was, deed geen enkele het meer en moest je het kapotte lampje zien te vinden. Over de takken drapeerden we zilveren slingers. Engelenhaar glinsterde mooie lichtkringen rondom de kaarsjes. Echt engelenhaar was gemaakt van fijn glaswol. Tijdens het ophangen braken stukjes van de glazen draadjes af, zodat je nadien verging van de kriebel in je nek. Dat het spul nog te koop is verbaast mij: die glasnaaldjes zijn vast niet goed voor ogen en longen.

Nederlanders schelden hun kerstboom vaak uit voor dennenboom, terwijl hij toch echt een spar is. Oorzaak is de foute vertaling van het Duitse liedje “Oh, Tannenbaum”. Het Duitse woord “Tanne” betekent “spar” en niet “den”. Je hoort dus te zingen: “Oh, sparrenboom wat zijn je takken wonderschoon.”

Onze kerstboom schijnt zijn oorsprong te vinden bij de oude Germanen. In vroege eeuwen kwam het heidense ding er daarom bij de Rooms-Katholieke Kerk niet in: allemaal afgoderij! Dat mocht niet van Onze-Lieve-Heer. Maarten Luther – oprichter van de protestantse kerk – verklaarde de kerstboom echter tot symbool van de geboorte van Jezus. Bovendien herinnerde de boom hem aan het paradijs van Adam en Eva. Kerstballen staan voor door hen geplukte verboden vruchten. De piek – soms een ster – bovenop de boom wijst de Wijzen-uit-het-oosten de weg naar de stal waar het kindeke Jezus geboren zou zijn. Je moet het maar verzinnen.

Ruim dertig jaar geleden ontdekte de katholieke kerk de publiciteitswaarde van de kerstboom en plaatste een exemplaar naast het Vaticaan. Vanwege het succes voegde de paus de boom geruisloos toe aan het bestaande ruime aanbod van katholieke symbolen, zoals wijwater, engeltjes en kerststalletjes met kribbe, os en ezel. In de katholieke kerk veranderen tradities en symbolen nog wel eens. Daar kan onze Nederlandse Sinterklaas nog wat van leren!

Gelovig of niet, veel mensen vinden een kerstboom met lichtjes gezellig. Zoals de Germanen hun midwinterfeesten vierden rondom een boom, zo doen de Emmenaren dat 2000 jaar later rondom de met duizenden lichtjes versierde “Kerstboom in Emmen” bij de Grote Kerk. Emmer Rotaryclubs, vrijwilligers en sponsoren organiseren daar komende zaterdag 16 december vanaf 19:00 een gigantisch, kerstsfeervol en gratis muziekfeest.

Wie wil deze lichtpuntjes nou missen in deze donkere dagen voor kerst?

Het jaar nul bestaat niet!

Zo’n jaar is zomaar weer voorbij. Voordat je het weet, zit je weer in de oliebollengeur en de kruitdampen. In het afgelopen jaar van 365¼ dagen heeft onze planeet weer een keurige baan rondom onze ster gemaakt. Sinds het begin van onze jaartelling heeft de aarde dit rondje-om-de-zon 2017 keer afgelegd. Onze jaartelling begint overigens met het jaar 1 na Christus. Het jaar direct voorafgaand aan het jaar 1 ná Christus was het jaar 1 vóór Christus. Het jaar 0 zelf bestaat niet als jaar, maar slechts als moment. Mensen uit die tijd hadden trouwens geen idee van het jaar waarin zij leefden. Pas in het jaar 500 na Christus voerde een Roomse monnik de huidige christelijke jaartelling in. En het duurde nog eeuwen voordat deze jaartelling algemeen doordrong in Europa. Pikant detail: volgens moderne schattingen zou Jezus Christus in het jaar 4 vóór Christus geboren zijn.

En elk nieuwe jaar kent twaalf maanden. Ons woord “maand” is afgeleid van de maan. En hier ging het bij de Romeinen fout. De duur van een maand is gebaseerd op de omlooptijd van de maan om de aarde, de tijd van een volle maan tot een volgende volle maan. Zo’n omloop duurt ruim 29,5 dagen. Twaalf maanden betekent dan twaalf maanrondjes om de aarde. Via je rekenmachine kom je dan op 354 dagen in een jaar. En dat is veel te weinig voor een jaar! Om dat kloppend te krijgen voegden de oude Romeinen geregeld een extra (schrikkel)maand in.

Door rekken en trekken aan het aantal dagen in een maand wist de Romeinse keizer Julius Caesar twaalf maanden te laten kloppen met de duur van een jaar. Maanden zijn genoemd naar Romeinse goden, keizers en getallen. Maart, mei, juni en januari zijn genoemd naar de goden Mars, Maia, Juno en Janus. De maande juli en augustus zijn genoemd naar Romeinse de keizer Julius Caesar en keizer Augustus. Omdat het Romeinse jaar in maart begon, was september hun zevende maand. Vanaf die maand gebruiken de Romeinen hun telwoorden voor de naam van de maand: septa in september betekent zeven, octa is acht, novem is negen en deca is tien.

Ingewikkeld? Dan heb je de traditionele Chinese jaartelling en kalender nog niet gezien. Zo is het begin van het Chinese nieuwe jaar variabel en hangt af van de stand van de maan.

Ik wens iedereen een gelukkig Nieuwjaar, behalve de Chinezen. Zij moeten wachten tot 16 februari, want dan begint hun nieuwe jaar: “het jaar van de Hond”.

Haar in de fik!

In plaats van te kijken naar de televisie programma’s die traditionele omroepen je opdringen, kun je ook je persoonlijke tv-avond samenstellen met filmpjes van YouTube. Er zijn veel YouTube-enthousiasten die allerlei aardige en leerzame video’s produceren. Je kunt complete gitaarcursussen volgen, uitleg krijgen over het plakken van een lekke band of leren hoe je een appeltaart moet bakken. Als hobby heb ik zelf ook meer dan tachtig video’s bij mijn boeken op YouTube geplaatst. Behalve leerzame video’s is op YouTube ook vermaak te vinden, zoals sketches van Jochem Meijer, Monty Python en André van Duijn. Of de razendsnelle bereiding van straatvoedsel in India of de rustgevende videobeelden van “The Most Satisfying Videos” (even Googelen).

Nuttig zijn de video’s over life hacks. Een “life hack” is een handigheidje om je leven gemakkelijker of aangenamer te maken door tijdbesparing of door een slimme oplossing van een probleem. Er zijn er vele te vinden op YouTube, bijvoorbeeld het losmaken van een onwrikbare schroef, het handig oprollen van een oortelefoon of het slim gebruiken van een lijmpistool.

Ik was onder de indruk van de life hackvideo van een Turkse kapper. Na het knippen en scheren van een klant brandde hij simpelweg de overtollige haren uit de oren van zijn klant. Geen bloedbad met een scheermes, maar gewoon met een vlammetje. Geniaal! Ik dacht: dat kan ik ook! Gewapend met een aansteker uit een hele goedkope winkel stond ik voor de spiegel. Aansteker bij het oor, een grote vlam en het geknetter van brandend haar... Een doordringende schroeilucht bereikte mijn neus. Door het kijken in spiegelbeeld en de enorme vlam van de goedkope aansteker waren niet mijn neusharen, maar een hele strook haar náást mijn oor verdwenen.

Dat doe ik dus niet weer, dacht ik. Je zult maar net brandbaar haarlak hebben opgespoten. Het was moeilijk mijn vrouw Dia te overtuigen, maar nu doet zij dit Turkse kapperstrucje bij mij. Met een klein vlammetje en uitsluitend mijn oorharen: op mijn andere behaarde plekken ben ik zuinig. En ook geen neushaar, want dan komt de geur van schroeiend haar wel erg dichtbij.

Ter voorkoming van juridische problemen de volgende waarschuwing: “probeer dit niet thuis”. Wil je toch zien hoe het affakkelen van oorhaar in zijn werk gaat, zoek dan op YouTube naar “Turkish Barber Fire”.

Recht praten wat krom is

Spreek eens uit: “cognitieve dissonantie”. Lekkere woorden, hè? Als ik vroeger op de middelbare school een dergelijk begrip tegenkwam, greep ik onmiddellijk naar het woordenboek om de betekenis op te zoeken. Ik was altijd al een nieuwsgierig mannetje. Tegenwoordig wijs ik Emmense NHL-Stendenstudenten er op dat nieuwsgierigheid het belangrijkste gereedschap is voor studiesucces. Zelf opgegroeid met papieren woordenboeken, ben ik (zinloos) jaloers op de hedendaagse jeugd met de kennis van de wereld op de smartphone.

Cognitieve dissonantie, dus. Ik leg het even uit. Cognitief heeft betrekking op "kennis" en dissonant betekent dat twee of meer dingen niet met elkaar kloppen. Bij cognitieve dissonantie klopt nieuwe kennis of nieuwe informatie niet met je persoonlijke overtuiging of met eerder opgedane kennis. Dat is vervelend en geeft je een onprettig gevoel. Mensen reageren daar op - vaak onbewust - door recht te praten wat krom is.

Een roker hoort op tv van een longarts dat roken gemiddeld vijf jaar van zijn leven kost. Hij praat deze vervelende cognitieve dissonantie recht door te zeggen: mijn opa van tachtig rookt als een ketter en leeft nog steeds. Hij ontkent – vaak tegen beter weten in – de nieuw ontvangen informatie van de longarts. Als die fantastisch baan je ontglipt, vertel je iedereen dat je het achteraf toch geen leuke baan vond. Als reactie op die nare cognitieve dissonantie, lieg je voortdurend tegen jezelf en je omgeving.

Op grotere schaal gebeurt dit ook. Als blijkt dat een overheidsproject mislukt (hoge snelheidslijn, automatisering belastingdienst) gaat het project vaak door met de drogreden "we hebben er al tien miljoen euro in gestoken". En toen de eerste duizend Amerikaans soldaten waren gesneuveld in de Vietnamoorlog, reageerde de Amerikaanse president Johnson door er nog eens tienduizenden heen te sturen, "anders zouden die duizend soldaten voor niets zijn gestorven". Een ontkenning dat die oorlog rampzalig was.

President Donald Trump kan slecht tegen cognitieve dissonante en is een kampioen in het recht praten wat krom is. Zo vindt hij opwarming van de aarde onzin, want momenteel vriest het wel twintig graden in New York. Het bericht in de media dat er bij zijn inwijding veel minder toeschouwers waren dan bij Obama, doet hij af met “Fake news”. Als nieuwe informatie botst met zijn persoonlijke opvattingen, bestempelt Trump deze standaard als nepnieuws. Om cognitieve dissonantie te voorkomen omringen machthebbers als Trump zich bij voorkeur met mensen die hen naar de mond praten. Een president die leeft in zijn eigen informatiebubbel: angstaanjagend!

Niet in mijn achtertuin

Dus... de Nederlandse gaswinning in Groningen wordt teruggebracht naar jaarlijks 12 miljard kuub (kubieke meter gas). Volgens een tv-woordvoerder van de Staatstoezicht op de Mijnen is dát een veilige hoeveelheid. "Nee, bij de 21 miljard kuub van vorig jaar is de veiligheid niet gegarandeerd." Als ik dat hoor, raak ik in de war. Want als je twee jaar achter elkaar 12 miljard kuub gas wint, dan is dat samen toch 24 miljard kuub? En dat was nou juist zo gevaarlijk! Dan kun je door water in de bodem te injecteren de bodem wat langzamer laten dalen, maar volgens mij krijg je dan nog steeds aardbevingen, alleen dan met grotere tussenpozen. Maar misschien denk ik wel te simpel.

Trouwens, even voor je beeld: één miljard kubieke meter is een kubus van één kilometer lang, één kilometer breed en één kilometer hoog die gevuld is met aardgas. Volgens Wikipedia bevatte het Groninger gasveld oorspronkelijk 2700 miljard kuub, waarvan momenteel 2000 miljard kuub is opgestookt. Dat de bodem daardoor daalt (al 30 cm in Loppersum) is niet zo vreemd.
Ik heb wel bewondering voor Wiebes. Hij heeft in de ministerraad flink zijn tanden laten zien. Deze minister bereikte voor Groningen in enkele weken meer dan voorganger Henk Kamp in vier jaar. Wiebes liet de putten bij Loppersum per direct uit bedrijf nemen. We hebben er met elkaar lang op gerekend dat het Groningse aardgas nog tientallen jaren mee zou gaan, maar dat is nu anders. De beslissing van Wiebes is volgens mij een historisch kantelpunt. Laten we dat aangrijpen om zo snel mogelijk van onze verslaving aan olie en gas af te raken en massaal om te schakelen naar wind- en zonne-energie! Aan de slag, Wiebes!
Als Drent ben je solidair met onze (te) fatsoenlijke noorderburen en ben je vóór gasvermindering. Solidair in woorden, tenminste. Want als het er op aan komt wil niemand in zijn buurt een flinke rij windmolens of een groot veld zonnepanelen. Iedereen is vóór duurzame energie, maar dan "niet in mijn achtertuin". Engelsen noemen dat "Not In My Backyard", afgekort NIMBY. Protesterende Nimbys – ze zijn er ook in Emmen – schreeuwen moord en brand als ergens een windmolenpark of zonnecelveld wordt geplaatst. Maar we moeten haast maken met alternatieve energie, anders krijgen we het koud bij een strenge winter. Het is een goed idee om ondertussen alvast zuinig om te springen met energie.

Zinloos bestaan

Volgens mij is het leven zinloos. Als ik dat in gezelschap beweer, kijkt men je geschokt aan. Dat soort dingen word je niet geacht te zeggen. Of de omstanders vinden je een egoïst en hebben medelijden met je partner. Ben ik een trieste man? Integendeel. Ik zal het uitleggen.

Ik geloof niet in een hogere macht zoals Allah, God, Boeddha, Ra of Zeus. Als ik dood ga, kom ik niet in de hemel, het hiernamaals of het walhalla. Simpelweg omdat die in mijn wereldbeeld niet bestaan: allemaal bedacht door mensen. Dus de zin van mijn bestaan vind ik niet in het aanbidden van een Opperwezen. De zin van het leven komt volgens mij uit je zelf. Want al heeft leven op zichzelf geen zin, je kunt het wel zinvol maken! Dat doe je door jezelf doelen te stellen en die na te streven. Als je doel is anderen te helpen ga je bijvoorbeeld in de zorg werken. Als je een veilige wereld belangrijk vindt, word je politieagent. Of als je jonge mensen de wereld wilt leren begrijpen, dan wordt je "schoolmeester", net als ik. Maar je kunt ook hartstochtelijk postzegels gaan verzamelen en daar je zin uit halen. Jij gaat zelf over je doelen en over de zin van je eigen bestaan.

En dan een “diepe” gedachte: misschien vormen niet eens je gestelde doelen de zin van je bestaan, maar de weg ernaar toe. Daarmee is het bereiken van een doel meteen ook een beetje triest; je moet op zoek naar nieuwe zingeving. Mijn lijfspreuk is: "je moet het zelf leuk maken". In diezelfde lijn geldt: “je moet het zelf zinvol maken”. Prachtig is het gezegde “Het leven is een feest, maar je moet zelf de slingers ophangen.”

Toen ik na een levensbedreigende ziekte weer opkrabbelde, heb ik na dertig jaar mijn oude liefde scheikunde weer opgepakt. Ik doceer nu met veel plezier dit prachtige vak op hogeschool NHL-Stenden. Het besef van je eigen vergankelijkheid, maakt dat je meer kijkt naar wat je werkelijk zinvol en leuk vindt. Sinds die ziekte ben ik ook deze columns in emmen.nu gaan schrijven. Dat geeft mij plezier en zin. Ik heb er ondertussen meer dan 130 geschreven.”

Waarom gemeenteraadslid?

Over een dag of tien mag je voor de gemeenteraad stemmen. Emmen heeft 39 gemeenteraadszetels te "vergeven" en de belangstelling lijkt groot. Er doen deze keer wel veertien politieke partijen mee met samen 215 kiesbare burgers.

Maar waarom zou je eigenlijk gemeenteraadslid willen worden?

Houd je soms van vergaderen? Dan kom je flink aan je trekken. De gemeenteraad vergadert twintig keer per jaar, maar daarnaast heb je nog commissievergaderingen en natuurlijk de nodige bijeenkomsten met burgers, belangengroepen en je eigen partij.

Of wil je in de raad omdat je graag ambtelijke stukken leest en op de hoogte bent? Alleen al de jaarlijkse financiële begroting telt een kleine tweehonderd pagina’s. Alle raadsstukken lezen en vergaderingen voorbereiden kost een serieus gemeenteraadslid enkele dagen per week.

Of ben je uit op macht? Macht is waar politiek over gaat. Als gemeenteraadslid beslis je mee over een jaarbegroting van zo’n 400 miljoen euro!

Of wil je als gemeenteraadslid opkomen voor ouderen? Of juist voor jongeren? Dat kan allemaal in de politiek: leeftijdsdiscriminatie mag daar gewoon.

Of wil je wel - of juist geen – windmolens, maar zeker niet in jouw achtertuin?

Of wil jouw partij moslima’s hun wekelijkse vrouwenzwemuurtje in het Aquarenabad ontnemen? “Want ze moeten zich maar aanpassen aan ons”.

Of wil je dat het fietspad of de straat naar jouw buurt wordt verbreed?

Of wil je bij de Emmense elite behoren, sta je graag in de belangstelling en is je toekomstig raadslidmaatschap een vorm van ijdelheid?

Of wil je in de gemeenteraad om een deel van je inkomen te verwerven? Omdat Emmen met 100.000+ inwoners bij de grote steden hoort, ontvangt een gemeenteraadslid maandelijks netto zo’n 1000 euro (bruto ruim 1600 euro). Dat bedrag is voor een zwaargewicht misschien niet spectaculair, maar is voor een onzichtbaar raadslid toch “mooi meegenomen”.

Maar welke motieven een aanstormend raadslid ook heeft, ik ga zoals altijd weer stemmen. De enige keer dat ik niet gestemd heb, was bij dat idiote Oekraïnereferendum. Gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezing is er ook een referendum, het laatste. Ondanks mijn principiële bezwaren tegen referenda, doe ik hieraan toch mee… omdat mijn privacy me lief is.

Ik heb niets te verbergen, maar ik wil niet dat een ander dat weet.

Winkelgekrijs, huilen helpt!

Mijn vrouw en ik doen zaterdags de boodschappen voor de hele week. Dat levert altijd weer een flinke kar met boodschappen op, zeker als er een visite op komst is. Het was mijn beurt weer die week. In de winkel trok een hevig krijsend jochie van een jaar of vier mijn aandacht. Hij wilde persé in het kinderwinkelwagentje zitten. Zijn vader vond dat geen goed idee, waarschijnlijk omdat zo'n klein karretje stuk kan. De standvastige vader werd luidkeels door het kind gechanteerd, maar pa hield moedig stand. “Goed zo”, dacht ik vol respect “dat is opvoeding! Nee is nee!” Een kind dat blèrend zijn zin wil doordrammen, moet je niet zijn zin geven. Zo’n klein mensje leert snel: eenmaal toegeven en je bent de volgende keer geheid weer slachtoffer van zijn huilterreur. Ik deed verder mijn boodschappen en hoorde het kind nog lang tekeer gaan.

Op enig moment realiseerde ik me dat het stil was: het jochie had het kennelijk opgegeven. Op het zelfde moment zag ik het kind met zijn vader voorbij komen. Met een triomfantelijke grijns zat het manneke toch in het karretje. Gebogen sjokte pa er achteraan en duwde het karretje met de dwingeland er in verslagen voor zich uit. Vaderlief was letterlijk en figuurlijk door zijn knieën gegaan. Ik begon een hekel aan het kind te ontwikkelen, maar realiseerde me dat zijn gedrag feitelijk de schuld van zijn pa was. Als je een kind iets verbiedt, moet je je daar zelf ook aan houden. Anders kun je beter direct toestemmen, want zo’n machtsstrijd met je kind kun je maar beter winnen. Als huilen helpt, is pa bij de volgende confrontatie weer de pineut. Of … hij neemt het jochie helemaal niet meer mee naar de winkel. En dan zijn er alleen maar verliezers.

Opvoeden is best moeilijk. Zelfs hondenbezitters weten dat!

Geen water op olie!

Afgelopen paasweekend brandden er meer dan twintig paasvuren in onze gemeente, de meeste rondom de dorpen Erica, Bargeroosterveld en (Nieuw) Schoonebeek. Een mooie aanleiding om het eens over vuur en brand te hebben.

Voor brand heb je drie zaken nodig. Allereerst moet er een brandbare stof aanwezig zijn, bijvoorbeeld een kaars, aardgas of – bij een paasvuur – hout, veel hout. Bij verbranding vindt er een chemische reactie plaats tussen de brandbare stof en zuurstof. Lucht bestaat voor ongeveer 20% uit zuurstof, dus je hebt ook lucht nodig. Tenslotte moet de temperatuur hoog genoeg zijn om de chemische reactie op gang te brengen. Daarom moet je een brandbare stof eerst aansteken, bijvoorbeeld met een lucifer of door een elektrische vonk. Als je een gaslucht in je huis ruikt, doe daarom nooit een elektrisch apparaat of het licht aan. De elektrische vonk in de schakelaar is voldoende om het gas te laten ontploffen. Als iets eenmaal brandt, wordt de reactie in stand gehouden door warmte die door de verbranding vrij komt. Brandstof, zuurstof en de ontbrandingstemperatuur samen worden door de brandweer de branddriehoek genoemd: ze zijn alle drie nodig voor een brand.

Dit wetende kun je een brand op drie manieren doven. Je kunt eerst proberen de brandbare stof weg te nemen door bijvoorbeeld de gaskraan dicht te draaien. Een paasvuur dooft vanzelf als het brandbare hout op is. Verder kun je de brandhaard afsluiten van de luchtzuurstof door er met een brandblusser poeder op te spuiten. Of je kunt brandende kleding doven door iemand te omwikkelen met een afsluitende (en onbrandbare) branddeken. Als laatste kun je de temperatuur verlagen door bijvoorbeeld water op het vuur te spuiten.

Dat laatste moet je overigens nooit doen bij brandende (frituur)olie. Doordat het water met kookpunt 100 graden Celsius onmiddellijk verdampt in de kokende olie van 190 graden, spettert het water met geweld de pan uit. Hierbij wordt een nevel van olie meegesleurd. Doordat de fijne oliedruppeltjes omringd zijn met luchtzuurstof, krijg je ideale brandomstandigheden en een enorme vuurzuil. Bij een brandende frituurpan zet je eerst het gas uit en neem je het zuurstof weg met een deksel. Anders doet je er een omgekeerde koekenpan op. Nooit water op brandende olie gooien!

Alles gaat over

Tijdens het ouder worden krijg je allerlei ongemakken. Je hebt zomaar een vervelend griepje, een hardnekkige verkoudheid of een verdwaalde koortslip. Je snijdt je tijdens het kokkerellen eens flink in je vinger of knipt je nagel net iets te ver af. Ja, een mens lijdt wat af! Toen ik nog (te) fanatiek hard liep, verzwikte ik mijn voet geregeld. In mijn enthousiasme liep ik zelfs twee keer een meniscus in mijn knie stuk: ik houd niet van half werk. Wie zei er ook al weer dat sporten gezond is?
Ooit belandde ik fietsend op een spekgladde, besneeuwde straat met mijn ribbenkast op de stoeprand. Als ervaringsdeskundige raad ik iedereen gekneusde ribben ten zeerste af. En als je ze dan toch hebt, kijk niet per ongeluk naar een comedyzender. Want lachen is het laatste wat je wilt. Onder het gebruik van stevige pijnstillers ging het uiteindelijk vanzelf weer over.
Ook merkwaardige, ouderwetse klinkende ziektes ontliep ik niet. Zo had ik ooit spit (akelige rugpijn) en jicht (pijnlijke kristallen in mijn voetgewricht). Zelfs aan gordelroos ontsnapte ik niet. Met deze kiespijnachtige pijn rond mijn middel ging ik naar mijn huisarts. "Je hebt gordelroos, een virusinfectie." sprak de medicus en gaf me zinkzalf. "Deze zalf helpt niet, maar je kunt het er wel opsmeren." Na deze dokterslogica ging het uiteindelijk vanzelf weer over. Nee, ik ga niet zo heel snel naar een arts.
Onlangs had ik ineens een grote, met vocht gevulde, eivormige en pijnloze bult op mijn elleboog. Toch wel benieuwd wat het was, ontmoette ik “toevallig” mijn buurman met het nobele beroep van huisarts. Ik toonde mijn elleboog en vroeg quasi-onnozel: "moet ik hiermee naar de huisarts, Coen?" Hij moest lachen: "voor een hbo-docent heb je een toepasselijke aandoening: een studentenelleboog! Tijdens het blokken voor een tentamen zet een student zijn ellebogen stevig op tafel om zijn vermoeide studiehoofd te ondersteunen. Gevolg hiervan is een geïrriteerde of ontstoken slijmbeurs die veel vocht produceert. Zo’n studentenelleboog kan erg pijnlijk zijn, maar meestal gaat het vanzelf weer over."

Als ik het niet dacht… Uiteindelijk gaat álles vanzelf over!

Plastic in de soep

Elk jaar smijt de mens meer dan vijf miljoen ton plastic afval in zee. Omdat plastic niet verteert, neemt deze hoeveelheid schrikbarend toe. Zonlicht en waterbeweging versnipperen het tot kleine deeltjes microplastic. Deze “plastic soep” kost jaarlijks miljoenen vissen, vogels, zeehonden en dolfijnen het leven. Deze dieren zien het microplastic aan voor voedsel en worden onvruchtbaar of sterven. Het meeste plastic komt in het water in snelgroeiende Aziatische economieën. Afval wordt daar op straat, in de rivier, op het strand of in zee gegooid, omdat de vuilverzameling slecht geregeld is. Door oceaanstromingen drijft er momenteel op de Grote of Stille Oceaan een plastic “eiland” met ongeveer de omvang van Frankrijk en Spanje samen.

Ik moest daar aan denken toen ik de man rommel zag opruimen langs het fietspad naar de Rietlanden. Deze medewerker van die friettent-met-de-grote-M verzamelde weggegooide verpakkingen, bedrukt met diezelfde M. De bedrijfsleiding van M snapt gelukkig goed dat deze gratis “wegwerpreclame” slecht wordt gewaardeerd door Emmenaren. Je vraagt je trouwens af: wat bezielt zo’n klant? Kennelijk koopt zo’n aso een milkshake, drinkt hem fietsend op en smijt de beker meedogenloos in de berm. Ik vermoed dat dit onopgevoede jongelui zijn, maar misschien zijn het ook de ouders van diezelfde onopgevoede jongelui. Want dat er ook asociale volwassenen zijn zie je aan de omgekeerde asbakken op de parkeerplaatsen langs de snelweg. Zo ben ikzelf niet opgevoed en mijn kinderen ook niet. Afval houd je bij je en gooi je – eventueel thuis – netjes weg. Ik ben zelfs zo’n “gek” die – al wandelend – rondslingerende rommel meeneemt om thuis in de container te mikken.

Plastic uit Emmen zal vanwege de afstand tot zee niet bijdragen aan de plastic oceaansoep, maar ’s winters met bladerloze planten zie je het wel overal liggen. Wat dat betreft is het prettig dat het weer voorjaar is. De voorjaarsblaadjes onttrekken het aanwezige afval aan het zicht. Maar plastic verteert niet: volgende winter ligt diezelfde troep er nog steeds, aangevuld met de rommel van komende zomer.

Laten we ons nou gewoon netjes gedragen: geen rotzooi op straat! En ook al heb je het zelf niet weggegooid, ruim eens wat zwerfvuil op. Immers … goed voorbeeld doet goed volgen!

Bikkelen op de e-bike

Mijn dochter had voor onze gezamenlijke familievakantie voor pa en ma elk een e-bike gehuurd, een elektrische fiets dus. Mijn vrouw en ik zijn beide in de zestig en volgens mijn dochter waait het op Terschelling flink. Vader (ik dus) lag met een pijnlijke voet op een kussen en was gekluisterd aan zijn stoel:  gevangen in het vakantiehuis. Na een paar dagen pijnbonkte mijn voet minder en besloot ik voorzichtig een stukje te gaan e-biken. Direct na opstappen – e-bike op de hoogste stand – schoot ik ondanks zere voet de Terschellingse duinen in. Spelend met de elektrische aandrijving en de versnelling kreeg ik het ding onder controle. Schijnbewegingen bleken al genoeg te zijn om de weerstandloze trappers van de fiets in het rond te bewegen. Zonder moeite reed ik vijfentwintig kilometer per uur, tegen de wind in.

Onlangs vertelde een oudere dame me trots dat ze een goede conditie bezat, want ze had zojuist wel dertig kilometer gefietst, op een e-bike! Voor wie het nog niet wist: elektrisch fietsen heeft maar weinig met fietsen te maken. Sorry, mevrouw! Wel is zo’n e-bike ideaal voor de moeilijken-ter-been, de mensen-met-weinig-conditie en de luien-van-geest-en-lijf.

Je moet echter wel leren omgaan met zo’n elektrische fiets. Vorig jaar sneuvelden er 28 e-bikers in het verkeer. Daarbij komen nog de gebroken armen en heupen, schedelfracturen en ander ongemak. Vooral senioren – onze vroegere bejaarden – hebben ongelukken met hun snelheidsmonster. Bij het opstappen gaat het vaak al mis. Zo’n ding is zwaarder dan een fiets en heeft ook een ander zwaartepunt. Maar ook de hogere snelheid en het geluidloos inhalen op een smal fietspad zorgen voor ellende. Er rijden momenteel zo’n twee miljoen (!) e-bikes rond in Nederland. Als je er zelf één wilt aanschaffen is het slim vooraf off-the-road voorzichtig te oefenen. Of neem een e-bikecursus. Die zijn er echt!

Omdat ik thuis scooter rijd, heb ik op Terschelling mijn e-bike omgeruild voor een snorscooter. De elektrische variant: gemakkelijk te bedienen en … met zo’n geluidloos apparaat mag je zelfs de beschermde duinen in.

Chantageloterij

Mijn vrouw – zij is wiskundige – en ik keken elkaar aan. “Dat is onzin!” riepen we gelijktijdig.

Nieuwslezer Jan de Hoop van RTL las voor: “In Frankrijk won een man voor de tweede keer een miljoen in de loterij. Hij won zijn eerste miljoen in november 2016. Volgens wiskundigen in de Franse krant Le Parisien was de kans dat hij daarna nogmaals zou winnen 1 op 16.000.000.000.000 (één op zestien biljoen).” Onzin, dus. Als je eerder de hoofdprijs hebt gewonnen dan is de kans dat je hem daarna nogmaals wint net zo groot als bij de eerste keer.

Veel mensen – ook journalisten – hebben een slecht idee van kansen. Ze denken soms dat kansen van elkaar afhangen, terwijl dat niet zo is. Stel een zwangere moeder heeft al negen dochters. De kans op een tiende dochter is gewoon één op twee (1 op 2) ofwel 50%. Het geslacht van het laatste kind hangt namelijk niet af van eerdere kinderen. Maar de kans wordt anders als je vóóraf de kans op tien dochters bepaalt van een vrouw die tien kinderen gaat krijgen. Die kans is slechts 1 op 1024 (0,1%), namelijk tien keer 1/2 met zichzelf vermenigvuldigd.

Ik ken de situatie bij betreffende Franse loterij niet, maar ik vermoed dat de kans om daar de hoofdprijs te winnen 1 op 4.000.000 is. Dan is de kans dat je hem bij twee toekomstige loterijen wint inderdaad 1 op 16 biljoen. Het commentaar van de geluksvogel was: “Ik blijf meedoen, want alle goede dingen kom in drieën.” Ook onzin natuurlijk: zijn kans om hem voor de derde keer te winnen is weer net zo miniem als voor andere deelnemers. De kans dat hij in de tussentijd overlijdt door een val van een huishoudtrapje is zelfs groter. De Franse geluksvogel kan zijn winkans trouwens wel vergroten door meerdere loten te kopen. En als je alle verkochte loten in je bezit hebt, ben je zelfs zeker van de hoofdprijs. Tenminste… als de loterij niet vals speelt! Zoals de Staatsloterij dat tot 2016 deed. Zij lieten ook niet-verkochte loten in de trekking meedoen. En een prijs op een onverkocht lot werd domweg niet uitgekeerd. Deze misleiding – noem het maar fraude – noodzaakte de Staatsloterij vorig jaar 30 miljoen schadevergoeding uit te keren in de vorm van … “gratis” loten!

En dan is daar nog de Postcode Chantage Loterij. Buren die zich moreel verplicht – gechanteerd – voelen om mee te doen, want “stel je voor dat alle buren 50.000 euro winnen en wij als enige niet!” Tel daar bij op het schreeuwerige “Gooooeeeeeedenavond” van een presentator Gaston op tv dan begrijp je dat ik nooit iets ga winnen in de loterij: ik doe namelijk nooit mee. Voor Emmer sportverenigingen die langs komen, maak ik een uitzondering. Daar win ik trouwens ook nooit iets, want ik vergeet altijd de trekking.

Toppunt van vernedering

"Gaat u maar mee, meneer." De jongedame begeleidt me naar de catacomben van het gebouw. 

Als je voor de hele week boodschappen haalt, scharrel je zomaar een uur in de supermarkt rond. In die tijd kruipt kou van de koelvitrines bij je rug omhoog en stimuleert onverbiddelijk je stoelgang. Vertwijfeld loop ik met hoge nood en een half afgewerkte boodschappenlijst door de winkel, wetend dat ik het thuistoilet niet ga halen.
"Waar is het toilet?" vraag ik aan een vakkenvuller. "Een klantentoilet hebben we hier niet, meneer" antwoordt de jongen. "Maar ik zal even iemand voor u roepen."
De splinternieuwe Jumbosupermarkt in mijn wijk de Rietlanden is prachtig verbouwd en ruim ingericht. Bij de opening zei ik nog tegen de bedrijfsleider "Volgens mij krijgen jullie concurrenten het hier moeilijk mee." De bedrijfsleider reageerde trots: "En wij hebben het grootste assortiment!" 't Mocht kennelijk wat kosten, maar blijkbaar kon er geen klantentoilet van af. Ik probeer het te begrijpen: zou zo’n toilet niet mogen van het hoofdkantoor in Veghel? Of is men bang voor diefstal via het toilet? Of kost het teveel winkelruimte?
Ik had mijn vraag expres aan een mannelijke variant van de vakkenvuller gesteld, maar hij roept via zijn "oortje" genoemde jongedame op. En dan volgt een surrealistische vernedering voor een 60-plusser. Ik verdwijn met het meisje in het magazijn, gelokaliseerd achter de winkelmuur. Ik wandel langs de flessenmachine, langs pilaren van bierkratten en langs bouwwerken van stapels dozen. Als een klein jongetje – nog net niet bij de hand genomen – daal ik onder begeleiding af naar de kelder onder het magazijn. Het meisje kijkt mij troostend aan: "zo ziet u de winkel ook eens van een andere kant, meneer.".
Omdat ik zomaar iets kan stelen, blijft mijn bewaakster wachten voor de deur. Ik voel de druk op mij toenemen en probeer zo snel mogelijk mijn privézaken af te handelen. Op de weg terug – langs de ondergrondse bedrijfskantine – voel ik de meewarige blikken van het personeel. Ik wend mijn blik beschaamd af. In zwijgende stilte lopen we terug de winkel in. Mijn halfvolle kar staat er nog steeds. Ik wil naar huis, maar moet eerst nog mijn boodschappenlijstje afhandelen. Met een volle kar zie ik mijn begeleidster zitten achter kassa twee. Onopvallend schuif ik aan in de veel langere rij van kassa vijf.
Ik ga eens uitzoeken hoe andere supermarkten dit hoognodige probleem oplossen. Misschien moet de Rietlandense bedrijfsleider toch eens toestemming in Veghel vragen voor een klantentoilet!

Met je vrijer achterop

"Dat ga ik ook doen!", riep ik spontaan. Acht jaar geleden vertelde collega Dolf Vink aan de koffietafel dat hij een scooter had gekocht. Dat deed ik dus ook en diezelfde week reed ik op een heuse Vespa. Sindsdien doe ik alles op dat ding, weer of geen weer. Zo ook afgelopen vrijdag.
Lekker naar de warenmarkt voor verse vis op de barbecue en naar mijn speciale slager voor onbehandelde spareribs. Alles paste keurig in de koffer achterop de scooter. Mijn vrouw had me gevraagd om ook een airfryer te kopen voor mijn jarige zoon Vincent. Met zo'n airfryer frituur je zonder toegevoegd vet en dat is wel zo gezond voor een muzikant.
Ik dacht vooraf nog "ik zet die doos met het frituurapparaat gewoon tussen mijn benen op de scooter", maar dat viel zwaar tegen. Gelukkig heeft mijn scooter achterop een stevige topkoffer. Met behulp van een winkelmedewerker en een stuk touw bond ik de enorme doos achter op de buddy seat van de scooter: doos op het zadel tegen de koffer drukken, de koffer openen, touw door de koffer en om de doos slaan, touw vastbinden en de koffer stevig dicht doen. Het touw zat goed klem in de koffer en mijn probleem leek opgelost.
Ik nam plaats op het (overgebleven) puntje van de buddyseat. En in plaats van met een vrijer - zoals in mijn jeugd - reed ik met een fryer achterop,  mijn rug stevig tegen de doos aangedrukt. Ik grinnikte om de dubbelzinnigheid van deze situatie.
Toen ik heelhuids thuis kwam, zag ik dat het touw van de doos was gegleden. Ik had de doos op zijn plaats gehouden door hem mijn rug tegen de koffer te drukken. Het was een wonder dat het ding mij niet had verlaten en in een flinke bocht rechtdoor was gegaan, of bij een verkeersdrempel was gelanceerd!
Zoon Vincent was blij met zijn airfryer, maar nu heeft híj een transportprobleem. Het kolossale ding moet nog naar Groningen ... als handbagage … met de bus!

Drèents Liedtiesfestival

Zoals Europa het Eurovisie Songfestival kent, zo kent Drenthe het – veel leukere – Drèents Liedtiesfestival (DLF). Het idee van het DLF is ongeveer hetzelfde als van het songfestival. Deelnemers zingen een nieuw – in dit geval Drents – “liedtie” en een vakjury bepaalt samen met publiekstemmers wie het beste is. De winnaar wacht eeuwige roem in Drenthe en ontvangt een geldbedrag om een studio-opname te maken van het liedje.

Het DLF wordt voor de zevende keer georganiseerd door stichting REUR (Bert Kamping) en RTV Drenthe. Het festival is al weer voor de derde keer in het Atlas Theater in Emmen. Komende zaterdagavond zendt RTV Drenthe het festival rechtstreek uit op tv. De kijkers kunnen – net als bij het Eurovisie Songfestival – tijdens de uitzending telefonisch stemmen op hun favoriete liedje. RTV Drenthe trekt hierbij alle registers open en maakt er een flitsende uitzending van.

Bij het Eurovisie Songfestival heb je te maken met stukgeoefende optredens van beroepsmuzikanten, maar bij het DLF doen vooral amateurs mee. Sommige deelnemers componeerden hun liedje met sobere gitaarbegeleiding. Nu worden ze ineens ondersteund door een meerkoppige, professionele band. Soms zelfs met achtergrondzang. En dat meteen maar in een theater met meer dan 500 bezoekers en een woud aan tv-camera’s, geluidsapparatuur en toneellampen. Was vorig jaar de kleine zaal van het Atlas Theater nog voldoende, dit jaar zijn de opnames in de prachtige, grote Rabozaal. Voor de meeste deelnemers een overweldigende ervaring. En voor het publiek leuk om mee te maken.

Ik bezoek het festival al vijf jaar, oorspronkelijk als trotse vader van de vaste-pianist-van-de-band, Vincent Grit. Maar zeker ook om te genieten van de enthousiaste deelnemers, de uitstekende kwaliteit van de optredens en de aangename hectiek van tv-opnames.

Dat de gemeente Emmen veel muzikaal talent bezit, blijkt uit de winnaars van de afgelopen drie jaar: Suzanne en Linda Kannegieter (2015) kwamen uit Emmen, Richard Vinke (2016) kwam uit Schoonebeek en Isa Zwart (2017) kwam uit Bargeroosterveld.

Zoals FC Emmen onze gemeente landelijk op de kaart zet, zo zet het Liedtiesfestival ons op de Drentse kaart. Dus in ons nieuwe elan van "trots op Drenthe" en “trots op Emmen”: ga allemaal kijken op zaterdagavond 2 juni om 19.30 uur op tv naar dit sympathieke festival. Op het moment van schrijven kon je zelfs nog enkele kaartjes kopen via de website van het Atlas Theater.

Emmen hoog op lijstjes

Onze gemeente doet het slecht op allerlei landelijke lijstjes, dat is tenminste ons eigen idee. Maar hoe Emmen er op lijstjes voorstaat is maar net hoe je het bekijkt.
Als oppasopa kan ik in Emmen mijn kleinkindkleuters op straat laten spelen. Dat kunnen ze thuis in Utrecht niet. Emmen staat hoog op de lijst van gemeenten waar kinderen op straat kunnen spelen. In veel 100.000+ steden betaal je een kapitaal om een rijtjeshuis te kopen. In Emmen huur je zo’n huis of krijg je voor dit bedrag een alleenstaand huis. Emmen staat hoog op de lijst met betaalbare woningen. Wil je een stuk grond om zelf te bouwen? Emmen staat hoog op de lijst met beschikbare bouwkavels, ook voor bedrijven. Afgelopen kerst stond Emmen hoog op de lijst met de grootste kerstbomen van Nederland. Kenners fluisterden zelfs dat de boom naast de Grote Kerk net zo hoog was als die van New York. Ook staat Emmen hoog op de lijst van gemeenten waar een Nobelprijswinnaar is geboren (Ben Feringa, scheikunde, Barger-Compascuum). Ook staat Emmen hoog op de lijst van gemeentes met schone lucht en op de lijst met gemeentes zonder files (ik snap nog steeds niet wat ze daar in ‘het Westen’ nou zo leuk aan vinden). En als je van bovenuit de Boelsflat in Emmen Centrum over de gemeente heen kijkt, zie je groen, groen en nog eens groen! Emmen staat torenhoog op het lijstje van groene gemeenten.
En dan heb ik het nog niet over onze beroemdheden. Zo hebben we muzikale duizendpoot Daniël Lohues, Henk-met-de vlam-in-de-pijp-Wijngaard en zanger Bouke. We hebben Jan van Es met het beste café van Nederland (café Groothuis) en darter Jan Dekker. Onze Emmer schaatskoning Kjelt Nuis won twee keer goud tijdens de afgelopen Olympische winterspelen. Emmen staat door hem boven aan de lijst met een inwoners die 1000 en 1500 meter Olympisch goud wonnen. En FC Emmen hoort in de komende eredivisie bij de top van het Nederlandse voetbal (ik houd mijn financiële hart vast) en de eerste wedstrijd tegen ADO Den Haag is al gewonnen! Een aantal van de Emmer opleidingen van hogeschool NHL-Stenden (economie en scheikunde) behoren volgens de peiling van Elsevier Weekblad tot de top van Nederland. Bluetooth op je telefoon en andere apparaten is destijds bij Ericsson in ons eigen Emmen ontwikkeld.
Dus Emmen slecht op lijstjes? Het is maar net hoe je het bekijkt. Als je wilt, staat Emmen hoog op allerlei landelijke lijstjes. En krijg je geen genoeg van bovenstaande opsomming, er is meer op
www.emmenmaakhetmee.nl en in de archieven van www.emmen.nu.

Emmen is een prachtige gemeente. Alleen jammer dat er hier en daar nog steeds levensgevaarlijke paaltjes op fietspaden staan.

Gevaarlijke vakantie

Pikhaak. Ken je dat woord? Een pikhaak gebruik je op een boot. Het is een lange stok waarmee je de boot van de wal weg kunt duwen, maar ook met een haak die je ergens omheen kunt "pikken" en de boot ergens naar toe kunt trekken.
We huurden deze zomer in Friesland een weekje een vierpersoons motorboot met slaapgelegenheid, een klein jacht dus. Friesland is een merkwaardige provincie die uit twee gescheiden werelden bestaat: die op het land en die op het water. Je kunt er grote afstanden varen en nauwelijks hoeven te wachten voor een brug. Auto's zie je vanaf het water bijna niet. En rijdend op de autoweg heb je geen idee wat er allemaal op het water vaart.
Twintig jaar eerder huurde ik eens een boot van 14 meter 75. Dat is erg groot! Daar kun je met tien mensen op slapen, er was zelfs een ligbad aan boord. Zo'n ding krijg je als onervaren schipper zo maar mee, zonder vaarbewijs, omdat hij net geen 15 meter was. Bizar, nietwaar? Gelukkig kun je met twee joysticks en twee elektrische hulpschroeven de voor- en achterkant van de boot nauwkeurig bijsturen. Dat ging goed, totdat we met flinke wind tussen een brug en een nabije treinbrug werden opgesloten en de accu leeg raakte. Maar goed, dat was vroeger.
Onze dit jaar gehuurde boot - een boot moet je niet zelf willen hebben - was ‘slechts’ tien meter lang. Op zo'n jacht is van alles aan boord, ook de genoemde pikhaak. Nog maar net vertrokken en nog wat onwennig stuurde ik de boot onder de eerste brug door, een beetje wiebelend nog. Vrouwlief duwde voor de zekerheid met de pikhaak de achterkant van de boot van de kant en plons... daar ging onze pikhaak. We stelden vast dat zelfs een aluminium haak blijft drijven, waarschijnlijk hol en gevuld met lucht. We hebben niet geprobeerd hem onder de drukke brug op te vissen en samen keken we triest naar de steeds kleiner wordende pikhaak .
Gelukkig kun je in Friesland overal pikhaken kopen en voor twintig euro hadden we een nieuwe. Ik wilde op straat niet gezien worden met het ding: je hebt tenslotte je schipperstrots, nietwaar? Dus vrouwlief mocht hem zelf naar de boot dragen. Zwaaiend liep ze met het ding over straat. Toen ze ermee gevaarlijk dicht in mijn buurt kwam en ik opzij moest springen, realiseerde ik me een andere betekenis van het woord pikhaak.
Vakantie is best gevaarlijk, maar helaas alweer voorbij.

Reis naar de zon

"Wat is belangrijker, Jantje? De zon of de maan?" "De maan, juf." "Waarom de maan, Jantje?" "Omdat de maan schijnt ’s nachts als het donker is en de zon overdag, juf!"
De spectaculaire maansverduistering van vorige maand maakte zelfs Jantje uit dit stokoude mopje duidelijk dat zowel het licht op aarde als dat op de maan afkomstig is van onze zon. Bij verduistering valt de schaduw van de aarde op de maan. De maan is nog amper zichtbaar, omdat de aarde precies tussen zon en maan in staat. De aardatmosfeer liet alleen nog wat rood zonlicht - vergelijk met avondrood - op de maan vallen en zorgde voor een 'bloedmaan'.
Onze Amerikaanse vrienden (mag ik dat nog zeggen, meneer Trump?) stuurden een maand geleden een ruimtevaartuig voor onderzoek richting zon. Het ding doet zeven jaar metingen om uiteindelijk te verschroeien in de corona van de zon. Deze zonatmosfeer zendt niet alleen zonlicht de ruimte in, maar blaast ook kleine geladen deeltjes de ruimte in: de zogenoemde zonnewind. Terwijl zonlicht de aarde in zes minuten bereikt, doen de geladen deeltjes er drie dagen over. Ze worden door het magneetveld van de aarde ingevangen en zorgen bij de Noordpool voor het spectaculaire Noorderlicht.

Een krachtige uitbarsting van zonnewind is levensgevaarlijk voor het aardse leven. Maar zelfs een minder grote uitbarsting kan niet alleen satellieten rondom de aarde platleggen, maar ook de elektronica op aarde. Dit heeft enorme maatschappelijke gevolgen zoals het uitvallen van navigatiesystemen, computers en elektriciteitscentrales. Levensbedreigend! Goed dus dat de wetenschap onderzoek doet naar de straling van onze zon. We kunnen niet genoeg van onze ster weten, voor onze eigen veiligheid.

We weten dat onze 'bevriende' Amerikaanse president weinig op heeft met wetenschap. Maar dit onderzoek naar de zon raakt ook hem. Want als computers uitvallen, werkt het internet niet meer. En het ergste voor Trump: ook Twitter doet het niet meer!

Van min naar plus

Ik heb het ooit erg druk gehad. Ik was docent aan de Hogeschool Drenthe, samen met een vriend had ik een softwarebureau èn ik schreef boeken. En dat mèt een gezin. Bizar achteraf: een mens doet maar wat! Uit noodzaak moet je dan zuinig met je tijd om gaan. Dat heet in goed Nederlands: timemanagement.

Voor goed timemanagement stel je eerst vast wat je belangrijk vindt. Aan onbelangrijke zaken moet je geen tijd verspillen. Je moet weten wat je nastreeft of anders gezegd: je moet je persoonlijke doelen kennen. Niet alleen op je werk, maar zeker ook privé. Dat is trouwens gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vaak word je geleefd door de waan van de dag en ben je bezig met onbelangrijke dingen. Door de drukte denk je niet eens na over wat je echt belangrijk vindt.

Je probeert je vastgestelde doelen vervolgens zo efficiënt mogelijk te bereiken. Daartoe loop ik dagelijks rond met een hardkaften opschrijfboekje. Ik maak daar geregeld een to-dolijst met belangrijke zaken in. Vóór elke uit te voeren taak zet ik een horizontaal streepje: een minteken. Een voltooide taak streep ik niet door, want dat maakt hem onleesbaar: als timemanager wil je kunnen zien wat af is. Ik zet daarom een verticaal streepje door de min en het minteken wordt ineens een plusteken en dat geeft een positief gevoel. Ook plaats ik expres kleine taakjes op de lijst en ook zet ik er soms stiekem iets op dat ik zojuist al gedaan heb. Dan lijkt het net alsof je flink opschiet. En zo wordt mijn to-dolijst een "ta-dalijst".
Natuurlijk kan dat allemaal ook met een app op een telefoon of tablet. Maar in zo'n boekje maak je snel een notitie, een gespreksverslagje, een tekeningetje of iets om te onthouden. Het is daardoor tevens een dagboek en … een uitbreiding van je geheugen. En als oudere jongere kun je extra geheugen prima gebruiken!

Berend Wezeman

Heb jij ook helden? Mensen die je bewondert en die een voorbeeld voor je zijn? Ik heb er een paar. In een ver verleden was ik leerling op het CSG in Emmen, de voorloper van het Hondsrugcollege. Ik zat nog op de laatste lichting van de oude HBS. Deze Hogere Burgerschool (ik verzin het niet) was een antieke vorm van onderwijs met ouderwetse leerboeken en traditionele docenten met bijbehorende opvattingen.

Ineens verscheen daar frank en fruitig bioloog Berend Wezeman. Deze wetenschapper bracht logica in zijn vak: biologie. Deze inspirerende man leerde ons verbanden te leggen in de biologie en na te denken over de natuur. Op de streng christelijke school waagde hij het zelfs de evolutietheorie te behandelen. Omzichtig, want hij moest op zijn hoede zijn voor leerlingen die dit verklapten aan hun streng gelovige ouders.

Wezeman is één van mijn helden. Wij wisten: hij deed ook "iets" met de dierentuin. Later werd het duidelijk dat hij dé dierentuin-ideoloog was. Zijn creatieve geest droeg in hoge mate bij aan de educatie en de diervriendelijkheid van het park, ongekend voor die tijd. Samen met de dierentuinfamilie Rensen stuwde Wezeman het bezoekersaantal destijds op naar 1.3 miljoen per jaar!
Onlangs heb ik mezelf - heel brutaal - bij hem uitgenodigd. Vorige week hebben we tweeënhalf uur zitten praten. Over van alles: school, politiek, religie, biologie en natuurlijk Wildlands. Deze 84-jarige bioloog heeft niets van zijn bevlogenheid verloren, leest nog zijn vakbladen en zit boordevol ideeën. Ook over Wildlands.

Twee dagen na mijn bezoek las ik over de verder tegenvallende bezoekersaantallen van Wildlands. De onlangs vertrokken directeur was eindverantwoordelijk voor de huidige opzet van Wildlands. In een tv serie voorafgaand aan de opening van Wildlands gebruikte hij naar mijn smaak bij ideeën te vaak het woord “ik”, in plaats van “wij”. Dus wat mij betreft was hij echt verantwoordelijk.

Om de zaak vlot te trekken heb ik het volgende advies voor Wildlands: ga nog eens met Berend Wezeman praten en nodig Jaap Rensen ook uit! Misschien willen ze nog wel meedenken over een betere formule voor het park.

Kaalheid is geen kapsel!

"Bewijs jij maar dat mijn god niet bestaat!", sprak de gelovige. Op dit soort omdraairedeneringen had filosoof Bertrand Russel een mooi antwoord: "ik geloof dat er een theepot in een baan om de zon draait. Bewijs jij maar dat die theepot niet bestaat." Aangezien het niet te bewijzen valt dat iets niet bestaat, stond de gelovige met de mond vol tanden. Hij probeerde nog: “Maar als ik kan bewijzen dat God bestaat, dan is het geen geloof meer.” Bertrand verwees hem opnieuw naar de theepot.

De mensheid kent honderden goden. "Iemand die gelooft in God of Allah is daarom ook een atheïst. Hij gelooft in geen enkele god behalve één: die van hemzelf, meestal van zijn geboortegrond. Een echte atheïst gaat slechts één stap verder en gelooft ook niet in die laatste god." Deze tekst is van atheïst Richard Dawkins.

Ongelovigheid kent verschillende gradaties. De "ietsisten" geloven niet in een god, maar denken wel dat er "iets" is tussen hemel en aarde. Dan heb je de agnost: die weet het niet, maar er zou best wel een god kunnen bestaan. En de “gewone” ongelovige gelooft in niets. Als laatste heb je de atheïst – zoals Richard Dawkins - die strijdbaar ongelovig is. De atheïst vindt dat er door religies - of in naam van hun goden - veel ellende op de wereld is, zoals oorlogen, onverdraagzaamheid, seksueel misbruik en het tegenhouden van wetenschappelijke voortuitgang.

Een gelovige zei ooit: “godsdienst heeft naastenliefde uitgevonden.” Hij vergat de zojuist genoemde ellende, maar ook bloedige kruistochten, brandstapels voor ongelovigen en eeuwenlange onderdrukking van het volk door rondbuikige kerkvaders. In het kader van deze “naastenliefde” leerde ik op mijn protestantse basisschool dat katholieken niet deugden. Ging iemand huwen met een andersgelovige dan gold de spreuk: “Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen”. Naastenliefde noemt men dat.

En dan heb je nog de onzinbewering dat “atheïsme is ook een geloof” is. Ja, hoor… En kaalheid is een kapsel… en niet-tennissen is een sport…

Ambachtelijke onzin

"Ambachtelijk brood" schreeuwt het etiket. De verpakking bevat kennelijk brood waar mensen met hun handen aan hebben gezeten. Want wanneer is iets ambachtelijk? Afbakbrood komt uit de fabriek – en daar is niets mis mee – maar is in de winkel vers afgebakken brood ambachtelijk?

Reclame gooit je dood met termen als ‘natuurlijke vitamines’ (ons lichaam ziet echt geen verschil tussen natuurlijke en synthetische vitamines), ‘glutenvrij’ (gluten is een prima broodeiwit, tenzij je de ziekte coeliakie hebt), ‘dit brood bevat spelt’ (speltbrood is een modegrill) en ‘dit product bevat geen e-nummers’ (er is niets mis met e-nummers).

Wil je kritisch winkelen? Kijk dan naar het zoutgehalte van producten. Speklapjeskruiden van Verstegen bestaan bijvoorbeeld uit 75% zout! Verstegen belazert je niet alleen (zout kost bijna niets), maar een liefhebber van kruidige speklappen krijgt zo een enorme berg zout binnen. En zout is wel slecht voor je. Zo bevatten de goedkopere Jumbo nassikruiden wel 25% zout, terwijl het merk Conimex maar 1% zout bevat. Zout is lekker, maar als ik zout wil eten dan voeg ik dat zelf wel toe.

Wees ook kritisch op vet in een product. Ogenschijnlijk zijn beide hetzelfde, maar een pakje spaghettisaus van Frito bevat 3,5 gram vet per 100 gram, terwijl er in dezelfde hoeveelheid Passato slechts 0,4 gram zit. Als je niet op het etiket let, krijg je ongemerkt veel vet binnen. Vet is lekker, maar als ik vet wil eten dan voeg ik dat zelf wel toe.

Let ook op producten die verborgen calorieën bevatten. (Sinaas)appelsap bestaat uit 10% opgelost suiker. Druivensap bevat zelfs 20% suiker (daarom is het zo geschikt voor het maken van wijn). Heb je dat even niet door dan klok je op een zonnige dag ongemerkt flink wat calorieën naar binnen. Je kunt beter suikerarme ‘light’ producten nemen. Of nog beter: kraanwater. Geen mineraalwater: ons Nederlandse kraanwater is uitstekend en die extra 'mineralen' heb je niet nodig. Tip: bewaar enkele lege flesjes, vul ze steeds met kraanwater en bewaar ze in de koelkast.

Wees dus kritisch op reclameteksten. Zoek op etiketten bij sausen naar verborgen vet, bij frisdranken naar het suikergehalte en bij ‘hartige producten’ naar het zoutgehalte. Verder, als gevarieerd en vers eet, heb je – tenzij een arts of verloskundige dit voorschrijft – geen vitaminepillen nodig.

Koninklijk blauw

Sinterklaas is weer in de stad. In mijn verre jeugd was je bang voor deze bejaarde. Als je stout was dreigde zijn knecht Piet je ervan langs te geven met zijn roe. En bij binnenkomst in de klas sloeg hij met deze takkenbos krachtig op de bankjes, om je bang te maken. Dat waren nog eens tijden! Sint kende nog iedereen en in zijn grote boek stond precies hoe stout jij was het afgelopen jaar. Bij ernstige misdragingen dreigde de zak. Daarin ging een stouterik mee naar Spanje. Ja, kinderen waren bang voor de Sint.

Maar tradities veranderen, dat is maar goed ook. In de loop van de jaren kwamen opvoeders in opstand en nu misbruikt knecht Piet zijn roe niet meer. Ook ontvoert Sint geen kinderen meer naar Spanje. Tegenwoordig is de goedheiligman beschaafd. Hij deelt zelfs glutenvrije pepernoten uit als er een glutenallergisch kind in de klas zit. Want Sinterklaas is een kindervriend.

Maar een donker kind wordt extra gediscrimineerd rondom 5 december vanwege de zwartheid van knecht Piet, en dan is Sinterklaas ineens minder vriendelijk. Want - evenals als sommige andere nostalgische 50 plussers - houden sommige hulpsinterklazen hardnekkig vast aan de zwartheid van hun Pieten met de tekst: "ze moeten mij mijn zwarte Pieten niet afpakken. Mijn knechten zijn zwart en blijven zwart, of dat kind nou gediscrimineerd wordt of niet!"

Jammer, Sint. Want je kunt een kind van alles wijsmaken... Dat er een schepper bestaat, dat jij – Sinterklaas - bestaat, maar ook dat Piet een andere kleur heeft. De slagen met de roe zijn al verdwenen en de zak naar Spanje ook. Daar kan die zwarte kleur van Piet nog gemakkelijk bij. En dan nemen we geen slappe roetveegpiet, want dan wordt Piet-spelende oom Arie door zijn neefjes al te gemakkelijk ontmaskerd. Ik stel daarom voor: knecht Piet wordt koninklijk blauw (zoals de trouwjurk Maxima). En dat doen we dan voor de gediscrimineerde, donkere medemens. Want tradities verdwijnen en maken plaats voor beschaafdere.

Emmen op één

Stenen sloegen links en rechts naast ons tegen de grond en schreeuwende supporters hingen als apen in de omheining. Zo'n vijfentwintig jaar geleden bezocht deze niet-voetballiefhebber met zijn zevenjarig zoontje een thuiswedstrijd van FC Emmen. Met pa naar een voetbalwedstrijd hoorde bij de opvoeding, vond ik destijds. Volgens de wel-liefhebbers was het een belangrijke wedstrijd, want beide ploegen hadden nog kans op promotie. De stenen van de bezoekende hooligans misten ons op een haar. Emmen verloor, maar toen had ik het stadion al verlaten. Ik ben nooit meer naar een voetbalwedstrijd geweest…
Dan gaan jaren voorbij en komt FC Emmen dit jaar ineens in de eredivisie. Een knalfeest op het Raadhuisplein, uitverkochte seizoenkaarten en het tv-programma: 'Emmen op 1'. Met presentator Rutger Castricum, notabene! Maar ik kijk alles en begin zelfs sympathie voor de tv-maker te ontwikkelen. Niet alleen komen Bekende Emmenaren voorbij, maar zijn programma creëert ook nieuwe BE'ers. Sommigen vanwege hun tragedie, sommigen door verstandige opmerkingen of juist door ongenuanceerde, discriminerende uitspraken, maar allen door hun betrokkenheid bij de club.

'Emmen op 1' is aardig om naar te kijken en geeft een inkijk in alles rondom FC-Emmen en haar stad. Maar ... als columnist heb ik wat betreft de stad ‘Emmen’ nog wel enkele aanmerkingen op het programma van meneer Castricum.
Dus, beste Rutger. Wat mij betreft mogen er wel wat minder trekkers en koeien in je programma. En waarom steeds die countrymuziek op de achtergrond? En dat we als Emmenaren bescheiden zijn, wat meer trots mogen zijn en graag 'normaal doen' dat heb je Nederland nu wel genoeg tussen de oren gewreven. En inderdaad, in Emmen zijn voetballers terecht geen 'godenzonen' en komen soms gewoon op de fiets naar de training.

En ik - en met mij vele plaatsgenoten - heb geen minderwaardigheidscomplex, zoals jij ons blijft aanpraten. Ook vind ik het kwetsend als je Emmenaren met een licht accent ondertitelt. Dat doe je ook niet bij een accent als dat van jezelf. En zoals jij – in gesprek het damesteam – oppert, lopen wij niet achter met emancipatie.
Dus Rutger, laat ook eens iets anders van Emmen zien. We hebben Teijin met de grootste fabriek ter wereld voor supersterke garens. En Emmtec heeft wellicht het modernste laboratorium van het Noorden en metaalbewerker Landes maakt de meest complexe vliegtuigonderdelen. En de Emmense vestiging van hogeschool NHL-Stenden heeft vier Topopleidingen die tot de top 3 van Nederland behoren. Ga daar ook eens kijken!
Maar Rutger, jouw programma zorgt er wel voor dat deze niet-voetballiefhebber het prachtig vindt dat "wij" boven FC Groningen in de competitie staan! Door jou ga ik zelfs misschien nog wel eens kijken. Ik vertrouw erop dat bezoekers tegenwoordig niet meer met stenen kunnen gooien. En dat Emmen komende zondag van Feijenoord wint!

Midwintertijd

Vrijdag van deze week is de kortste dag van het jaar. Deze dag wordt wel midwinter of de winterzonnewende genoemd. Volgens onze wintertijd komt de zon op deze dag om 8.46 uur op en gaat om 16.30 uur onder: van de vierentwintig uur is het nog geen acht uur licht!
Dankzij EU-baas Jean-Claude Juncker verdwijnen zomertijd en wintertijd binnen enkele jaren, waarschijnlijk in 2021. We krijgen dan het hele jaar permanent wintertijd of ... permanent zomertijd. Als je aan mensen vraagt welke van deze tijdschalen ze willen, kiezen de meeste voor zomertijd: “want het jaargetijde zomer is veel prettiger dan de winter”. Maar een goede keus voor zomer- of wintertijd is geen populariteitsmeting voor seizoenen, maar gaat dieper.
Voor een goed bioritme van een mens moet de zon midden op de dag – om 12.00 uur – op zijn hoogste punt staan. In de huidige wintertijd staat de zon om 12.38 uur op zijn hoogste punt. Als we echter nu nog zomertijd zouden hebben, stond de zon om 13:38 uur (dus pas tegen twee uur 's middags) op zijn hoogste punt. En veel erger: de zon zou pas tegen tien uur 's ochtends opkomen! Van deze donkere ochtenden schijnen mensen jetlagverschijnselen te krijgen en depressief te worden. Volgens deskundigen neemt door ochtendsomberheid zelfs de kans op hart- en vaatziekten en op kanker toe.
Maar goed dat we geen referendum meer hebben. Anders zou het volk op basis van sentiment wellicht voor permanente zomertijd kiezen. Een verstandige overheid kiest echter voor permanente wintertijd. Dat past het best bij ons ritme. Bij afwezigheid van zomertijd, verdwijnt de term wintertijd vanzelf en hebben we gewoon weer… tijd!

Goed nieuws: na vrijdag worden de dagen weer heel langzaam langer.

Oud-Emmenaar versus Einstein

Einstein, de grootste wetenschapper ooit, had het goed mis. "God dobbelt niet" zou hij omstreeks 1920 gezegd hebben over de quantummechanica. Dit mysterieuze onderzoeksgebied van de natuurkunde gaat over het allerkleinste: de nog maar net ontdekte atomen, protonen en elektronen.
Dit allerkleinste kunnen wij ons met onze grote-mensenogen niet voorstellen: het valt geheel buiten onze intuïtie. Bizarre verschijnselen zoals elektronen die op twee plaatsen tegelijk lijken te zijn. Of elektronen die op grote afstand met elkaar "verstrengeld" zijn en elkaar sneller dan het licht beïnvloeden. Of deeltjes die niet bestaan uit vaste bolletjes, maar golven zijn. Zo'n deeltje bevindt zich niet op één plaats; we kunnen alleen iets zeggen over de kans om ze ergens aan te treffen. En juist deze kansberekening wilde er bij Einstein niet in en deed hem volgens overlevering over de quantummechanica uitroepen: "God dobbelt niet!"
Maar wat had onze grote natuurkundige het op dit punt mis! De quantummechanica is uitermate succesvol. We danken fotosynthese, transistoren en ook computers aan dit deel van de natuurkunde. Experimenten op dit gebied geven ongelofelijk precieze uitkomsten die met meer dan zes cijfers achter de komma kloppen met de quantumtheorie.
En, elektronen die op afstand - en sneller dan het licht - met elkaar verstrengeld zijn bestaan echt. De technische universiteit Delft loopt voorop in onderzoek hiernaar. Oud-Emmenaar en wetenschapper Ronald Hanson is toonaangevend in dit onderzoek dat kan leiden tot een supersnel en veilig internet: het quantuminternet. Hij geeft woensdag 16 januari om 19.30 uur in het Kenniscafé Emmen een begrijpelijke lezing over dit bizarre onderwerp. Locatie: NHL-Stenden hogeschool in Emmen. Bezoek de lezing van Hanson, want misschien levert dit onderzoek (hem) ooit nog een Nobelprijs op. Inschrijven kan via de website van het Kenniscafé Emmen.

Ik dacht het wel, Philip!

"Maarten van Rossem heeft altijd gelijk, behalve als ik het niet met hem eens ben", zei ik nietsvermoedend. "Jij bent wel erg eigenwijs!", reageerde een collega lachend. Toen het doordrong wat ik zojuist zei, moest ik zelf ook lachen.
Dat historicus van Rossem zelfs (een beetje) kennis heeft van natuurkunde, blijkt uit een tv-fragment uit de Slimste Mens. "Wordt die Kelvin nog steeds gebruikt, Maarten?" vroeg Philip Freriks hem ooit. Van Rossem bromde: "Ik geloof dat ze de Kelvin nog in de natuurkunde gebruiken, voor temperatuurmetingen of zo".
Amerikanen gebruiken voor het meten van temperatuur nog steeds de Fahrenheit. De meer ontwikkelde wereld gebruikt echter de Celsius met nul graden bij het vriespunt van water en honderd graden voor het kookpunt. Geen gekke keus voor een planeet met twee derde wateroppervlak en een klimaat dat sterk door aanwezigheid van water wordt bepaald.
Natuurwetenschappers gebruiken echter de Kelvin voor temperatuurmetingen. Alle materie bestaat uit moleculen die zich ten opzichte van elkaar bewegen. In bijvoorbeeld vast water – ijs dus - trilt elke watermolecule om een vast punt; boven het smeltpunt van ijs kunnen watermoleculen door de hogere snelheid door elkaar bewegen: vaste ijs smelt en wordt vloeibaar. Bij het kookpunt van honderd graden Celsius is de snelheid van watermoleculen zo hoog  dat ze elkaar volledig loslaten: er ontstaat gasvormig waterdamp.
Omgekeerd bewegen moleculen bij afkoelen steeds langzamer. Bij een temperatuur lager dan smeltend ijs, geeft de schaal van Celsius een negatieve temperatuur: het vriest. Bij min 273 graden Celsius komen alle moleculen tot stilstand en kan het niet kouder worden. Dit is het absolute nulpunt van temperatuur. Wetenschappers noemen dit nul Kelvin (zonder de toevoeging graden). Op de schaal van Kelvin is het vriespunt van water plus 273 Kelvin, het kookpunt ligt 100 Kelvin hoger en bedraagt 373 Kelvin.
Dus, wordt die Kelvin nog steeds gebruikt? Ik dacht het wel, Philip!

Oké Google, lampen aan!

"Oké Google, lampen aan!" Een vrouwenstem van Google Assistant – ik noem haar Miep – op mijn mobieltje antwoordt: " Oké, ik zet vijf dingen aan." En ineens is er licht in de huiskamer.

Sinds enige tijd kan ik aan Miep van Google mondelinge vragen stellen en commando’s geven. Vragen als: "wat is het nieuws?", "hoeveel is 294 keer 567" en "zet een timer op 16.00 uur". Maar moeilijke zaken ontwijkt Miep ook niet. Vragen als "wil je met me trouwen?", "vertel een mop" en "speel een carnavalsliedje" behandelt ze ook vriendelijk.

Om mijn huiskamerlampen te bedienen, bestelde ik in China voor vijf euro per stuk een aantal slimme schakelaars. Je knipt een snoer door (eerst de spanning eraf!), zet zo'n schakelaar tussen de uiteinden, download een app op je telefoon en je kunt je apparaten overal ter wereld aan en uitzetten. Handig! Je moet dan wel je telefoon in de buurt en stand-by hebben. Zonder mobieltje kan het ook: Google heeft daarvoor de Google Home ontwikkeld. Voor zestig euro roep je vragen en commando’s naar het apparaat en dezelfde Miep reageert ook hier. Zelfs mijn tv en mijn slimme thermostaat blijken mijn opdrachten te begrijpen. Als ik roep “zet de thermostaat op 20 graden”, dan verspringt het ding onmiddellijk. Nog niet alles verloopt gladjes. Miep antwoord geregeld dat ze nog aan het bijleren is of ze meldt dat een apparaat niet bereikbaar is, maar over het algemeen werkt het best aardig. Ik hoop alleen niet ze onze huiselijke gesprekken doorstuurt naar Google.

Of het trouwens slim is om slimme schakelaars in China te bestellen, is nog de vraag. Niet alle goedkope spullen zijn goed. Van een spotgoedkoop Chinees setje plectra (driehoekige plasticjes om gitaar te spelen) bijvoorbeeld braken velen tijdens het spelen in tweeën. Bovendien, als je Chinese slimme schakelaars gebruikt en leider Xi Jinping roept: "Hé Sonoff, doe het licht in Europa uit " dan wordt het hier misschien wel erg donker.

Voorlopig vertrouw ik die Chinezen nog en commandeer ik hun slimme schakelaars via Miep van Google: ik ben veel te blij dat er eindelijk iemand is die naar me luistert!

Dames, doe de bril …

"Heren doe de bril omhoog, dames zitten ook graag droog." Om natte damesbillen te voorkomen hangt deze wijsheid op menig toilet aan de muur.

Al zes jaar schrijf ik om de week een column in deze krant en zijn voorganger. Inmiddels zo'n 150 stukjes. Omdat ik over allerlei zinnige - en onzinnige - zaken nadenk, vind ik gemakkelijk onderwerpen … op de meest vreemde plaatsen. Ook dus over tegeltjeswijsheden op de wc.

Voor de analyse van het natte-billen-probleem moet je een paar vragen stellen. Ten eerste: wie is de boosdoener? En ten tweede: wie is de belanghebbende? Wel, de boosdoener is duidelijk de man die spetterend afscheid neemt van het bier van de vorige avond. En de vrouw is natuurlijk belanghebbend: zij verblijft altijd zittend in het kleinste kamertje. Heeft de man dan geen last van een natte wc-bril? Meestal niet, want hij doet vooral staand zijn behoefte.

Soms kun je een probleem verzachten door het anders te benaderen. Want als een vrouw nu eens ná haar wc bezoek de wc-bril omhoog doet? Dan spettert een goed mikkende man na haar het ding niet meer nat. Om comfortabel droog te zitten, hoeft een dame na hem de bril alleen maar omlaag te klappen. Helaas is deze oplossing niet geheel “waterdicht”: als na een zittend mannelijk wc-bezoek de bril nog omlaag staat, dan kan een volgende mannelijk bezoeker alsnog zorgen voor een druipende bril. Dus moet je een man na een zittend bezoek aanleren de bril omhoog te doen. En dat krijg je niet zomaar tussen zijn oren! Bovendien, leg dat maar eens uit op een klein tegeltje. Mijn voorstel is: laat het oude tegeltje gewoon hangen. En als een vrouw meer kans wil maken op een droge bril, doet ze bij het verlaten van het toilet de bril omhoog.

Maar een gentleman houdt zich natuurlijk aan de tegeltjeswijsheid en doet zelfs na afloop de bril omlaag, voor die eventuele dame na hem. Of, nog galanter: hij doet zelf ook alles zittend...

Datum van de columns

20130314 Kijken naar het verleden.docx

20130328 Zomertijd.docx

20130411 Menselijke maat Fietspaaltjes.docx

20130423 Einstein wijst de weg.docx

20130425 Dubbelblind onderzoek.docx

20130509 Kapitaalvernietiging.docx

20130606 Grittologie Uitzondering bevestigt regel.docx

20130620 Midlife scooter.docx

20130704 Gekken kippen (Darwin).docx

20130718 Mazelen.docx

20130808 In de zon.docx

20130822 Valse geschiedenis.docx

20130905 Geboren uit sterrenstof.docx

20130919 Zondag begint de herfst.docx

20131003 Land zonder logica.docx

20131017 Ik ben geen econoom (staatsschuld).docx

20131024 Wintertijd.docx

20131114 Aaibaarheid.docx

20131128 Aardbevingen (Alles onder water).docx

20131212 Afluisteren (banaan in je oor).docx

20131224 Gezellig kaarslicht (en kwalm).docx

20140109 Mali op de blinde kaart .docx

20140123 Een mens loopt op kernenergie.docx

20140206 Petrus of Mohammed.docx

20140220 Veilig of niet Slecht gevoel voor Statistiek.docx

20140306 Hoezo democratie.docx

20140320 Tweemaal zo warm.docx

20140403 Subsidieverslaving.docx

20140417 Angst regeert.docx

20140501 Kleurige wereld.docx

20140515 Wantrouwen.docx

20140529 Antibiotica.docx

20140612 Zesjesmetaliteit.docx

20140627 Vertrouwen in medemens.docx

20140710 Stamboom.docx

20140724 Vakantie en pensioen.docx

20140807 Links rijden met Beatrix.docx

20140821 Astrologie en andere onzin.docx

20140904 Natuurlijke wolkenkrabbers.docx

20140925 QWERTY.docx

20141009 Antigeluid.docx

20141023 Mens erger je niet.docx

20141106 Tv kijken.docx

20141120 Big Bang.docx

20141204 Zwarte Piet.. of toch niet.docx

20141218 Leeftijdsdiscriminatie.docx

20141231 Op fietse.docx

20150115 Opvoeden van volwassen.docx

20150205 Strooizout op je gekookte ei.docx

20150219 Woedende Groningers .docx

20150305 Oorlogsmisdaad Reactie.docx

20150305 Oorlogsmisdaad.docx

20150319 Drogredenen.docx

20150402 Vriendelijke conductrice.docx

20150409 Weerzien na 55 jaar (bij Leth).docx

20150423 Grieks leren is niet logisch.docx

20150507 Kunst van Pieter.docx

20150521 DrŠents proaten.docx

20150604 Koningsgezind.docx

20150625 Donder en bliksem.docx

20150702 Hemels plein.docx

20150716 Tour de Herbert.docx

20150730 Koffie verkeerd.docx

20150813 Champagne en bonbons.docx

20150827 Foute Duitser.docx

20150910 Niet verzekeren.doc

20150917 Schoolstrijdbijl begraven.docx

20151001 Stem van het volk.docx

20151022 Geld lenen.docx

20151105 Onnodige angst voor E-nummers.docx

20151121 Gratis dierentuin.docx

20151203 Nieuws bedriegt.docx

20151217 Hoe oud is die schedel.docx

20151231 De toekomst begint vandaag.docx

20160104 Kenniscaf‚ Emmen.docx

20160105 Logisch of niet.docx

20160114 De zwarte professor.docx

20160119 Loflied op de dispenser.docx

20160128 Aftakeling van de mensheid.docx

20160218 Oude boeken lezen.docx

20160303 Alkohol maken.docx

20160310 Maandag is het pi-dag.docx

20160331 Referendum Oekraine.docx

20160414 Geur van het witte goud.docx

20160428 Platte kat.docx

20160511 Vrouwen ook niet.docx

20160512 Oorlog .docx

20160526 Zinvol of zinloos.docx

20160609 Mag wel...docx

20160623 Genante tanden.docx

20160630 Droomfeest Tennisclub Bargeres.docx

20160722 Stofzuiger Jupiter.docx

20160811 Ome Kees.docx

20160908 Banden plakken of strijken.docx

20160922 Neerstortende Marslander en ..docx

20161006 Ons laatste referendum.docx

20161020 Druk, druk, druk.docx

20161222 Jiska en pasja.docx

20170202 Rector Haveman.docx

20170216 Zapper kwijt.docx

20170302 Onfortuynlijk.docx

20170316 Heb je gestemd.docx

20170330 Mens als gloeilamp.docx

20170413 Kratjes op het aanrecht.docx

20170427 Super Joop.docx

20170525 Studiebeurs van Ben Feringa.docx

20170608 Oma Truus.docx

20170622 Geen schoothondjes.docx

20170714 Hand op de knip.docx

20170727 Leven n  de mens.docx

20170810 De geur van Nederland.docx

20170824 Klagen bij de gemeente.docx

20170907 Naar Londen vanaf Eelde.docx

20170921 Burendag.docx

20171012 Atoombom van Kim Jong-un.docx

20171026 Mijn hoed.docx

20171109 Broeierig ritje.docx

20171130 Regen en sneeuw.docx

20171214 Kerstboom in Emmen.docx

20171228 Jaar en maanden.docx

20180111 Haar in de fik.docx

20180125 Cognitieve dissonantie.docx

20180208 Niet in mijn achtertuin.docx

20180222 Zinloos bestaan.docx

20180308 Waarom Gemeenteraadslid.docx

20180322 Winkelgekrijs.docx

20180405_Brand blussen.docx

20180419 Alles gaat over.docx

20180503 Plastic in de soep.docx

20180517 Bikkelen op de e-bike.docx

20180614 Chantage loterij.docx

20180628 Toppunt van vernedering.docx

20180712 Met je vrijer achterop.docx

20180731 Drentovisie Songfestival.docx

20180816 Emmen op lijstjes.docx

20180830 Gevaarlijke vakantie.docx

20180913 Reis naar de maan.docx

20180927 Van min naar plus.docx

20181011 Berend Wezeman.docx

20181025 Kaalheid is geen kapsel.docx

20181108 Ambachtelijke onzin.docx

20181122 Koninklijk blauw.docx

20181206 Emmen op 1.docx

20181220 Midwintertijd.docx

20190106 Oud-Emmenaar Hanson versus Einstein.docx

20190120 Ik dacht het wel, Philip!.docx

20190131 Ok‚ Google, lampen aan.docx

20190214 Dames doe de bril omhoog.docx